Tumgik
#ik wil met haar praten
eeuwigestilte · 4 months
Text
mijn grootmoeder is twee weken geleden overleden en een oude vriendin van haar stuurde ons foto's van hun tijd op de normaalschool en ze ziet er gelukkiger uit dan ik haar ooit heb gezien :(
1 note · View note
madeliefkrans · 2 years
Text
ik ga in therapie, maar weet eigenlijk niet zo goed waarom. of nou ja, ik heb wel een zorgvraag, maar ik vermoed dat het zo veel breder is dan dat. ik wil meer plezier uit seks halen. waarschijnlijk raakt dat aan mijn vitaliteit, hoe ik mijn eigen wensen combineer met die van de ander. aan mijn chronische huidziekte, aan mijn vervelende seksuele ervaringen, aan mijn opvoeding. en aan mijn vriend, waarschijnlijk, want seks hebben we samen. 
0 notes
zoueriemandzijnopmars · 7 months
Text
Oké ik las gisteren dat Caroline van der Plas in het Nederlands Dagblad* had gezegd dat ze een coalitie wil met NSC, VVD en de SGP! En die laatste. Dat vind ik eng.
Mensen doen altijd maar alsof de SGP een normale christelijke partij is, maar. dat. zijn. ze. niet.
Ten eerste, ze vinden dat regeren alleen aan mannen toe zou moeten behoren, wegens de scheppingsorde. Ze waren tegen vrouwenkiesrecht in 1918 en pas in 1989(!) hebben ze de partijbeginselen zo aangepast dat “hoewel vrouwenkiesrecht strijdig is met de roeping van de vrouw, de vrouw zelf mag bepalen of ze de stembusgang in verenigen met haar geweten”. Pas sinds 2006 laten ze vrouwen überhaupt toe als lid en sinds 2013 mogen ze technisch gezien op de kieslijst staan. Maar elke keer als een vrouw dit probeert is er veel gemor binnen de partij.
Maar persoonlijk vind ik het misschien nog wel erger dat ze voor de doodstraf zijn!!! Ze zijn natuurlijk tegen abortus want ongeboren leven moet beschermd worden, maar de doodstraf is prima goed te praten!!!
Verder zijn ze natuurlijk ook tegen het homohuwelijk.
Ik vind dit niet normale opvattingen, en het idee dat ze gelegitimeerd worden door in een regering te komen vind ik erg eng en daarom deze FYI want ik denk dat veel mensen niet weten hoe extreem de SGP wel niet is. En je kan dit allemaal online vinden, mijn laatste twee punten zelfs op hun eigen website, maar niet op zondag natuurlijk want dan is de website gesloten wegens de zondagsrust.
*Het Nederlands Dagblad is een krant met een gereformeerde signatuur, het kan dus zijn dat ze ze naar de mond praat met haar opmerkingen over de SGP, maar toch.
10 notes · View notes
Text
Tumblr media
“Nou en? Ik doe toch lekker wat ik wil!!”
En dan kijkt ze op t eind ook nog brutaal de camera in! Zo van: wie maakt me wat??! Als een ‘ware’ anarchist!!! Beter nog: feminisme anno 2023 of weet ik veel wanneer dit godvergeven gedrocht(hiermee bedoel ik niet Irma!) op YouTube is gekwakt…
Dit is dus Irma, helemaal uit haar dakje bij een Frans Bauer concert! En zomaar wat gedachten die daarna bij de eigenaar van dit blog opkwamen.
Tumblr media
…En als ze met haar lijf naar rechts beweegt, gaat haar kop mee natuurlijk, en wordt Herman, die achter haar staat en haar schouder’tjes’ stevig beet heeft, heel even zichtbaar.
Herman vind het wel best allemaal. Als hij die schouders maar kan vasthouden en mee kan deinen op het gewieg van dat wijfenlijf voor hem…En dat het nou op YouTube komt, á lá!
