Tumgik
#pluisje
xxlisagamerxx · 7 months
Text
Tumblr media Tumblr media
Finished making De 3 Biggetjes stickers!! I'm really happy with how they turned out :). You can find them on my Etsy!
53 notes · View notes
xxlisak3xx · 7 months
Text
Tumblr media Tumblr media Tumblr media
We eten konijn! Yeah!
15 notes · View notes
bittersoet · 2 months
Text
Tumblr media Tumblr media
5 notes · View notes
lxndonorris · 8 months
Text
F1/F2/FE/Indycar masterlist #1
Tumblr media
Masterlist part two x
Arthur Leclerc:
keep you warm (F)
Callum Ilott:
racy in red (S)
Charles Leclerc:
good luck kiss (S)
sleep talking (S)
lucky charm (S)
buttons (S)
adoration (S)
dirty talk (S)
suit fitting (S)
special kind of piano (S)
back in the saddle (S)
cool down (S)
one last time (S)
wearing his clothes (S)
new season, new suit (S) SFS24
Dan Ticktum:
chocolate (S)
lick love LEC (F)
heated times (S)
bad bitch (S)
Daniel Ricciardo:
touchy badger (S)
thirsty badger (S)
isn’t it lovely? (F)
step by step (S)
skinny jeans stay on (S)
birthday boy (S)
suit fitting the honey badger (S)
badger work out (S)
the racing bull (S) SFS24
Felipe Drugovich:
sunday flex (S)
seized moments (S)
Max Verstappen:
releasing some steam (S)
midnight tease (S)
breathe out sorrow (A)
lederhosen (S)
bull ride (S)
pluisje (F)
nothing’s like being first (S)
competition (S)
streamer max (S)
back inside the cockpit (S) SFS24
sleeping naked (S)
such a tease (S)
Pierre Gasly:
hold me close (S)
cravings in bed (S)
those damn fireproofs (S)
kinky pear (S)
his shirt (S)
comfort (F)
Ships:
Dando:
Enchanté (S)
tender touch (S)
Maxiel:
love is weird (F)
blindfolded (S)
Lestappen:
hard tires (S)
medium tires (S)
that smirk (S)
racing hearts (S)
Piarles:
all dressed up (S)
288 notes · View notes
copyrightcreep · 8 months
Note
All of them for the ask game if you want to asdjklgf /nf
yes sirrrr
📷 What’s set as your phone’s lockscreen? an art of venom and Carnage, my faves.
🍫 Cheese or chocolate? CHEESE
✨ Do you have any nicknames? a couple, Dromules/Drommie, Pluisje, Leonidas, Leonneke, Lionel Messy. and of course, 22.
🎵 Last song you listened to? i hate myself by Citizen Soldier
✏️ Have you ever written fanfiction? yes.... no i'm not sharing it.
😏 Are you on discord? i have 5 different discord accounts so yeah. i'm on discord.
 💛 Do you have any piercings? nope, but i wanna get some
🐰 What do you think says the most about a person? their (bed)-room. a lot can be found in it :)
🍪 If you were a cookie, what kind would you be? chocolite chip!
🐶 Are you more of a dog person or a cat person? cat :P, i like dogs. but not more then cats
🎧 Headphones or earbuds? headphones all the way
🌼 What’s the last thing you said out loud? oke, is goed. dank je wel (okay, is good, thank you.)
🙃 What’s a weird fact that you know? i know several ways to hide a body and/or dissolve bones. as well as how to make a death look like an accident. an how you can poison someone without them knowing.
🦉 Are you a morning person or a night owl? bit of both. depends on the day/night
🧸 Favorite place to nap? cars, bit of sun/warmth + the motions of the car driving and i'm out.
🏳️‍🌈 Are you a member of the LGBTQIA+ community? yis sirrrrrr
🦋 Describe yourself in three words. loud, emotional, caring
👖 Jeans or sweatpants? sweatpants
🥤 What’s your go-to Starbucks order? don't go there :P
🧡 A color you can’t stand? uhhhh, puke green
💎 What’s your most prized possession? i would say my laptop. but at this moment it's a couple of my mom's shirts and some of her clothes.
☕ Coffee or tea? tea, though i drink coffee as well.
🦖 Favorite extinct animal? pternadons
🌙 How long have you been on tumblr? too long- since 2018, 2017 maybe?
