Tumgik
#kunstcriticus
joostjongepier · 8 months
Text
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Wat?   Ambroise Vollard (1899) door Paul Cézanne, Hommage to Cézanne (1900) door Maurice Denis, Landscape with Ploughman (1889) door Vincent van Gogh, Vision of the Sermon (Jacob Wrestling with the Angel) (1888) door Paul Gauguin, The Pardon, Breton Women in a Meadow (1888) door Emile Bernard, Gustave Coquiot (19010 door Pablo Picasso, Interior with a Young Gill (Girl Reading) (1905-06) door Henri Matisse en Wilhelm Uhde (1910) door Pablo Picasso
Waar?   Tentoonstelling After Impressionism: Inventing Modern Art in National Gallery, Londen
Wanneer?    9 augustus 2023
De tentoonstelling After Impressionism heeft een brede doelstelling. Het wil laten zien hoe, na het impressionisme, kunstenaars braken met alle vaste tradities en de basis legden voor de kunst van de 20e en 21e eeuw. Het toont hoe in verschillende steden (Parijs, Barcelona, Wenen, Berlijn, Brussel) nieuwe wegen werden ingeslagen. En het toont de geboorte van nieuwe bewegingen als fauvisme, kubisme, Nabis, expressionisme en abstractie.
Parijs was bij uitstek de stad waar het gebeurde. Een sleutelspeler in het netwerk van kunstenaars was Abroise Vollard. Deze kunsthandelaar was er voor verantwoordelijk dat het werk van Cézanne, Van Gogh, Gauguin en Picasso onder de aandacht werden gebracht van een internationaal publiek. Paul Cézanne schilderde een portret van deze spin in het culturele web. Zelf had Cézanne ook een belangrijke positie, als beïnvloeder van een nieuwe generatie kunstenaars. Zijn pogingen om een realistische weergave van voorwerpen te geven en tegelijkertijd naturalisme los te laten, had grote invloed op veel schilders na hem. Maurice Denis schilderde een groep kunstenaars, de Nabis (de Profeten), staand om een stilleven van hun inspirator. De bijeenkomst vindt plaats in de Parijse studio van Vollard. Aan de wand hangen schilderijen van Paul Gauguin (die eigenaar was van het stilleven van Cézanne) en van Auguste Renoir. Vollard staat rechts naast het schilderij. Grappig is de kat van Vollard die ons van onder de ezel met een achterdochtige blik aankijkt.
Vincent van Gogh ontwikkelde een heel eigen visuele taal. Hij schilderde Landscape with Ploughman vanuit het raam van de inrichting in St. Rémy. De scène is gebaseerd op directe observatie, maar was tevens geladen met persoonlijke betekenis. Het schilderij heeft een uitdrukkingskracht die onafhankelijk is van de afgebeelde objecten.
Van Paul Gauguin hangt hier een werk dat ik al lang bewonder, maar nog nooit in het echt had gezien: Vision of the Sermon. De achtergrond van het schilderij is effen rood. Een boomstam deelt het werk diagonaal in tweeën. De onderste helft toont een groep Bretonse vrouwen in traditionele kostuums die hun hoofd buigen in gebed. Rechts zien we het hoofd van de priester die zojuist een preek heeft gehouden over Jacob worstelend met de engel. En in het deel rechts boven zien we hoe Jacob in gevecht is met de engel. Het werk is allesbehalve naturalistisch. We zien een visioen, een droom. Gauguin geloofde dat kunstenaars, net als priesters, in staat waren om grote ideeën fysiek vorm te geven.
The Pardon van Emile Bernard toont Bretonse vrouwen die een ‘Pardon’, een soort religieuze bedevaart, bijwonen. De achtergrond van het werk is effen groen. Het werk roept een sterk déjà vú-gevoel op. De overeenkomsten met Gauguins Vision of the Sermon zijn groot. Stijl en idee komen dermate overeen dat het geen toeval kan zijn. Dat is het dan ook niet. Gauguin en Bernard schilderden beide werken tijdens een gezamenlijke trip naar Pont-Aven. Later ruzieden de twee erover wie als eerste deze radicale niet-naturalistische manier van schilderen had bedacht.
Pablo Picasso schilderde schrijver en criticus Gustave Coquiot in avondkleding en met een maskerachtig gezicht voor zijn eerste Parijse tentoonstelling, georganiseerd door Vollard. Coquiot stond als kunstcriticus welwillend tegenover avant-garde-kunstenaars. Hij schreef het voorwoord voor die eerste Parijse expositie van Picasso.
Matisse schilderde zijn dochter Marguerite in een interieur met tal van decoratieve objecten. Het geheel is een en al kleur. Het werk vormt een overgang naar het fauvistische werk waar hij bekend mee zou worden. Kunstdealer, verzamelaar en kunstcriticus Wilhelm Uhde werd door Picasso in kubistische stijl weergegeven. Gezicht en achtergrond worden opgebroken in een grote hoeveelheid monochrome facetten.
Zo staan twee belangrijke kunststromingen die de twintigste-eeuwse kunst zouden gaan bepalen, tegenover elkaar: het fauvisme, waarin kleur centraal staat en het kubisme waarin de lijn de overhand heeft.
4 notes · View notes
hetmeisjemetrodeharen · 2 months
Text
Hij bezit een vrije ziel, van het soort dat niet te grijpen is maar waar je wel op meedeint, gedragen door de golven van het leven.
Ik bewonder hem volledig, van de manier waarop hij de rook uitblaast tot hoe hij zijn handen om mijn gezicht legt. Zijn greep is stevig terwijl hij mijn gezicht van links naar rechts beweegt om het te bekijken, als een kunstcriticus die elk detail van een meesterwerk in een museum wil absorberen. Zijn gezicht spreekt boekdelen terwijl de woorden op het papier dansen, en het raden van gedachten maakt het onmogelijk om zinnen te vormen. Ik wil erbij, ik wil in zijn hoofd. Ik wil de wereld beleven door zijn ogen. Ik wil het canvas zijn onder zijn penseel. Ik wil hem helemaal. Ik wil hem inademen zoals ik de rook over mijn longen laat glijden. En zijn lippen. God zijn lippen. Zijn lippen smaken naar meer.