Hij vindt t wel stoer eigenlijk, wetende dat zijn collega’s op kantoor hier nog jarenlang over zullen blijven praten…
8 notes · View notes
avoxica · 4 months
Text
i think i’ll love you forever.
the truth is, you’re too young to understand. but i will love you forever, at any point of time. because all i want is for you to be happy. with, or without me.
je hebt de prachtigste ziel dat ik ooit heb ontmoet. de dingen die ik heb geleerd sinds ik jou heb ontmoet zal ik nooit vergeten. je hebt altijd zo enorm veel voor me betekend. je zal voor altijd zo veel voor me betekenen. ik heb deze relatie zo fijn ervaren. ik heb dingen met je meegemaakt waarvan ik dacht dat ze alleen in films gebeurde. onze eerste dag samen, was de beste dag van mijn leven. de dag dat ik mijn ogen op het mooiste meisje op de planeet mocht leggen. de manier waarop je stond de manier waarop ik je aankeek. ik was zo blij om je te zien.
we liepen rond om een plekje te vinden om te zitten. wanneer we die hadden gevonden voelde het gewoon goed. de perfecte plaats voor de meest perfecte nacht. “zou ze me ook leuk vinden?”, “ben ik te raar bezig?”, “zal ik dichter bij haar zitten?”, “zal ik zeggen dat ze op mijn kleed moet zitten?”.
“wat is ze mooi”. “was het maar wat lichter, dan kon ik haar mooie ogen beter zien”. “gaat ze wel de hele nacht met me willen praten?”.
“wat is ze leuk”.
“wat lacht ze leuk”.
“ik wil haar lach voor de rest van mijn leven horen”
“ik wil de reden zijn dat ze zo lacht”
“ze is zo interessant”
“wat is het leven opeens zo mooi”
2 notes · View notes
gewoonkarin · 5 months
Text
Nou, het valt niet tegen met het plannen van van alles. Hoofd loopt nog wat over maar tussen de bedrijven door studeer ik wat en de rest van de taken lukt ook redelijk. Ik ben best tevreden.
Eigenlijk wil ik alles doen. Ik werk graag bijvoorbeeld, kan goed een dag extra werken in het weekend. Administratie vind ik ook leuk dus het penningmeester erbij doen voor de tuin trekt me nu aan, plannen alom en nog een begroting te maken voor dit jaar.
Gisteravond gezellig gewijnd in de lokale wijnbar met mijn beste vriendin. Geleerd hoe ik iemand beter in kan werken want daar ben ik slecht in. Zelf nooit echt behoefte aan gehad omdat ik liever zelf uitvogel maar zo is niet iedereen. De gouden tip heb ik nu op zak. Toch handig, zo’n vriendin die manager is geweest.
Van de week ook een afspraak ingepland met de man van Jolanda. Fijn om een middag over haar te kunnen praten. Zo stom dat ze er niet meer is. Ik kan het nog steeds niet echt bevatten.
De peettante van Paul gaat gelukkig langzaam vooruit. Positief nieuws is ook fijn.
Ik ga nog even verder met vaten legen op de tuin voor het gaat vriezen. Daarna lekker naar huis. De warmte opzoeken.
2 notes · View notes
jurjenkvanderhoek · 5 months
Text
IN DIERVERHALEN MAAKT TOON TELLEGEN FILOSOFIE OVERDENKBAAR
Tumblr media
Heb ik het nieuwe boek van Toon Tellegen gelezen, zak ik lekker onderuit in mijn fauteuil. Behaaglijk in de stof dat me welhaast omsluit zo kruip ik er in weg. Sluit mijn ogen. De tekeningen van Thé Tjong-Khing doemen voor mijn toegedekte pupillen op. Deze illustraties laten de zojuist gelezen verhalen achter mijn oogleden tot leven komen. Dan droom ik weg op de woorden en de pennenstreken. Waan ik mij dat onschuldige dier dat vol met vragen zit waarop menselijkerwijs geen antwoorden mogelijk zijn. Wat zal ik graag die eekhoorn of deze mier zijn, de olifant of het nijlpaard. Leven zonder je zorgen te maken om de grote vragen des levens. Je verwonderen om details, je afvragen wat er is daar verderop. De mammoet zal ik willen zijn die op zijn beurt de olifant wil zijn. Om gelukkig te leven in het nu en niet dat toen.