🌴 Desert island item? blanket
🐸 Describe your aesthetic. teenage boy who just got permission to dress himself
🔮 What’s your dream job? i don't really know yet :P. i would love to be an astronaut
💙 Relationship status? single af, and happy too tbh
🌿 Describe your favorite outfit. red/black/white socks with optical illusion squares, white and orange shoes. yellow coca-cola shirt. red shorts and an black venom baseball cap.
🎤 Is there a song you know all the lyrics to? multiple, yes. but a few i'll mentions is under the knife, brittle, theatre, nerves by icon for hire
🤎 What color is your hair? pink!!
💌 Do you talk to yourself? a lot haha
💄 Do you wear makeup? nope
🌸 Best compliment you ever received? about that they like the color of my hair. it's something i'm proud of cause i do it myself and it's a reflection of me :)
💞 @ your favorite blog. can't pick 1 so: @feliksvg | @somerandomdudelmao |
7 notes · View notes
danawinter · 5 months
Text
de ultieme callback/reference zou wel zijn dat pluisje tijdens de carnavalsscène verkleed is als mega mindy
3 notes · View notes
studiodewinkel · 16 days
Text
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
----------Magisch 'paardebloem' lampje.
Een lichtsculptuur! Echte pluisjes van de paardebloem zijn met de hand 1 voor 1 geplakt op een ledlampje. Heel arbeidsintensief! Op een steeltje met blaadjes van koper gloeit dit sprookjesachtige ontwerp. Mooie combinatie van techniek en natuur. Werkt simpel op de bijgeleverde oplaadbare batterij. Ontworpen door ontwerpster Lonneke Gordijn van studio Drift.
*Check voor prijs & meer info onze webshop ---> https://www.studiodewinkel.nl/studio-drift/
----------Magical 'dandelion' light.
A light sculpture! Real dandelion fluff is hand-sticked one by one onto an LED light. Very labor intensive! This fairytale design glows on a stem with copper leaves. Beautiful combination of technology and nature. Works simply on the included rechargeable battery. Designed by designer Lonneke Gordijn from studio Drift.
*Check our webshop for price & more information ---> https://www.studiodewinkel.com/wonen/?_globalsearch=dandelight
#dutchart #dutchdesign #studiodrift #magical #dandelions #dandelionart #nature #technologie #madeinholland
0 notes
Text
Weekend! De zaterdag begonnen met wat later uit bed te komen. Na de crackers ging ik rond 10.30 boodschappen doen. Eerst bloemen halen voor Frank en Ditte waar we morgen gaan eten en daarna de weekend boodschappen. Bij de kiosk voelde ik dat ik weer eens last van mijn darmen kreeg. Geleerd van de voorgaande keren nu maar meteen na het kopen van de bloemen terug naar huis. Ik rij naar huis, pak de bloemen en toen toch net te laat 😩 de bloemen had ik niet moeten pakken.
Verschoond en omgekleed en toen door naar Appie voor de boodschappen. Na terugkomst een kiwi gold gegeten en daarna meteen door om Marcel bij de sneltram af te zetten. Die gaat van daaruit naar darten bij Pim in Buitenveldert. Ik rij door naar mam, die heeft nog een bericht in mijn Amstelland staan over het weghalen van de huidkanker as maandag, en dat moet geopend worden met de Digid app. Ik neem meteen de 2 bedlampjes en de wekker mee die ze besteld heeft. Ook heeft ze een trui met pluisjes dus de elektronische pluizenverwijderaar gaat ook mee. Ik had moeite met het vinden van de opening voor de batterijen maar gelukkig was mam goed bij de pinken en die had het zo voorelkaar 😅
Ik ben een goed uur gebleven. Ook nog haar nekkie uitgeschoren. Helaas heb ik het scheerapparaat in de doos gedaan die ik had meegenomen dus die ligt nu in Uithoorn (dan weet je dat mam 😉). Die moet Marcel maandag maar weer meenemen.
Na mam nog even naar AH in Bovenkerk en door naar huis. Twee pakketjes klaargemaakt en de quinoa met appel salade gegeten.
Tumblr media
De salade vond ik niet geweldig dus dat is geen blijvertje. Na de late lunch (at pas om 14.30) een halfuurtje op de loopband. Ondertussen Netflix kijkend gaat het lopen op de loopband mij prima af.
Rond 16 uur mijn kwark gegeten, pakketjes weggebracht en nog wat Netflix gekeken.
Om 18.30 maar weer eens 400 gr groenten in de wok gedaan en een Duits biefstukje gebakken. Beetje kerrie en sambal erbij en dan vind ik het prima te eten.