0 notes
jurjenkvanderhoek · 11 months
Text
EEN LEVEN VOL KUNST, EEN LEVEN VOOR KUNST
Tumblr media
Biograaf en vriend Johan Huizinga had al vrijwel meteen na de dood van Jan Veth een complete biografie van de kunstenaar geschreven. Dit boek vormde voor de schrijvers van de rijk geïllustreerde uitgave “Het oog van Jan Veth” een goede voedingsbodem. Deze uitgave is verschenen ter gelegenheid van de eerste grote overzichtstentoonstelling in het Dordrechts Museum rondom deze in Dordrecht geboren schilder en kunstcriticus. Huizinga stelde zijn levensbeschrijving op in de waan van zijn tijd. In de Nederlandse spelling van de jaren 20 van de vorige eeuw. En zijn kijk, kennis en vriendschap kleurde het taalgebruik. Maar door gebruik te maken van de brieven en andere geschriften, en de verhalen uit de eerste hand van Jan Veth zelf en van zijn vrouw Anna Dirks, ligt er een compleet naslagwerk om op voort te bouwen.
Tumblr media
Bij de herdruk van Johan Huizinga’s standaardwerk heeft Anton van der Lem een lijvige toelichting gevoegd. Deze uitgave van Querido Facto geeft nog een meer compleet beeld op leven en werk van de bijzondere Jan Veth. De portrettist en criticus die als voortrekker en gangmaker gezien mag worden. Voortrekker in de zin van het leggen van emotie in sprekende portretten zonder de gelijkenis uit het oog te verliezen. Gangmaker is Veth als criticus van kunst en kunstenaars. Hoewel hij dus zelf kunstenaar was en zichzelf ook onder de eigen loep van kritiek legde. Altijd was er de vrees dat zijn werk niet goed genoeg zou zijn, terwijl het rondom zeer werd gewaardeerd. En nog.
Veth vond zelf dat hij een natuur vol tegenstrijdigheden had. “Dat is mijn zwakheid en mijn kracht (…) veelzijdigheid van sympathieën en het vermogen om in velerlei dingen op te gaan.” Die veelzijdigheid maakte in hem het vermogen los tot scherp observeren en maakte hem tot een centrale figuur in de kunstwereld van zijn tijd. Hij had er oog voor. Maar die veelzijdigheid leidde volgens achterkleindochter Fusien Bijl de Vroe ook tot een innerlijke strijd, veroorzaakt door disharmonie tussen het schrijven en het schilderen. “Als kunstenaar was zijn werk eerder traditioneel dan vernieuwend, maar als schrijver zette hij zich in voor de erkenning van nieuwe richtingen”, schrijft zij in haar inbreng aan ‘Het oog van Jan Veth’.
Tumblr media
Het boek volgt leven en werken van Jan Veth nauwgezet. Diverse bijdragen van verschillende auteurs overlappen elkaar wel biografisch gezien vanuit van elkaar afwijkende standpunten. Het maakt de levensbeschrijving van deze kunstenaar meer dan compleet. Door de diverse kanten van de persoon in de teksten te belichten maken deze het boek uiterst lezenswaardig. De uitgave is geïllustreerd met een voorname keuze uit het grote oeuvre, voorbeelden van zijn kunnen in de kunst. Zijn kunst die, hoewel welhaast fotografisch werkelijk lijkt, nooit de stemming in het karakter van mens en landschap uit het oog verliest.
Niet alleen het boek van Johan Huizinga vormt fundament om in de nieuwe uitgave op voort te bouwen. Ook de brieven van Jan Veth aan zijn geliefde Anna Dirks is vruchtbare bodem. Dit brievenarchief, correspondentie met vrienden en collega’s en de hartstochtelijke briefwisseling tussen Jan en Anna, was voor Huizinga al aanleiding om een uitvoerige biografie op te stellen. De schilder is veel van huis, soms weken, zelfs maanden achtereen. Om reden dat hij zijn opdrachtgevers niet naar zijn atelier laat komen, maar ze thuis in hun eigen vertrouwde omgeving portretteert. Met zijn Anna houdt hij dagelijks contact via brieven waarin zij de gang van zaken thuis rapporteert en hij gedetailleerd de opzet en uitwerking van schilderijen beschrijft. Uiteraard zijn deze geschriften nu interessante documenten om het leven en de werkwijze van deze kunstenaar te achterhalen.
Tumblr media
Zijn generatie wilde zich losmaken van oude waarden in de schilderkunst. Veth’s werk was echter eerder traditioneel dan vernieuwend. Als schrijver zette hij zich in voor de erkenning van nieuwe richtingen. De kunstenaar zelf wist niet welke richting hij als schilder wilde opgaan. Eerst koos hij naar de natuur te werken, in het landschap. Om in de voetsporen van de grote meesters van de Haagse School te treden. Maar later werd zijn professie toch het portret. Trefzeker maar stemmig wist hij de figuren op doek te zetten. In de opdrachten zocht hij een eigen van de gangbare ethiek afwijkende uitbeelding. Hij wilde niet werken volgens een vaste formule – varieerde daarom compositie, houding, formaat en wijze van uitvoering naar de aard van zijn model.
Jan Veth vond zelf dat schrijven over kunst een taak was die vooral hem toekwam, omdat alleen kunstenaars goed zouden kunnen oordelen over kunst. De combinatie van kritiek en praktijk was voor hem en zijn tijdgenoten een absolute vereiste. Zijn soms niet milde maar juist messcherpe kritieken werden in vele kranten en tijdschriften afgedrukt. Hij zette zich in voor een breed kunstbegrip voor de in zijn tijd hedendaagse kunst, maar streefde ook naar een herwaardering van de kunst uit het verleden. Hij schreef boeken, onder meer over Rembrandt – ‘niet bedoeld voor de koks maar voor de gasten’.