De dieren stellen elkaar vragen waar wij mensen niet opkomen, misschien nog niet aan toe zijn deze te bedenken. Die voor ons gesneden koek zijn, menen we. Omdat het onwerkelijke gedachten schijnen te zijn, niet realistisch. Niet ter zake doend, maar voor de dieren juist heel hier en nu. Oh, wat zal ik graag zo blank in het leven staan, als een onbeschreven blad. Zo zoals de dieren die in de verhalen van Tellegen kinderlijke vragen stellen. Het mensenkind heeft die onbevangenheid van deze dieren nog. Grote vragen stellen, die boven hun macht lijken te gaan. Kleine antwoorden verwachten, die de wereld en het leven tastbaar maken, begrijpelijk.
Tumblr media
Toon Tellegen maakt met zijn verhalen filosofische vraagstukken bereikbaar, begaanbaar en voelbaar. Het diepste mijmeren landt door zijn woorden eenvoudig in mijn denken. Ik doorzie aan de hand van zijn vertellingen, die welhaast voor kinderen geschreven lijken te zijn, het bestaan beter. Levensvragen die voor de kleine krekel antwoorden verdienen om het leven aan te kunnen en de wereld verstaanbaar. Wat is er achter de muur waarop eekhoorn en mier stuiten na een lange reis. Daar is niets. Ik vraag me weleens af of het heelal een einde kent. Het heel is al, het is de ganse ruimte. Maar naar menselijke maatstaven bestaat oneindig niet. Net zoals eeuwig geen optie is in het leven. En wat is daar dan na, wanneer die onmetelijke ruimte afgemeten is. Eekhoorn breekt er zijn hoofd over, terwijl de mier genoegen neemt met niets. Zoals de mol en de aardworm onder de grond op het einde van de aarde stuiten, niet meer verder kunnen graven en onverrichte zake terugkeren. Dat was zeker de fundering van een huis zal de lezer raden, want de mens wenst wel overal een passend antwoord op. Mol en worm zingen elkaar in slaap en praten nergens meer over. De muis deed een niet te geloven ontdekking: wij bestaan niet. Dus is de olifant verzonnen, die op zijn beurt ontdekt dat de toekomst een vergissing is.
In zijn boek laat Tellegen de dieren vragen stellen die ertoe doen. Vraagstukken waarmee de schrijver misschien al langer rondloopt, maar aan niemand heeft durven voorleggen nog. De kans dat hij voor gek wordt verklaart namelijk is niet gering. De mensen van nu zijn zo rationeel dat de fantasie uit haar voegen barst en vervliegt in de tijd. De werkelijkheid staat hoog in het vaandel en degene die daarvan afwijkt wordt met liefde afgeschoten. Daarom zijn het de dieren die hoger kunnen vliegen en dieper kunnen graven. Zij nemen geen blad voor de mond, maar vragen waar het opstaat. Daarom maakt Tellegen van de dieren net mensen.
Tumblr media
Foto Michael van Uden
De verhalen zijn fabels waarin de moraal tussen de regels door gelezen kan worden. In de beeldspraak wordt een abstracte waarheid duidelijk gemaakt. Want is dat niet de kern van de filosofie, je bezig houden met fundamentele vragen over het bestaan, de werkelijkheid, de rede, waarden en het verstand. De dieren spreken met elkaar na diep nagedacht te hebben. Ze bevragen elkaar om het zijn te onderzoeken, mogelijkheden te argumenteren, op hun manier logisch te denken. De dieren van Tellegen zijn vrije denkers. Naar menselijk idee is er geen logica in te ontdekken, maar de vragen zijn steekhoudend en doen er zeker toe. De schrijver geeft overigens geen duidelijk afgepaste antwoorden. De dieren denken het te weten, maar de lezer blijft veelal in het ongewisse en moet dieper in de gelaagde verhalen duiken om een waarheid te bevestigen.
In de filosofie van Toon Tellegen zweeft de waarheid niet boven de werkelijkheid. Maar kun je wel in gedachten hoog boven de realiteit vliegen om de feiten te overzien. De dieren kijken in hun onnozelheid van onder op het zijn, maar spreken er over alsof ze het van boven bekijken. Ze maken de levensvragen beschouwelijk, handzaam en laagdrempelig. Ze spreken hun ongecompliceerde gedachten aan elkaar uit om meer te weten te komen van het bestaan en het doel, de zin van het leven: waar gaan we eigenlijk heen.