Tumblr media
Cappuccino gemaakt als toetje maar die is niet goed gelukt. Marcel is duidelijk de cappuccino champ.
Om 20 uur de hele mini serie One day afgekeken en om 20.30 was Marcel weer thuis. Nog even een weekend afgesproken met Mike en Natas waarop Ivy en Ryan bij ons kunnen logeren zodat papa en mama er even op uit kunnen.
Vanavond maar niet al te laat naar bed want morgenochtend moeten we om 10.30 bij De Hermitage in Amsterdam zijn. Ik was het even vergeten maar we hebben kaartjes van de vriendenloterij gekregen dus we gaan toch maar even.
0 notes
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
The Pereira-Crabtree family: Pluisje's death
He died... in Rudy's ghost
0 notes
simoneatelier300c · 6 months
Text
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Het verzoek van Jan & Jolande aan mij of ik een schilderijtje voor hun nieuwe huis wilde maken, werd een geweldig blij cadeau!
Wat hangen de witte pluisjes daar mooi tussen kunst en curiosa.
1 note · View note
zielsvlucht · 8 months
Text
De Tuinen
Deel 1 - 11 minuten leestijd - deel 1 van 4
Er was eens een groot dal dat ergens ver weg verscholen lag tussen de plooien van de kosmos. Een groene vallei onder een zachte, warme zon en omringd door bergen met hellingen vol bossen en klaterende stroompjes. Bloemenvelden strekten zich uit over het glooiende landschap als eindeloze tuinen. Daar vlogen de vlinders in cirkels achter elkaar aan, over tjirpende sprinkhanen en kleurrijke kevers in het gras. In de bossen waaiden glinsterende spinnendraden in de wind en kropen zoemende bijen over de boomstammen bij hun nesten. Libellen sputterden boven de golvende oevertjes van ondiepe plassen en zwermen van mugjes zweefden in de schaduwen van elke boom. Rupsen kropen over bladeren, of langs mos. Overal onthulde het zonlicht dauw in het gras en pluisjes in de lucht. Dat zonlicht was er altijd want de tuinen kenden enkel lente en zomer en het werd er nooit nacht.
Maar er was bijna niemand. In de tuinen werd niet gewoond, al staken er hier en daar de torens van forten boven het groen uit. Op zeldzame plaatsen liepen er paden, vergezeld door witte standbeelden van prinsen, prinsessen en fabeldieren.
Kleine Amia liep over één van die paden haar oudere broer achterna. Ze liep op blote voeten, tot ze moe werd. Uitgeput, stopte ze even om tegen een bloemstengel te steunen.
“Wacht! Ik kan niet volgen!” riep ze.
Sorre liep verderop en riep naar achteren: “Maar we zijn er net!”
Haar broer rende naar een grote steen die in het veld lag, en in één sprong vloog hij naar de top van de steen. Amia hijgde en bleef staan. Ze keek naar de bloemen naast het pad. Even dacht ze dat ze een insect zag tussen de grassprieten. Amia had niet graag insecten. Ze rende snel verder. Toen ze bij de steen was sprong ze haar broer achterna, maar ze vloog niet zoals Sorre. Ze gooide zichzelf klungelig tegen de wand van de steen en bleef daar dan liggen.
“Ah!” riep ze. En tranen schoten in haar ogen.
“Niet huilen!” zei Sorre bang vanop de steen. Hij wou niet dat hun moeder kwam.
Amia bleef sterk en huilde niet.
“Klim omhoog!” zei Sorre.
Amia nam een paar keer diep adem en klauterde dan de steen op. Het maakte wat vegen op haar jurk, maar al snel was ze tot bij haar broer geklommen.
“Wat wou je me tonen?” vroeg Amia hijgend.
“Iets dat ik geleerd heb.” zei Sorre.
Hij wees naar een doornplant die tegen de steen groeide. Er was een grote knop van de plant recht boven hen.
“Let op!” zei hij.
Hij hield zijn hand voor zich uit en concentreerde zich op de knop. Hij fluisterde iets. Het klonk als een liedje. Eerst gebeurde er niets en Amia vroeg: “Wat doe je?”
Dan begon de plant te bewegen. De knop groeide en ging langzaam open. Het was een bloem, een grote roos. Amia keek vol bewondering naar de verschillende bloemblaadjes die één voor één openden, als een geurige rode mandala.
“Wouw!” zei ze.
Sorre stopte en grijnsde naar haar.
“Gaaf hè?” zei hij.