Tumblr media
“Gedurende zijn hele leven heeft Jan Veth oog gehad voor het publieke belang van kunst, cultuur en erfgoed”, schrijft Annemiek Rens in het hoofdstuk Kunst voor de samenleving. “Met zijn enorme kennis van allerhande onderwerpen en zijn onafhankelijke positie als kunstcriticus, was hij in staat om zaken scherp te zien en met heldere oplossingen te komen.” Veth speelde een niet te onderschatten rol in de kunstwereld rond 1900. “Hij leerde zijn tijdgenoten om eigentijdse kunst te gaan waarderen en oude kunst te gaan hérwaarderen.”
Het oog van Jan Veth, schilder en criticus rond 1900. Diverse auteurs. Publicatie bij de tentoonstelling in het Dordrechts Museum. Uitgave Waanders Uitgevers in samenwerking met Dordrechts Museum, 2023.
Leven en werk van Jan Veth, Johan Huizinga. Toegelicht door Anton van der Lem. Uitgave Querido Facto, 2022.
0 notes
boekbabbel · 1 year
Text
Over nachtbrakers en wervende woorden
Toekomstplannen...
Nachtbrakers. Heerlijk woord. Alleen denk ik daarbij eerder aan uitgelaten feestvierders dan aan vier eenzame mensen in een Amerikaanse diner. Edward Hopper denkt daar duidelijk anders over. De troosteloosheid, eenzaamheid en vooral stilte spatten van het doek. Nee, je hebt niet verkeerd geklikt. Je zit nog altijd op Boek&Babbel en ik heb me niet omgeschoold tot kunstcriticus. Ik probeer wel…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
deprotagonisten · 3 years
Text
The Burnt Orange Heresy
Recensie The Burnt Orange Heresy ★★★ - vanaf 7-1 op @PiclNL en Vitamine @Cineville Een mysterieuze thriller waarin personages elkaar uitdagen. Ook de kijker daagt men uit, waardoor deze film een prettige zit is. @CineartNL #TheBurntOrangeHeresy
De thriller The Burnt Orange Heresy gaat over kunstcriticus James. Hij krijgt de kans om de raadselachtige schilder Jerome te interviewen, maar moet wel aan een voorwaarde voldoen. Wat wij van The Burnt Orange Heresy vinden, lees je in onze recensie. Continue reading
Tumblr media
View On WordPress
8 notes · View notes
devosopmaandag · 5 years
Text
Het-ding-dat-is
'En ben je ook op de eindexamententoonstelling van de kunstacademie geweest?', vroeg M. K. mij deze week. Ja, ik was geweest, maar toen ik daarna zei dat ik misschien in de toekomst niet meer zou gaan, keek hij mij ongelovig aan. Het voelde ook als pijnlijk om zoiets te zeggen als je er vijfentwintig jaar docent bent geweest. Het heeft met heel veel te maken; met mijn worsteling met de hedendaagse kunst sinds ik ophield met lesgeven in de eerste plaats. Maar ook met het oog in oog staan met jonge kunstenaarslevens, vol hoop en verwachting, vol overgave. En daar stamp ik dan dwars doorheen, als een vreemdeling.
In een briefwisseling in de nieuwste Groene Amsterdammer schrijven Thijs Lijster en Roos van de Lint elkaar over wat de rol van de kunstcriticus is, en daarmee van de kunst. Lijster schreef het boek 'Kijken, proeven, denken', waarin hij ervoor pleit dat de kunstcriticus (iedere serieuze kijker misschien wel?)  “meebeweegt met het werk, diens denkproces volgt en het kunstwerk daar tracht te brengen waar het heen wil”. Voor een kunstdocent komt daar de maker bij, dat wil zeggen: de kunstenaar. In hun correspondentie lijkt deze helemaal verdwenen. Ik voelde mij, ronddwalend door de eindexamententoonstelling onmachtig tot al die dingen waar hij voor pleit, en daarnaast belastte ik mijzelf met een schuldgevoel: een enorm tekortschieten ten opzichte van al die jonge mensen. Maar wil ik eigenlijk nog wel waar hij voor pleit? Dat van hem de uitspraak is 'het kunstwerk is een ding-dat-denkt', hoeft niet te verbazen.
Maar ik pleit meer en meer voor het kunstwerk dat in de eerste plaats het-ding-dat-is is. Daar hangt het, daar staat het. Ik zou het kunstwerk als een boom, een steen, een hut in de verte willen kunnen zien, het dat-daar-ik-hier. Je erover te verbazen, misschien de schoonheid te bewonderen, het zonder per se te willen interpreteren naderen en ook weer te laten voor wat het is, soms met afstand, soms in intimiteit.
De volle consequentie hiervan doordenkend stel ik vast dat waar ik decennia lang in geloofde, namelijk dat de kunst een specialisme is, een soort wetenschap die geen wetenschap is, met een wereld aan literatuur, aan professionals met een eigen taal, dat dat geloof in mij langzaam lijkt te verdwijnen. Natuurlijk kán die helemaal niet verdwijnen, want hij bestaat gewoon, rotsvast en voorgoed met musea en bibliotheken als bergen, in een onmetelijk landschap van kunstwerken. Maar toch.
Het boek is nu een beetje mijn steen-ding. Hoewel het lijkt dat je in een boek verdwijnt, is het boek altijd dat-wat-je-in-je-handen-houdt, het ding dat zich sluit als je het dichtslaat, dat zich opent als jij het openslaat. Het biedt mij afstand en totale intimiteit. Het is steen en hut. Wij zijn elkaars gelijke.
(Vergeef me de zevenmijlslaarsen, de grofheid van mijn denken in bovenstaande. Ik wilde de 500 woorden niet overschrijden en ik wilde mijn denken over dit alles niet te fijnmazig maken. Ik wilde vooral voelen waar ik nu in denk te geloven.)