De verhalen in het boek zijn niet alle nieuw. Voor mij wel. De oude verschenen in eerdere uitgaven. Tellegen vulde het aantal voor deze uitgave aan met enkele onlangs geschreven  vertellingen. De filosofische vraagstukken ontroeren in handen van dieren. Door hun onlogische logica zetten de dieren de mensen aan het denken. En soms kan ik een omfloerste lach niet onderdrukken. Die dieren zijn net mensen. Met al hun belachelijke gedachten, ideeën en standpunten. Toon Tellegen houdt ons een spiegel voor. Een lachspiegel waarin we ons zijn vervormd weerzien.
Tumblr media
Foto Martin Waalbeer
De verbeeldingen uit ons dagelijks leven projecteert Tellegen op de dieren in zijn verhalen. De eekhoorn en de mier gaan in het eerste verhaal naar de verte, de toekomst. Ze lopen urenlang door naar die verte en stuiten op een muur, kunnen niet verder. De mier klimt op de muur en ziet niets. Kijkt hij in het hiernamaals? Er zijn mensen die menen dat daar inderdaad niets is. En dan de vraag van de krekel aan de schildpad. Is hij er wel zeker van dat hij de schildpad is. Je bent wat je doet, of is dat niet het wezen van het zijn. En de mier kan alles denken. Zich alles indenken en uitdenken. Denken heeft geen geheimen. Verder doordenken dan tot oneindig. Overdenken, toedenken. Maar iemand wegdenken kan ze niet. De neushoorn en het nijlpaard, beide willen het eerst aan de beurt zijn in de winkel van de sprinkhaan. Ze voeren allerlei redenen aan om maar aan te geven dat deze voor de ander eerst aan de beurt is. “Mijn wil bestond eerder dan ik. Die hing al in de lucht toen er nog niks bestond, de hele wereld niet, de zon niet, het was nog helemaal donker en koud en stil, maar mijn wil om vandaag hier in de winkel van de sprinkhaan iets te kopen, die zweefde al rond.” Zijn wij alle niet zo kleinzielig om haantje de voorste te zijn, op de eerste rij te staan, te denken dat het nu onze beurt is.
Tumblr media
Toon Tellegen bedenkt wonderlijke dingen, filosofeert zich een punthoofd. Geeft oplossingen voor onbestaande vraagstukken. Deze zijn echter wel heel werkelijk, wanneer je er goed bij nadenkt, het overdenkt. Er peinzend induikt. Wat te denken van de verjaardag van de eendagsvlieg. Hij heeft maar één enkele dag in zijn leven, dus kan hij slechts een veruurdag vieren. Logisch toch? De krekel is zo nieuwsgierig naar hoe zijn gevoel eruitziet dat hij zich binnenste buiten keert. En wat is de waarde van de tor. Hij is iets waard. Niet helemaal niets. En schrijft het op de muur. “Dat ben ik, dacht hij. Dat moet ik nooit vergeten.” Kun je de grootte van iets afmeten. Wat is groot en wat is klein. Verjaardagen zijn klein, want duren nooit langer dan een dag. Verdriet is groot, onherbergzaam en koud en stil. Maar het kan ook klein zijn, zo weg te blazen. De struisvogel steekt zijn kop in de grond en droomt ergens anders te zijn. Wat zal ik dat graag wensen, me ergens voor afsluiten en menen op een andere plek te zijn dan daar waar ik ben en niet wil zijn.
En soms praat ik net als de eekhoorn met de dingen in mijn kamer. Vooral nadat ik dit boek van Toon Tellegen en Thé Tjong-Khing heb gelezen en bekeken. Ik leg het voor me op tafel en richt mijn woord tot het boek. Stel de vragen die de dieren elkaar stellen, het boek geeft me de antwoorden. Zoals op iedere pot een deksel past, zo sluit elk antwoord de vraag af. Misschien niet altijd even bevredigend, is het een dooddoener. Nadenkend, in de diepte overdenkend, kan ik de vraagstelling wegdenken en me het antwoord indenken. Tellegen schrijft waarheden als koeien. Thé tekent er een levendige verbeelding bij. En ik zak nog dieper weg in mijn fauteuil. Is het een foute uil?
Waar gaan we eigenlijk heen. Tekst Toon Tellegen. Illustraties Thé Tjong-Khing. Uitgave Em. Querido’s Uitgeverij, 2023.