“Ja!” zei Amia. “Zo mooi!”
“Ja dat vind je mooi hè? Het is jouw bloem. Ik zal de knechten vragen hem naar huis te brengen voor jou.”
“Dat is lief!” zei Amia.
”Wil je nog iets mooi zien?” Vroeg Sorre.
Amia knikte enthousiast. Sorre glimlachte.
Hij stak zijn hand weer uit maar deze keer maakte hij er een vuist van. Hij keek de roos aan met een venijnige blik en sistte iets. Nog geen tel later schoot de bloemknop in brand. De rode blaadjes werden zwart in de vlammen. De stengel verkleurde en de smeulende knop brak af. Het viel naast hen op de steen, en stuiterde dan met veel rook naar beneden. Amia gilde. Ze keek geschrokken naar Sorre, maar Sorre gaf haar een gemene grijns.
“Oeps! Daar gaat je domme bloem!” zei hij gemeen.
Amia keerde zich om en liep weg, van de helling van de steen af.
“Nee wacht! Ik kan nog meer dingen tonen!” Zei Sorre lachend. Hij sprong haar achterna en zweefde mee naar beneden.
“Nee!” Riep Amia. Ze was zijn plagerijen grondig beu. “Sorre ga we-”
Plots schoof haar voet weg. Ze gleed uit op de helling, viel en stootte haar hoofd tegen de harde steen.
Amia werd terug wakker in het paleis. Ze lag op een gouden bank, omringt door schilderijen van wijde landschappen en standbeelden van gevleugelde ridders. Alle muren waren versierd met patronen van bloemen, sterren en kolkende melkwegen. Bewakers stonden aan de deuropeningen en Amia’s moeder zat aan het voeteinde van de bank. Ze keek Amia liefdevol aan toen ze ontwaakte.
“Hey.” zei Amia.
“Hey schat.” zei Merkure
Ze ging overeind zitten.
“Ik had een rare droom.” zei ze.
“Wat voor een droom?”
“Sorre stak een mooie bloem in brand.”
“Dat was geen droom.” zei haar moeder met een glimlach.
“Nee?”
“Nee. Je bent gevallen.”
Amia keek verward in het rond.
“Hoe ben ik hier dan geraakt?”
“De knechten hebben je gedragen.”
“Ik herinner me dat niet.”
“Soms als je je hoofd heel hard stoot, kan je vergeten wat er gebeurde.”
“Dat wist ik niet.” Zei Amia. “Heb jij dat al eens gehad?”
“Nee. Maar ik ken andere feeën die het al hebben meegemaakt.”
“Vielen ze ook van een steen?”
“Nee. Dat was op het slagveld. Hoe voel je je?”
Amia wou opstaan van de bank maar haar moeder hield haar zachtjes tegen.
“Moet ik blijven liggen?” vroeg Amia.
“Enkel als je je niet goed voelt.”
“Ik voel me prima!”
“Zeker?”
“Ja.”
“Oké. Heb je dan honger?”
“Ja.” zei Amia.
“Kom.”
Ze stonden recht en samen stapten ze door de versierde gangen van hun thuis. Een gouden paleis bovenop een bergtop in het midden van de tuinen. Door de glasramen kon Amia alles zien. De natuur, de ring van bergen die er omheen lag, en daarachter de sterren.
“Dus het was je broer die je zo op de stuipen gejaagd heeft?” vroeg Merkure.
Amia knikte.
“We dachten het wel. Hij beweerde natuurlijk onschuldig te zijn, maar vader heeft hem al preventief gestraft. Hij moet voorzichtiger zijn met jou.”
“Hij toverde.” zei Amia.
“Dat mag hij niet doen. Hij mag je niet jaloers maken.”
“Ik ben niet jaloers.” zei Amia. “Maar hij pestte me.”
“Dus jij liep weg. En viel.”
“Ja.” zei Amia.
Merkure zuchtte en zei: “Het is jouw schuld niet. Je kan je moeilijk verweren tegen zijn plagerijen als je niet kan toveren.”
“Waarom kan ik eigenlijk niet toveren?”
“Je bent speciaal schat. Iedereen heeft zijn eigen talenten, en jij hebt andere talenten dan je broer. Er zijn ook dingen die jij kan die je broer niet kan.”
“Maar alle feeën kunnen toveren.” Zei Amia. “Alle feeën behalve ik. Enkel ik heb andere talenten. Sorre zegt soms dat ik geen talenten heb. Waarom is dat?”