3 notes · View notes
blikopenerssma · 5 years
Text
Kunstenaars in Zweinstein Afdelingen
Het is vandaag de verjaardag van Harry Potter (en Neville Longbottom/Marcel Lubbermans) en dat vieren we door een aantal kunstenaars in de Zweinstein afdelingen te sorteren. Zit jij in dezelfde afdeling als jouw favoriete kunstenaar? 🤔
Tumblr media
Keith Haring - Griffoendor/Huffelpuf
Tumblr media
Griffoendors staan bekend om hun moed, wat Keith Haring zeker nodig had voor zijn talloze graffiti werken. Graffiti was immers verboden, en voor hij het wist kon hij gearresteerd worden. Daarnaast heeft hij ook de rechtvaardigheid van een Huffelpuf: zo gebruikte hij zijn kunst om onder andere racisme aan te kaarten en de strijd voor LHBTQ+ rechten onder de aandacht te brengen. 
Frida Kahlo - Huffelpuf 
Tumblr media
Ook Frida Kahlo heeft de rechtvaardigheid van een Huffelpuf: zo vocht ze tegen racisme en onverdraagzaamheid en kwamen thema’s als identiteit, post-kolonialisme, gender, klasse, en ras in haar werk terug. Kahlo was ook een socialist en bekritiseerde de onderdrukking van het Amerikaanse kapitalisme en imperialisme dat de rijken bevoordeelde en de arbeidersklasse onderdrukte. 
Marcel Duchamp - Zwadderich
Tumblr media
Een van de eigenschappen van Zwadderaars is hun sluwheid, een eigenschap die Marcel Duchamp zeker ook deelde. Hoewel de beroemde urinoir ‘Fountain’ van Elsa von Freytag-Loringhoven is, claimde Duchamp dat hij de bedenker was. Volgens kunstcriticus Julian Spalding wilde Duchamp de geschiedenis ingaan als een van de founding fathers van de moderne kunst. ‘’Hij had niets verbazingwekkend origineels uit die periode om te laten zien,’’ zegt Spalding in See All This. ‘’dus claimde hij het urinoir.’’ Daarmee liet hij ook zijn ambitie zien, nog een Zwadderich eigenschap. 
Marlene Dumas - Ravenklauw
Tumblr media
Marlene Dumas studeerde een jaar psychologie aan de UVA, en deze interesse zie je terug in haar werk. Zo onderzoekt ze de invloed die de dagelijkse stroom aan fotografische beelden heeft op de manier waarop mensen naar elkaar en de wereld om hen heen kijken. Dit doet ze door in haar werk de psychologische, sociale en politieke aspecten van deze beelden bloot te leggen. Een echte Ravenklauw dus!
1 note · View note
maartenbuser · 3 years
Text
Geertje van de Kamp in Japan besproken
De eerste recensie - op De Leesclub van Alles - is gelukkig ook gelijk een hele mooie: 'Geertje van de Kamp in Japan is een prachtig, evenwichtig boek geworden, waarin je in woord en beeld het proces kunt volgen dat Geertje heeft doorgemaakt. De in heldere taal geschreven teksten van Maarten Buser (1991), dichter en kunstcriticus, brengen in drie grote hoofdstukken verdieping aan.' Lees de hele bespreking van (en bekijk de vier sterren voor) het boek hier.
0 notes
joriekerottier · 6 years
Photo
Tumblr media
Door kunstcriticus Nico Out, n.a.v. de tentoonstelling ‘20.000 mijlen onder zee’ bij CBK Zeeland, 2017
1 note · View note
twafordizzy · 30 days
Text
4K-NL-L
Adriaan Lubbers (1892-1954, Amsterdam) kreeg bekendheid door zijn stadsgezichten, met name die hij maakte in de Verenigde Staten. Lubbers volgde een technische opleiding en raakte door bezoeken aan de USA gefascineerd door de imposante bouwwerken die daar verrezen. Wolkenkrabbers bestonden nog maar net en Amerika bouwde hoger en ‘mooier’. Lubbers maakte tientallen schilderijen van straten en…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
toosvanholstein · 1 year
Text
‘Und ein letztes Glas im Stehen‘ bij Vermeers ‘Het glas wijn‘, dankzij Vereniging Rembrandt
Heerlijk VIPperig 'Vermeer' in het Rijksmuseum tot je kunnen nemen dankzij de Vereniging Rembrandt. Zie mijn blog TOOS&ART daarover. Met 'Het melkmeisje' dat even voor mij alleen inschenkt en 'ein letztes Glas im Stehen' bij 'Het glas wijn'. #kunst #art
Wie ‘Met het Oog op Morgen’ kent, al decennia lang elke avond 11 uur op NPO Radio 1, kent natuurlijk ook de begintune: “Es wird Zeit für mich zu gehenWas ich noch zu sagen hätteDauert eine ZigaretteUnd ein letztes Glas im Stehen“……. Een prachtig lied van en gezongen door Reinhard Mey. bij ‘Het glas wijn’ van Vermeer De laatste regel ging gelijk door me heen bij deze door levensgezel gemaakte…
Tumblr media
View On WordPress
1 note · View note
joostjongepier · 9 months
Text
Tumblr media
Wat?   Bal du moulin de la Galette (1876) door Pierre Auguste Renoir
Waar?   Musée d’Orsay, Parijs
Wanneer?   1 augustus 2023
Pas in 1860 werd Montmartre ingelijfd in Parijs. Daarvoor was het een landelijke gemeenschap, waar veel Parijzenaars heentrokken voor hun vermaak. Er waren dan ook de nodige uitgaansgelegenheden. Renoir schilderde een bal in de molen van La Galette. Hij vervaardigde het werk, waarop vrienden van de schilder te herkennen zijn, in de open lucht.
Meestal is een schilderij op de voorgrond scherp en vervaagt het beeld naar de achtergrond. Bij Renoir is de vervaging echter op het gehele werk aanwezig. Het is een zondagmiddag. De pas uitgevonden elektrische verlichting is aan, maar ook de zon schijnt. De schilder geeft deze combinatie van natuurlijk en kunstlicht weer door alles een zekere wazigheid te geven. De wazigheid van het schilderij bezorgde Renoir (ik zou bijna zeggen: uiteraard) de nodige kritiek van tijdgenoten. Toch waren er ook critici die het werk wel konden waarderen. Naar aanleiding van de derde impressionistische tentoonstelling in 1877 schreef kunstcriticus George Rivière: "Het is een bladzijde van de geschiedenis, een kostbaar monument van het Parijse leven, van rigoureuze nauwkeurigheid.”