4 notes · View notes
jogjadays · 1 year
Text
Gisteren waren we voor de tweede keer naar de tandarts geweest. De eerste keer kon Sam amper haar mond openen en had ze veel pijn. Deze keer was de pijn veel minder en kon de tandarts haar gebit bekijken. Voor nu was alles oké en heeft ze alleen speciale tandpasta meegekregen. Wel moeten we volgende maand nog even terug ter controle.
Uiteraard zijn we daar heel blij mee gezien Sam zich nu ook weer volledig op de residency zelf kan focussen. Door alle omstandigheden had ze amper tijd gehad om met de curator en andere artiest(en) te praten. Tegelijkertijd gaf de tijd die ze nodig had om te herstellen wel tijd om na te denken over wat ze zelf wil en hoe ze het wil doen.
Dus gisteren na de tandarts (waarheen we vergezeld werden door Ana en Izul), kwamen daarna direct ook Doni (curator) en Roberta (andere artiest) op bezoek. Het was goed dat dit kon plaatsvinden gezien veel mensen van Cemeti (en in Indonesië in het algemeen) de komende weken naar hun familie vertrekken voor Eid.
De lokale Thuisbezorgd heet hier GoFood en Izul besloot Chinees eten te bestellen, maar zei erbij dat het niet authentiek Chinees eten was. Dat betekende dus dat we niet veel later letterlijk aan de Foe Yong Hai zaten. Het was overigens heel lekker.
Ik had die ochtend ook nog wat fruit gehaald bij de supermarkt en verbaasde me erover dat de papaya maar 30 cent kostte. Doni vertelde toen dat hij elke dag gratis papaya's in zijn huis in Bandung heeft. Papaya's groeien namelijk consistent in tegenstelling tot bijvoorbeeld bananen. De bomen bij zijn huis geven hem zo dus meer dan genoeg papaya's.
Het probleem is alleen dat hij dicht bij de jungle woont. Dus dat de apen regelmatig uit de jungle naar zijn huis komen, de papaya's pakken en ze vervolgens op z'n dak laten vallen als bommen. Nu denkt hij er dus aan om de bomen weg te halen.
3 notes · View notes
Text
Samenvatting van mijn boek
Mijn beste lezers,
Ik zal proberen om een zo kort mogelijke samenvatting te schrijven zodat jullie een idee hebben over het boek.
Het boek bestaat uit 3 delen:
Deel 1
In deel 1 leren we te komen over Jas (de hoofdpersonage) en haar familie. Er waren in totaal 4 kinderen, 2 jongens en 2 meisjes. Ze leven samen naast een boerderij. De vader is al 3 generaties boer. Het boek begint zeer normaal, Jas wilt mee naar buiten om met haar oudere broer te gaan schaatsen, maar ze is te jong en het is koud buiten. Dus gaat haar broer Matthies alleen buiten schaatsen. Dit was natuurlijk niet een goed idee omdat hij door het ijs valt en sterft. De hele familie leidt onder deze situatie. Niemand weet hoe ze dit moeten verwerken, iedereen is in shock. Deel 1 eindigt ook met zijn begrafenis. De hele familie is daar en je kan lezen dat haar jongere zus het nog steeds niet doorheeft dat haar broer dood is.
Deel 2
Deel 2 begint precies 2 jaar na de tragedie. Dat wil zeggen dat Jas dan 12 jaar is. De hoofdstukken beginnen constant met Jas die haar moeder analyseert. Door het boek heen kan je lezen dat de moeder dunner en dunner wordt. Dat is hoe zij met rouw omgaat vertelt Jas, de vader geeft ook niet veel attentie aan zijn vrouw wat ervoor zorgt dat ze het zelf niet opmerkt. Niemand van haar familie praat met haar en omgekeerd ook. Niemand communiceert met elkaar. Hanna (haar jongere zus) is de enige waarmee ze kan praten omdat ze beide bijna even oud zijn. Ze hebben samen ook een plan bedacht dat hen naar de overkant zal brengen. De overkant is waar Matthies is en waar ze een vrolijk leven zullen leiden. Er zijn heel veel momenten in het boek dat verwijzen naar de dood van Matthies en het hoop dat hij terug zal komen. Daarnaast komt de tweede wereldoorlog ook vaak in het boek. Jas ziet altijd haar moeder met eten naar de kelder gaan. Ze denkt dus dat er Joden in de kelder schuilen, ze had daar ook op school over geleerd. Ze is toevallig ook op dezelfde dag als Hitler geboren, daarom denkt ze altijd dat ze een slecht persoon is. Het sexueledrang komt ook vaak voor in het boek, waar ze haar lichaam langzaamaan leert kennen. Samen met haar beste vriendin Belle proberen ze constant nieuwe dingen uit, dat kan je noemen als sexexperimenten. Op het einde van deel 2 komen we te weten dat alle koeien dood moeten. Ze hebben een dodelijke ziekte gekregen waardoor hun melk en vlees giftig worden. Uiteindelijk zijn ze allemaal gedood. Dit geeft natuurlijk nog een hardere klap aan de familie. Al hun inkomsten zijn zo afgenomen en ze weten ze niet hoe ze moeten overleven.