Haar moeder hurkte naast haar neer en met een warme glimlach zei ze:
“Sorre mag dat niet zeggen. Het is veel ingewikkelder dan hij begrijpt. Maar jullie zullen het begrijpen, jullie allebei, wanneer jullie ouder zijn.”
“Dat zeg je altijd.”
Later zaten ze met met hun tweeën aan de eettafel. Ze waren alleen, op twee bewakers na die geduldig wacht hielden aan de deur. Merkure had brood getoverd. Zelf at ze niets.
“Heb je honger?” vroeg Amia met een glimlachje.
“Nooit.” zei Merkure.
“Enkel ik.” zei Amia.
Merkure knikte. “Alle feeën kunnen eten, maar enkel jij moet eten.”
“Is dat ook omdat ik niet kan toveren?” vroeg Amia.
“Je bent heel slim.”
Maar meer zei ze niet. Amia geeuwde.
“Je moet gaan slapen als je eten op is.” zei haar moeder dan plots.
“Ik heb net op de bank gelegen!” protesteerde Amia.
“Je was bewusteloos. Je sliep niet. Veel tijd is verstreken terwijl je weg was en je moet extra rusten na zo hard te vallen.”
“Ik moet niet rusten. Er is niets gebeurd.”
“Er is wel iets gebeurd. Het was ernstig.”
“Maar ik voel niets meer.” zei Amia.
Haar moeder zei niets.
“Jullie hebben de pijn weggetoverd.” Dacht Amia dan luidop.
“We hebben je genezen. Het is allemaal goed gekomen maar het had ook kunnen mislopen als we niet op tijd waren.”
“Maar ik wil niet slapen. Sorre moet nooit slapen.” mopperde Amia koppig.
“Sorre moet nu ook op zijn kamer blijven. Hij is gestraft.”
“Maar hij slaapt niet. Hij speelt.”
Haar moeder keek haar streng aan.
“Gebruik een toverspreuk!” zei Amia geamuseerd. “Tover zodat ik wel wil slapen! Sorre zegt dat je dat kan. Toveren zodat iemand iets anders denkt.”
Merkure glimlachte, maar schudde haar hoofd. “Het leven draait niet om toveren, Amia. Je hebt veel vragen, maar zet het even uit je hoofd.”
En als bij toverslag, stopte Amia met er over na te denken. Haar gedachten dwaalden af, naar een venster in de buurt. Buiten zag ze de trappen voor het paleis die de bergtop afdaalden, tot in de tuinen.
“Waar komt de tuin vandaan?” vroeg ze.
“Dat weet je toch? Lang geleden hebben de kabouters de tuinen voor ons gemaakt.”
“En waar komen de bergen vandaan?”
“Je bent in een nieuwsgierige bui vandaag schat.” lachte Merkure. “De bergen zijn gemaakt door feeën. Niet door ons maar door andere oudere feeën. Zij maakten de grond waarop we nu lopen, en de baan van de zon.”
“De zon?”
“Nee, enkel de baan van de zon. De zon was er al maar zij hebben er voor gezorgd dat de zon nooit onder de horizon gaat. Lang lang geleden.”
“Waarom?” vroeg Amia.
“Als de zon onder de horizon gaat wordt het donker. Dan zie je niets meer.”
“Dan loop je overal tegen.” zei Amia.
“Ja.” Zei Amia’s moeder met een glimlach. “De nacht is niet voor ons.”
“Wat is er achter de bergen?” vroeg Amia dan.
Haar moeder keek mee het venster uit.
“Niets.” zei ze simpelweg.
“Niets?” vroeg Amia.
“Helemaal niets.”
“En de sterren dan?”
“De sterren zijn altijd overal om ons heen. Maar ze zijn heel heel ver. Zo ver dat je er nooit naartoe zou kunnen gaan, ook al loop je heel heel snel. Je zal er nooit geraken in nog geen duizenden jaren. Dus achter de bergen is er is niets. Duizenden jaren niets.”
“En met een tunnel? Kan je er dan geraken?”
“Ja dan wel. We kunnen sneller reizen door kosmische tunnels.”
“Papa zei dat elke ster een andere wereld is.” zei Amia.
“Op zijn minst.” zei Merkure met een knik.
“Gaan wij ooit naar een andere wereld gaan?” vroeg Amia.
“Ooit als je ouder bent zal ik je eens meenemen naar een andere wereld. Dat zal je fantastisch vinden.”
“Waarom niet nu?”
“Het is toch goed hier? In de tuinen? Hierboven in ons huis?”