Bal du moulin de la Galette werd in 1879 gekocht door Renoirs vriend en collega Gustave Caillebotte. Deze liet het in 1894 na aan de Franse staat. 
0 notes
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Internationalisering 
Luca School Of Arts Gent en UWE Bristol 
Atelier schilderkunst (Robin Vermeersch / Patrick Verlaak) op bezoek bij de UWE Academy Bristol. Fijne ontvangst door Richard Webb en John France van het atelier Drawing,Painting & Print. Het bezoek werd gekoppeld aan een debat en tentoonstelling 'Signals' in de Centrespace Gallery met SLADE School Of Fine Arts London, Luca School Of Arts Gent, Uwe Bristol & Sokei Academy Tokyo. Het werk van Masterstudenten Elias Vangenechten, Svelte Thijs en Arthur Dufoor was er te zien samen met het werk van docenten Robin Vermeersch en Patrick Verlaak. Het bezoek zorgde voor fijne contacten tussen de 4 Academies en curators Jan Philipp Freuhsorge, Gary Topp directeur van de Arnolofini en Dr Richard Davey, kunstcriticus,schrijver en curator.
0 notes
jurjenkvanderhoek · 2 years
Text
DE VIER VAN LEEUWARDEN HAND IN HAND OVER DE FINISHLIJN VAN DE KUNST
Tumblr media
Brothers in arts. Met het penseel als wapen. Kwast, doek en paneel het strijdtuig. Palet in de aanslag met verf op scherp schieten. Ten strijde trekken met kleur en vorm tegen de gevestigde kunstorde. Om de balans uit evenwicht te brengen. Eigenzinnig, tegendraads. Want het doet er niet toe wat je schildert, maar hoe je het schildert. Broeders in de kunst. Een vierspan voor de kar van het uiten. Om de wagen te trekken werken ze samen, maar wel op een eigen figuratieve weg. Dat is spannend, het geeft spanning. Friends in art and beyond. Persoonlijk zichzelf, maar een groep in de kunst. Samen hand in hand, zoals de vijf van Leeuwarden op de finishlijn van de Elfstedentocht in 1956. Toch laten ze zich niet verleiden tot elkaars stijl en techniek, echter zitten ook niet als los zand bij elkaar. Vinden de een in emotie, zoeken de ander in verbeelding.
Expressief en kleurrijk is het beeldmerk van zowel Horst Dijkstra en Anne Feddema, als van Henk Krist en Eddy Sikma. In het boek “Vierspanning”, vier Friese schilders. Ze hebben het er met elkaar over, dat spreekt. Al ruim 25 jaar lopen ze met elkaar op, schuimend langs de kaden van Leeuwarden. Het is een vrolijk viertal, een monter dubbel stel. Zo staan zij in de kunst, dat goed in de levenslustige verf zit. Bekeken vanuit diverse gezichtspunten, verschillende standen, een eigen houding. De een met een cynische grimlach, de ander met oog voor de kleine schoonheid. In letterlijke en figuurlijke landschappen staan de persoonlijke verhalen opgetekend. Humor, ironie en droombeelden. Kracht en spanning van kleurgebruik en vormentaal.
Het boek laat het kunnen van de groep zien, de kunst van de vier schilders. Zo zijn ze beeldend aanwezig. Diverse teksten tonen de achterkant van die kunst, de persoonlijkheden die zich in beelden uiten. Ieder heeft een voorstelling in een interview. Vier kunstenaars, vier gesprekspartners. Een individueel beeldend uiten, een eigen geschreven tekst. Want de kunstenaars zijn een identiteit, maar ook de schrijvers zijn dat met een eigen invalshoek in de kunst. Zo zijn het speels en levendige verhalen, die het kunnen en zijn van de kunstenaars beschrijven. Kunstenaars in het geschreven woord hebben zich dan nog gebogen over een afzonderlijk kunstwerk en er in hun stijl een essay aan gewaagd. Vrije literaire reacties in de vorm van poëzie en proza. Zo krijgt het beeld in een ander vakgebied een denkbeeld.
In een voorwoord gaat historicus Bert Looper in op de Friese kunst in de brede zin van het woord. Kunstenaars die aansluiting zoeken in de wereld om hen heen. Met cultuur en cultuurmakers in andere tijden en streken. Bezig om grenzen te verleggen en te doorbreken. “Niet vanuit een Friese context, maar wel in een Friese context. Vierspanning laat zien hoe vrij en creatief cultuur in Fryslân is in de verbinding en wederzijdse inspiratie van Europese regio’s, disciplines en generaties: Friese zee is Europese zee!”
Tumblr media
Vervolgens gaat kunstcriticus en -curator Anna Tilroe langs de huizen en ateliers van de vier schilders, die al jarenlang studie maken van het licht en hoe het de wereld kleurt en vormt. Elk met een andere perceptie, die vier vrienden, een beleving waardoor ieders inhoud anders is maar niet tegengesteld. Het is in onze ogen niet het gangbare beeld van de wereld. Want kunst zaait twijfel, volgens Tilroe, “weten wij wel wat werkelijkheid is? Kloppen onze ideeën daarover wel? Of baseren wij ons daarbij op collectieve afspraken?” Met deze en andere vragen bevraagd zij de kunstenaars. En beschrijft in eigen woorden wat ze ziet, opmerkt en aanvoelt in de schilderijen die ze in de verschillende ateliers ziet.