Deel 3
In deel 3 gebeurd er niet zoveel. De situatie thuis is niet verbeterd, maar ook niet verergerd. De ouders hebben nog steeds gevechten, maar het is normaal geworden. Jas en Hanna besluiten dan om nu hun Plan in actie te brengen. Ze zullen proberen om aan de overkant te geraken. De plan werkt niet uit. Ze zijn nog steeds hier. Jas probeerde haar zus in de water te gooien zodat ze ook zal verdrinken zoals haar broer en dat ze dan elkaar vinden. Hanna overleeft het en uiteindelijk komen ze achter dat dat niet de beste plan is. Aan het eind van deel 3 pleegt Jas zelf zelfmoord. Ze kan de druk niet aan, haar ouders die constant vechten, Matthies die al maar niet terugkomt, niemand waarmee ze kan praten al dat wilt ze niet meer meemaken. Zo eindigd ook het boek.
Zo dit was mijn korte samenvatting.
Veselina☺︎
2 notes · View notes
devosopmaandag · 1 year
Text
Het ontmoeten van een vreemde
Aan de westgrens van het oude China houdt een poortwachter een oude man tegen. Hij begrijpt dat de man een wijze is die uit teleurstelling niet gehoord te worden zijn land wil verlaten. De poortwachter haalt hem over om zijn ideeën op papier te zetten, voor ze verloren zullen raken. Aldus, zegt de legende, zette Lao Zi zich neer en schreef wat later de Tao Te King zou heten, een boek dat tweeduizend jaar later nog gelezen wordt. Een toevallige ontmoeting die zijn schaduw eindeloos ver vooruit wierp.
Iedereen heeft toevallige ontmoetingen, en niet zelden vinden ze een vaste plek in het geheugen als zo'n ontmoeting met een vreemde leidt tot een gesprek, soms zelfs zonder dat. Ik herinner me de Letse kunstenaar Leonards Laganovskis met wie ik een slaapcoupé deelde in de trein van Berlijn naar Riga, de naamloze Braziliaanse vrouw in de trein van Parijs naar Amsterdam, de tweedehandsboek-handelaar Bill Smith in Edinburgh, die me later boeken als cadeaus stuurde, de volkomen onverwachte ontmoeting met de opgebaarde vrouw in een lege St. Nicholas Church op het eiland Tresco.
Vriendin en galeriehouder M vroeg me of ik een mij onbekende jonge Chinese kunstenaar wilde ontvangen, gewoon voor een gesprek. Ik zei onmiddellijk ja en vroeg hem, via haar: een tekstfragment mee te nemen, een beeld (beide niet van hemzelf) en een object. Ik besloot niet zijn website te bezoeken maar de ontmoeting open tegemoet te treden. H.Z. verscheen, een elegante jongeman met lang zwart haar en een bril. Hij keek nieuwsgierig en afwachtend toen hij binnenkwam en overhandigde mij een emmertje met blauwe bessen, een geschenk dat ik zeer waardeerde. Drie uren zouden we praten, hij vooral. Het viel mij onmiddellijk op hoe rijk zijn Engels was. Zijn zware accent maakte dat ik nog aandachtiger luisterde. Zijn grootouders waren boeren, zijn ouders hadden weinig scholing gehad. De transormatie die hij doormaakte, binnen luttele jaren, is enorm. Hij stuurde zijn ouders een video van zijn allereerste performance ooit. Voor even konden zij een blik werpen in de onbereikbare wereld van hun zoon. Hun reacties waren zowel aandoenlijk als ontroerend. Zelfverwezenlijking vraagt nu eenmaal een hoge prijs, kunstenaar worden een nog hogere.