“Ja.” zei Amia. “Maar ik wil weten hoe een andere wereld er uit ziet.”
“Ach. Er zijn zoveel andere werelden maar geen enkele is zo mooi als die van ons Amia. Sommige van de schilderijen die hier hangen moeten andere werelden voorstellen. Maar ze zijn nooit zo mooi als ons thuis. Er is geen betere plek in de kosmos dan hier.”
“Echt?”
“Echt.”
Amia was al weer in andere gedachten verzonken toen ze in haar slaapkledij haar kamer binnen slofte. Ze voelde een tocht en zag dat het venster open stonden. Waarschijnlijk had één van de knechten ze geopend. Amia stapte tot aan het dubbele venster en keek naar buiten, waar het nog steeds volop dag was en het altijd dag zou blijven. Aan de horizon werd de blauwe lucht dunner en kon Amia de sterren zien. Kleine fonkelende lichtpuntjes die in verre nevels dreven. Ze dacht aan alle werelden waarover ze gehoord had. Ze wou het zelf kunnen zien… Amia deed de vensters dicht en ging net haar bed in kruipen, toen ze iets hoorde. Boven haar.
Ze keek omhoog en daar zag ze het. Een reusachtig donker gedrocht hing aan het plafond met lange harige poten. Het staarde haar aan met vele doodse zielloze ogen. Twee enorme slagtanden kwamen uit de mond van het beest. Amia viel op de vloer uit schrik. Ze gilde en gilde en gilde.
Bewakers kwamen de kamer binnengestormd en zagen het monster hangen aan het plafond.
“Allemachtig! Dood het!” riep een van hen.
Er was een felle lichtflits en het monster werd geraakt. Het werd verschroeid en kwam los van het plafond. Het stortte neer op de vloer naast Amia, waar het dood bleef liggen met gekrulde poten. Ondertussen bleef Amia maar gillen. Haar moeder kwam ook de kamer binnen gelopen met een strijdgereede blik in haar ogen. Ze liep naar Amia, nam haar vast en droeg haar weg van het dode monster.
“Wat is het?!” vroeg ze aan de bewakers.
De twee mannen keken elkaar aan. Er kwam geen antwoord.
“Het is een monster!” Zei Amia al snikkend. “Met veel poten en veel ogen.”
“Een spin.” zei Amia’s vader plots vanuit de deuropening.
De bewakers gaven acht, maar de prins bleef in de hal staan.
“Wat is het dan?!” zei Merkure opnieuw.
“Een spin.” herhaalde hij.
“Komt dat van hier?”
“Oorspronkelijk komt het van Immer, zoals alle dieren in onze tuin. Maar ja. Van hier.”
“Hoe is het hier geraakt?” vroeg Merkure.
“Geklommen.” zei de vader schouderophalend. “De berg is niet zo koud bij een zomerse dag als deze en zoals veel kleine schepsels van de trollenwereld kunnen ze over wanden lopen.”
“Klein?!” piepte Amia. “Het is groter dan mijn bed!”
“Maar hoe is het door het krachtveld geraakt?!” vroeg Merkure. “Het paleis is beschermd met wel honderden spreuken tegen duistere wezens!”
“Dat klopt.” zei de vader. “Maar dit is geen duister wezen. Spinnen zijn magisch grijs. Ze hebben geen magische kwaliteiten.”
“Vidésurs, kijk dan toch naar dat ding!” riep Merkure kwaad.
Iedereen gaf het dode monster een blik. Ook Amia. Ze keek in de de acht natte ronde ogen van het harige monster en begon spontaan weer te huilen.
“Dat wezen ziet er uit als een levende moordmachine!” Zei Merkure. “Jij beweert dat het onschadelijk is?!”
“Nee. Niet onschadelijk. Het is een roofdier. Het doodt insecten en andere niet-magische dieren.”
De vader gaf Amia een vluchtige blik, onbewust.
“Als het krachtveld geen spreuk heeft tegen monsters zoals dit, dan moet er nu onmiddellijk één gemaakt worden!” zei Merkure woedend. “Ik wil nooit meer een insect, of een wat-dan-ook in de slaapkamer van mijn dochter tegenkomen! Wat doet zo’n verschrikkelijk beest ook in onze tuinen?”
“Dat zal je aan de kabouters moeten vragen. Zij hebben de tuinen gemaakt. Elk dier dat er leeft is waarschijnlijk nodig om de tuinen te onderhouden.”