Vierspanning, het boek, geeft een nagenoeg compleet beeld van leven en werken van de vier kunstenaars. Schilders die “op hun eigen wijze schilderkunstige middelen en trucs inzetten om het platte vlak open te breken en ruimte te creëren voor hun visies en verhalen”. En Tilroe gaat verder, en ik citeer haar met genoegen. “We weten heel goed dat de zonsondergangen van Eddy Sikma, de desperate mensfiguren van Henk Krist, de grijnzende mutanten van Horst Dijkstra en de heerlijke tuinen van Anne Feddema gewoon verf op doek zijn en alleen in ons hoofd bestaan. Het zijn illusies, maar daarmee niet onschuldig. Ze bewerkstelligen immers telkens weer dat we bereid zijn om met die illusies mee te gaan.”
Tumblr media
Op mijn manier mocht ik ook eens meegaan met de illusies van Krist, Dijkstra en Feddema. Het landschap van Sikma was voor mij een droombeeld, een visioen achter mijn oogleden als ik deze tot spleetjes toeknijp wanneer ik langs de velden ga of op de boot naar een eiland sta. Ik kende zijn kleurig geblokte havens van de galerie en het museum, van het bestaan van deze in het boek opgenomen expressieve wadlandschappen, vennetjes en slenken had ik geen weet. Ik kan me erin verliezen, verdwalen, erin opgaan.
Met een mate van naïef aandoende bewogenheid penseelt schilder Henk Krist zijn werken. Mensfiguren bevolken een figuratief abstracte realiteit. Ik zag hulpeloze blikken in “Wat te doen op aarde”, in 2009. Het was toen een aanklacht tegen het uitzichtloze zijn van de wereld, dacht ik. In de blik schuilt het verhaal, dat wordt onderstreept door de handeling en het gebaar. Het zijn veel muzikanten die een plek in de eeuwigheid van Krist krijgen. En muziek is toch overwegend een bezigheid om je blij bij te voelen. De musici van Krist spelen alle de blues en gaan duidelijk gebukt onder die melancholie in driekwartsmaat. Een bezieling in mineur en daarmee prachtig in verf uitgevoerd. De geportretteerde mensen staren gelaten voor zich uit, de blikken staan op oneindig, de beweging is stil gezet. Het figuur is figurant in de opvoering van het toneelstuk dat leven heet. Het leven is in de ogen van Krist theater, waarbij achtergronden niet anders zijn dan toneelkleden en decorstukken. Wat te doen op aarde, speel het spel en vermaak de wereld. Maar het vermaak is dat van de pierrot, ernstig en met de traan nader dan de lach.
Tumblr media
In het “Selskykje” liet Horst Dijkstra zichzelf aan mij zien. Niet fysiek of tastbaar in beeld, maar tussen de verfstreken door kon ik zijn wezen herkennen. Ik schrijf augustus 2020. In het werk las ik het verhaal dat hij in de kunst niet wil vertellen. Zijn kunst heeft geen boodschap. Het is er en wil er zijn, het is goed wanneer de maker er tevreden over is. Het is een zoektocht, want het beeld is niet meteen voor ogen zoals het in de geest gezien is. Het schildersvak is een avontuur. De historie blijft in lagen in het schilderij aanwezig, is gearchiveerd. Want totdat het juiste beeld is ontstaan gaan er diverse aan vooraf, wordt het kunstje alsmaar over gedaan. Ieder paneel heeft een eigen verhaal, want Dijkstra is wel een verteller. Een verhalenverteller zonder boodschap. Hij stoeit met menselijke emoties en relaties, bekijkt de wereld met een grote dosis humor. Relativeert de werkelijkheid, een glimlach kan ik niet onderdrukken. Zijn naïeve manier om abstractie in het realisme te brengen is grillig en bij tijd en wijle potsierlijk.
Tumblr media
Meerdere malen wandelde ik mee met Anne Feddema. Hij is een kundig schilder schreef ik in 2016, maar had daarvoor al verschillende keren kennis gemaakt met zijn werk. In “eden en daarbuiten” zag ik hem terug liggend in het hoge gras, fluitend naar de flora en de fauna in eigen tuin. Die schoonheid zet hij op in expressief prachtige platen. Feddema is geen bioloog, hij determineert de planten in zijn tuin niet en noemt ze nergens bij name. De juiste weergave van de begroeiing van zijn hof doet er niet toe, wel belangrijk is het gevoel dat hij bij het onderwerp heeft. In de verscheidenheid van het terrein dient zich altijd wel ergens een vondst aan, een detail dat liever onopgemerkt was gebleven. Met een breed gebaar op groot formaat, maar in getoonde kleinere werken overtreft hij zichzelf. Daarmee is hij terug bij af, in dat handwerk terecht gekomen waar hij goed in is. Gewoon schilderen – doek op de ezel, palet aangemaakt, inspiratie en verven – heel normaal.
Tumblr media
Vijf jaar later neemt Feddema mij aan de hand mee door zijn wereld. Ik voel me, zolang ik de composities mag bekijken, zijn hond aan de riem die met hem meegaat op tocht. Al wandelend beleeft hij de vorm, het ritme en de kleur in de omgeving. In “kuierljocht” droomt Feddema zich de wereld nadat het is gezien. Feddema beeldt zich in een hoek of aan de rand van de beeltenis af als wandelaar met hond, de pet op, of als schilder, achter de ezel of tekentafel. Als een persoonlijke handtekening onder het werk. Maar het draait niet om de man met hond of de man achter ezel, het is het moment van gaan. Gaan lang ’s Heeren wegen, als eenzame monnik in stilte genietend van de natuur. De details worden opgemerkt wanneer je aldus contemplatief door de wereld gaat. Je ogen de kost geeft. De blik van Feddema vreet de omgeving. Kauwt en herkauwt het om een aangenaam beeld uit te spuwen. Het beeld is niet altijd zo gezien, maar wordt gevormd door de indruk die de kunstenaar er op het moment en later bij uitwerking ervan heeft. ‘De paden op, de lanen in, vooruit met flinke pas, met stralend oog en blijde zin.’ Deze beginregels van een bekend oubollig marsliedje komt in mijn gedachten klinken bij die kleurige beeltenissen van Anne Feddema. Hij ervaart een wereld op zijn wandelingen en maakt mij op een vrolijke manier daarvan deelgenoot.