“Jij zal het aan hen vragen!” riep de moeder kwaad.
“Als we er nog eentje kunnen vinden, zal ik het aan hen vragen.” zei Vidésurs met een geduldige knik. “En ik zal hen ook moeten vragen om het krachtveld aan te passen want dat is ook hun werk.”
“Kabouters! Typisch hen! Elk wild dier maar binnenlaten alsof het vrienden zijn!” Tierde Merkure met een bevende Amia in haar armen.
“Kabouters maken veel vrienden met dieren.” zei de vader met een glimlach. “Heren, ruim dit lijk op zodat mijn dochter kan gaan slapen. En speur het paleis af naar andere geleedpotigen. Doe een zoek-spreuk op grijze wezens. In dit paleis is er normaal maar ééntje.”
“Ja Prins Vidésurs!”
“Slaapwel Amia.” zei Vidésurs terwijl hij weer weg stapte.
“Slaapwel papa.” zei Amia die nog steeds geschrokken was.
Een bewaker sprak een toverspreuk uit en de dode spin verdween. Dan maakten ze beiden een buiging voor Amia’s moeder en gingen zij ook weg.
“Mama?” vroeg Amia. “Mag ik vanavond bij jou slapen?”
Merkure keek haar aan en zei. “Ja. Ik zal er voor zorgen dat er zeker geen monsters zijn. Oké?”
Lees deel 2
1 note · View note
xxlisagamerxx · 8 months
Text
Tumblr media
pluisje!🐰
28 notes · View notes
xxlisak3xx · 8 months
Text
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Pluisje! (2007)
17 notes · View notes
aminaascericworld · 8 months
Text
0 notes
felicitavoswriter · 4 years
Text
DROOMTUIN
Ik ben een stadsmeisje, dat heel graag in de natuur verblijft. Ik maak dagelijks wandelingen met mijn honden door bos, heide en verlaten natuurgebieden. Het liefst kom ik geen mens tegen, wandel ik alleen met mijn windhonden en geniet ik van de vrijheid en de stilte. Zowel mijn honden als ik hebben het nodig. Zij om lekker hun energie kwijt te kunnen raken, ik om vitamine groen op te doen en mijn batterij op te laden.
Ik woon en werk middenin het hart van Arnhem. Een stad die steeds drukker bezocht wordt en waarmee ik, als ik eerlijk ben, een haatliefde verhouding heb. De stadskern is een dorp. Iedereen kent iedereen. Het is fijn, voelt vertrouwd en ik voel me geborgen in mijn huis en directe leefomgeving. Van de andere kant wordt de stad dagelijks overspoeld door mensen die van buitenaf een dagje “leuk” komen doen en daarmee de rust in het “dorp” verstoren. Niet alleen met hun aanwezigheid, maar ook met alle rommel die ze achterlaten.
Een paar jaar geleden dacht ik de oplossing te hebben gevonden in de vorm van een volkstuin aan de bosrand van park Zypendaal. Ik liet mij inschrijven en na een jaar of zes kreeg ik een tuin aangeboden. Ik was dolenthousiast, in mijn hoofd had ik het plaatje al compleet. Ik zou er een bostuin van maken, met een huisje erin waar ik kan schrijven. Een appel- en perenboom, frambozen en bessenstruiken en voor de rest wilde ik het bos laten doorlopen in de tuin. Heerlijk! Rust, stilte en natuur binnen handbereik en een tuin grenzend aan het bos zorgt zomers voor verkoeling. Ik woon qua temperatuur in een paarse zone en een groene oase is ideaal voor de steeds warmer wordende zomers.
Mijn droom viel in duigen toen ik hoorde dat er in de tuin asbest aanwezig was. Maar al snel volgde een tweede aanbod. En wat voor een aanbod, compleet met huisje en al. Oké, het moest gedeeld worden met een medetuinder, iets minder fijn, maar niet onoverkomelijk.
Ik maakte een afspraak met de schoonvader van de oud-huurder, die mijn buurman zou worden, om de tuin te gaan bezichtigen. Ik liep ruim op tijd naar de plek waar ik mijn auto geparkeerd had, maar tot mijn grote schrik stond hij daar niet. Na twintig minuten zoeken had ik hem eindelijk op een andere locatie gevonden. Normaal gesproken geeft mijn telefoon exact aan waar mijn auto staat, maar deze keer ging die vlieger niet op. Omdat ik een paar minuten te laat voor mijn afspraak zou zijn, belde ik de man in kwestie op:
‘Met Hans.’