De vier mannen toonden recente werken in Obe, het podium voor literatuur, kunst en taal in Leeuwarden. Het boek “Vierspanning” is daarvan de catalogus. In de loop van dit jaar zullen deze schilderijen in combinatie met werken van nieuw Noordelijk talent te zien zijn in Afslag BLV, de dependance van Museum Belvédère in Heerenveen.
Vierspanning, vier Friese schilders: Horst Dijkstra, Anne Feddema, Henk Krist, Eddy Sikma. Uitgeverij Louise in samenwerking met Tresoar, 2022.
https://www.tresoar.nl/bezoeken/tentoonstellingen/geweest/vierspanning
0 notes
kayverhagenig-blog · 6 years
Text
Tragische held Twee vrouwen
Lara had een passende deugd. Ze bezocht haar moeder in het tehuis en gaf veel om de mensen om haar heen. Zo wekt het ook veel sympathie op als er allemaal nare dingen gebeuren waar zij geen invloed op heeft. Zoals het overlijden van haar vader of toen haar liefde haar opeens verliet. 
 Lara Tinhuizen, de hoofdpersoon in dit boek, is een dood normale vrouw. Ze heeft een doorsnee leven waar niks merkwaardigs gebeurd. Zo is ze vanaf haar drieëntwintigste getrouwd met Alfred Boeken, een kunstcriticus. Haar huwelijk was kinderloos na zeven jaar en ging niet de goede kant op. Zonder kinderen is een huwelijk een stuk makkelijker te beëindigen. Ze koos er daarom ook voor om te scheiden van hem. Na haar scheiding verandert haar leven drastisch.
Lara had een passende deugd. Ze bezocht haar moeder in het tehuis en gaf veel om de mensen om haar heen. Zo wekt het ook veel sympathie op als er allemaal nare dingen gebeuren waar zij geen invloed op heeft. Zoals het overlijden van haar vader of toen haar liefde haar opeens verliet.
Lara had een passende deugd. Ze bezocht haar moeder in het tehuis en gaf veel om de mensen om haar heen. Zo wekt het ook veel sympathie op als er allemaal nare dingen gebeuren waar zij geen invloed op heeft. Zoals het overlijden van haar vader of toen haar liefde haar opeens verliet.
Twee vrouwen is een klassiek voorbeeld vaan een tragische held waar duidelijke vormen van hamartia, catharsis en een deus ex machina in voorkomen. Het forceren van een gesprek tussen Sylvia en Alfred heeft een slecht einde, iets waar Lara altijd spijt van gaat krijgen. Het verhaal heeft een donker slot wat de lezer een vorm van ‘emotionele zuivering’ geeft. De deus ex machina doet zich voor als het moraal van het toneelstuk dat ze bezocht hadden.
0 notes
ftnbooks-blog · 7 years
Text
http://www.benoithermans.nl
Starting this blog with the internet address of Benoit Hermans for those among you who do not know his work. Hermans exhibited on multiple occassions in the Bonnefanten museum , but it took some years and Rudi Fuchs to present his art in Amsterdam. It was in the late nineties that he first received an exhibition in Amsterdam at gallery van Dieten and participated in the Stedelijk exhibitions ON THIN ICE and UP TO NOW. Benoit’s his art is fascinating. He combines every day persons /objects into collages making them feel strange and surreal.
OLYMPUS DIGITAL CAMERA
OLYMPUS DIGITAL CAMERA
The titles above are available at www.ftn-books.com
On Hermans his site a story ( in dutch) is published titled “doubting Donald”
Doubting Donald
in 2004 door Benoît Hermans
Een kopietje van Lichtenstein’s schilderij ¨I’VE HOOKED A BIG ONE¨ circuleerde al enige tijd in mijn atelier. Het fascineerde me vanwege de manier waarop Lichtenstein erin geslaagd was het typische Disney-idioom om te zetten in een goed lopend schilderij. Want in tegenstelling daarmee verzetten Disney’s tekeningen zich letterlijk nergens tegen de regels van het alledaagse zien. Ze sluiten zo direct mogelijk aan bij het meest voor de hand liggende, gaan altijd moeiteloos op in die allesverzengende brij van altijd geldende kijkgewoontes. Zo komt er in zijn tekeningen nooit een vorm voor die raadselachtig blijft. Altijd gaat het ene lusvormige onderdeel vloeiend over in het andere. De hele wereld is gereduceerd tot soepel in elkaar grijpende verzameling van krullen en cirkels – of het daarbij nu gaat om de snavel van Donald Duck, de kraag van zijn zeemansjasje of zijn veel te dikke eendenpoten. Zelfs de tekstballon wordt op die manier helemaal een met degene die hem uitspreekt. Dat maakt het nogal moeilijk om daar een goed schilderij van te maken. Ik vond het deste frappanter dat het Lichtenstein toch was gelukt.
Op een gegeven moment kwam dat fragment in de buurt van een reproductie van Caravaggio’s “Ongelovige Thomas” terecht en meteen viel me op hoe goed Donalds verwondering over zijn visvangst (dat is eigenlijk de vangst van zichzelf, want het haakje is in zijn eigen staart terecht gekomen) plotseling leek samen te vallen met de ontzetting waarmee Thomas Christus’ wond inspecteert. In de eerste plaats door het formaat van Donalds ogen, die daarom alleen al niet zozeer naar de wond als wel dwars door Jezus heen lijken te kijken. Het lijkt wel of ze zijn lichaam nog ’s extra doorboren met hun blik. Maar zeker ook doordat het krullende van Disney’s stijl de welving van de wond als het ware versterkt.
Bovendien realiseerde ik me tegelijkertijd hoe een drietal vormen van iconoclasme – twee oudere en een meer recente – op deze manier in één enkel beeld samenvielen. Die twee eerste vormen zaten al min of meer besloten in het schilderij van Caravaggio zelf. Die laatste werd door Donald Ducks aanwezigheid daaraan toegevoegd.