‘Goedemorgen, met Felicita Vos. Sorry, ik ben ietsje later dan afgesproken omdat ik mijn auto niet kon vinden, maar ik ben onderweg en over een paar minuten bij u.’Ik reed snel naar de Parkweg, parkeerde mijn auto en rende naar de desbetreffende tuin waar Hans mij stond op te wachten.
‘Je hebt zeker teveel gezopen gisteravond,’ verwelkomde hij mij allerhartelijkst. Ik keek in het gezicht van een wat oudere man met een slecht passend kunstgebit dat op en neer bewoog. Hij droeg een knalrood jack en een donkerblauwe pet op zijn kalende hoofd waar nog net wat resten van grijze pluisjes onder vandaan kropen.
‘Nee meneer, ik drink geen alcohol,’antwoordde ik beleefd. Mijn poging om hem uit te leggen hoe mijn vertraging tot stand was gekomen, interesseerde hem zogezegd geen hol. Hij nam mij met een minachtende blik van top tot teen op en liep vervolgens de vrijgekomen tuin in.
‘Prachtig! Mooi huisje ook. Ik zou graag die helft willen hebben en ga die dan afzetten voor mijn honden zodat de buren er geen last van hebben,’riep ik enthousiast.
‘Honden? Neem jij honden mee?’
‘Eh, ja. Mijn honden zijn altijd bij mij, dus ook als ik hier in de tuin ben. Nogmaals, ik wil niet dat ze bij iemand anders de tuin inlopen of op wat voor een manier dan ook overlast veroorzaken, dus ik ga de tuin afzetten.’
‘Gooi ze maar in een hok. Ergens daarachter ofzo,’ zei de man vol afschuw naar een plek in de verte gebarend.
‘Dat ga ik echt niet doen!’
‘Wij willen hier geen afscheiding. We willen het openhouden. Gooi je honden maar in het bos hierachter.’
Mijn mond viel open. Ik zag zoveel haat en afschuw in zijn ogen dat ik ongewild achteruit deinsde.
‘Ga maar liever met je honden wandelen en laat ze thuis, nog beter,’ voegde de man eraan toe.
‘Ik wandel dagelijks uren met mijn honden meneer,’ zei ik beleefd.
‘Ja, ja, dat zal wel. Nou, ik zou eerst maar eens contact opnemen met de beheerder. Die vindt het vast niet goed.’
‘Dat heb ik al gedaan en hij vindt het prima.’
De man, die mijn buurman zou worden, gaf me morrend een sleuteltje en kondigde aan dat hij via mijn tuin naar die van hem zou lopen.
‘Pas maar op,’ zei een goede vriendin van mij toen ik haar ’s avonds erover sprak. ‘Straks gooit die gek nog gif in je tuin.’
Daar had ik niet aan gedacht. Maar terugdenkend aan de haat en afschuw die van hem afdroop vond ik het een reële gedachte.
Een dag later belde Hans mij op.
‘Ik heb je de verkeerde sleutel gegeven. Kun je hem terugbrengen?’
‘Dat kan en bij deze zie ik ook van de tuin af. Ik heb gemerkt dat u er tegen bent dat ik mijn tuin wil afzetten, denkt dat ik een hondenkennel ga aanleggen en vindt dat ik mijn honden in een hok moet opsluiten. Ik voel me niet welkom en het lijkt me daarom geen goed idee om hiermee door te gaan.’
‘Dat klopt,’ beaamde hij.
Wie nu denkt dat ik het hierbij heb laten zitten, heeft het mis. Ik heb de Stichting hierover geïnformeerd en er blijken meer klachten over deze man te zijn. Toch jammer, dat je als bewoner van de binnenstad zo verlangt naar een stukje buitenleven, het vindt en dat iemand met weinig tot geen empathie én een afschuw van honden het voor je bederft. Maar ik geef mijn droom niet op. Ooit vind ik een tuin in een bos of aan een bosrand waar het goed toeven is voor mij en mijn honden en waar ik heerlijk schrijven kan.
0 notes
avetruth · 1 year
Text
Pinkeltje en Pluisje : Hafkamp, Corrie (Cornelia Jacoba Maria), 1929-
Tumblr media
Pinkeltje en Pluisje : Hafkamp, Corrie (Cornelia Jacoba Maria), 1929- https://www.avetruthbooks.com/2022/04/pinkeltje-en-pluisje-hafkamp-corrie-cornelia-jacoba-maria-1929.html?feed_id=7314
0 notes