Wat ik bedoel is het volgende. Caravaggio’s versie van ´De ongelovige Thomas´ is op zichzelf een iconodulisch manifest in het kwadraat. Het drijft volgens mij namelijk hét centrale argument, dat de verdedigers van het beeld tegen zijn tegenstanders inbrachten, volledig op de spits. De tegenstanders van het beeld wezen er namelijk in eerste instantie op, dat het goddelijke als zodanig niet is af te beelden en dat dus elke poging het wel te doen uitloopt op blasfemie. Elke poging God in een beeld te vangen zou een daad van heiligschennis zijn.
Ter verdediging van het beeld wezen de iconodulen er vervolgens op dat het toch ook God zelf was, die besloten had zijn eigen zoon deel te laten nemen aan deze ‘goddeloze’ werkelijkheid van het ondermaanse. Waarom zou dan een andere verschijningsvorm, of liever: een andere vorm van incarnatie, daar dan geen getuigenis van mogen afleggen? De iconodulen wezen met andere woorden op de in hun ogen essentiële overeenkomst tussen de dubbele natuur van Christus en die van het beeld. Beiden namen gelijktijdig deel aan zowel de goddelijke als de wereldse dingen.
Nu speelde zich deze strijd tussen voor- en tegenstanders van het beeld af in de achtste en negende eeuw na Chr., dat wil zeggen meer dan achthonderd jaar, voordat Caravaggio zijn versie van de ongelovige Thomas schilderde. In de tussenliggende eeuwen was de houding van de kerk ten aanzien van het beeld totaal veranderd. Inmiddels was de schilderkunst al uitgegroeid tot een volkomen geaccepteerd propagandamiddel van de kerk en om die reden een belangrijk wapen geworden in de strijd tegen een geheel nieuw soort iconoclasme, dat van de protestanten.
Dat Caravaggio voor de kerk werkte ten tijde van de contra-reformatie, komt in zijn werk heel duidelijk tot uitdrukking. In de eerste plaats is daar de monumentaliteit en eenvoud van zijn composities. Hiermee kwam hij de voorstanders van de reformatie in zekere zin tegemoet. Want de eenvoud was uitdrukking van zijn verlangen terug te willen gaan naar de bron, dat wil zeggen te komen tot een zo direct mogelijk contact met datgene waar het in de bijbel om ging. Caravaggio deed er alles aan de toeschouwer ervan te doordringen, dat hij als het ware direct getuige was van datgene wat zich meer dan 1600 jaar geleden ooit had afgespeeld en dat hij zich daarop moest concentreren en niet op ingewikkelde, theologische toevoegingen van later datum. Ook een aantal andere, hele karakteristieke kenmerken van zijn werk zijn hierop terug te voeren. Zo gebruikte hij vaak als model hele volkse types, die in niets leken op de idealiserende kunst van de voorafgaande generaties. Een overdreven realistische weergave van handen of gezichten wijzen in die richting, maar vooral dus een uitgekiend gebruik van het door hem uitgevonden clair-obscur.
Gezien de achtergrond van het iconodulisch argument zou je kunnen zeggen dat Caravaggio op deze manier in zijn strijd tegen het tweede soort iconoclasme het inhoudelijke argument van het eerste radicaal versterkt. Want naarmate hij erin slaagde Jezus en zijn wond realistischer te schilderen, versterkt hij impliciet het iconodulische argument, dat uitgaat van de radicale overeenkomst tussen de goddelijke vlezigheid van Jezus én het materiële van het beeld.
In mijn eigen versie komt er dan nog een derde iconoclastisch gezichtspunt bij, dat te maken heeft met de reden waarom Lichtenstein in de jaren ’60 de hengelende Donald schilderde. Dat hing namelijk samen met een zoveelste beeldverbod, deze keer uitgevaardigd door een lid van de kunstgemeenschap zelf, namelijk de Amerikaanse kunstcriticus Clement Greenberg.
Voor de zoveelste keer is de houding ten aanzien van het beeld weer veranderd. Inmiddels heeft de zichzelf serieus nemende kunst de beschermende en beeldbepalende ruimte van de kerk al meer dan twee, drie eeuwen verlaten en is in staat gebleken geheel aan haarzelf gewijde ruimtes in het leven te roepen. En Greenberg wil nu dat de schilderkunst ook nog de laatste stap zet op weg naar de absolute autonomie; met het opgeven van de christelijke iconografie als leidraad heeft deze kunst volgens hem inmiddels ook de afbeeldende functie als zodanig verloren. Dus eist Greenberg de afschaffing van de figuratie als zodanig. Volgens hem heeft deze een optimale ontwikkeling van de kunst sinds eeuwen in de weg gestaan en kan de kunst alleen maar haar ware bestemming bereiken, als kunstenaars zich nog uitsluitend bezighouden met een onderzoek van het schilderij als plat vlak. En Lichtenstein’s schilderij van Donald Duck was op dat moment een bewuste stellingname tegen dit Greenbergiaanse (niet beeld- maar) afbeeldverbod. Lichtenstein heeft Donald Duck hier eigenlijk gebruikt om de schilderkunst te refigureren.
Tegen de achtergrond van deze derde laatste vorm van iconoclasme zou je nu kunnen zeggen dat de ongelovige Donald in dit schilderij namens Thomas en de ongelovige Clement een dubbel onderzoek verricht. Ten eerste naar de echtheid van Christus’wond en ten tweede naar de echtheid van het geschilderde. En in de visie van Greenberg betekent dat eigenlijk dan weer ten faveure van de afschaffing van de figuratie. En zo te zien vindt ie dat maar wat leuk. Want een en ander gaat gepaard met een enorme vondst: ´I’ve hooked a big one´. En die BIG ONE temidden van al dat iconoclastisch geweld, dat is hij natuurlijk zelf.
© 2017 Benoît Hermans · Alle rechten voorbehouden
BENOÎT HERMANS ( 1963 ) www.benoithermans.nl Starting this blog with the internet address of Benoit Hermans for those among you who do not know his work.
0 notes