H. koos het beroemde schilderij met het bruidspaar van Chagall, zwevend hoog boven een dorpje. Het object was een gekregen klein hart van ongebakken klei met een gat erin. Ik kon aan het einde van ons gesprek die twee dingen niet anders zien dan de uitdrukking van een verlangen naar verbinding, misschien ook liefde. Voeg daarbij nog een strofe uit een gedicht van Wisława Szymborska dat hij in een Engelstalig boek over Nan Goldin vond:
…. The little soul roams among those landscapes, / dissappears, returns, draws near, moves away, / evasive and a stranger to itself, / now sure, now uncertain of its own existence, / whereas the body is and is and is / and has nowhere to go.
Na afloop bedankte hij mij voor onze ontmoeting, en ik bedankte hem.
3 notes · View notes
cindy-vandervelpen · 2 years
Text
Green green grass...
Toen ik eind juni opgewekt met de auto naar school vertrok, hoorde ik het liedje van George Ezra op de radio. Instant een happy feeling. Zomergevoel. Eind juni heb ik altijd een extra energieboost. Ik sta om 5 uur op om nog te gaan joggen voor ik naar school vertrek. Zot. Meer kan ik er zelf niet over zeggen. Maar laat ons eerlijk zijn: als de eindmeet in zicht is, kan je net dat tikkeltje extra aan. Het liedje op de radio wakkerde mijn instant zomergevoel aan. Dit wordt onze zomer. Vol etentjes, drankjes, familie, vriendschap en een fantastische reis. Gelukkig ken je de toekomst niet, want dan zou mijn energieboost er niet geweest zijn.
Vandaag begon als een moeilijke dag. Beslissingen nemen zijn moeilijk. Een bezoekje aan het kerkhof (te voet) zorgt dat ik mijn tranen even de vrije loop kan laten. En ja, een potje janken lucht op. Echt. Onderweg naar daar kwam ik een vriendin tegen. Ze zette haar auto aan de kant en wandelde nietszeggend mee. Ik kon mijn ei kwijt. Ze zag dat ik het nodig had. Even praten. Raad vragen. Over sterk moeten of willen zijn. Over tijd nemen voor mezelf. Over de juiste keuzes maken. Even naar papa. De bloemen die hun beste tijd hebben gehad, opruimen. En terug naar huis. Het luchtte op. Ik nam beslissingen en kon weer verder. Het verdriet is er en dat blijft. Het verdooft soms een beetje, het verzacht. Maar daarnaast, is het nu tijd om voor mezelf te zorgen. Zelfzorg zoals ze dat tegenwoordig noemen. Misschien wat overrated, maar toch zo broodnodig. Schrijven hoort daar ook bij. Ik wil geen klaagzang schrijven, maar schrijven lucht op. Wie wil meelezen, fijn. Dankjewel. Wie het te zwaar vindt, alle begrip.
En toch. Na een moeilijke ochtend kwam af en toe dat gouden randje piepen. De zon stak haar armen af en toe door de wolken en liet een glimp van zichzelf opvangen. Heerlijk. Samen in de zon, met mijn gezinneke, naar het kerkhof. De laatste verdorde bloemen weg en alles mooi zetten. Klein gelukje. Nooit gedacht dat ik blij zou worden van een mooi geordend graf. Maar ja, eens een autibrein... 🤷🏻‍♀️
We gingen nog even een nieuwe pennenzak kopen voor mij. De plaatselijke schoenenwinkel verkoopt prachtige, zelfgemaakte pennenzakken, portefeuilles enzovoort. Onder het motto goed begonnen is half gewonnen, moest ik toch goed uitgerust zijn voor school. De goede babbel met de verkoopster én met een klant die ik van haar noch pluim kende, deden deugd. Win win. Klein gelukje. Gouden randje💫
Van dat gouden randje gesproken. Een lieve collega gebruikte deze woorden om ons uit te nodigen voor een barbecue. Want ja, een gouden randje kunnen we altijd gebruiken. Fijn dat mijn blogs blijven hangen. 🥰
Tumblr media
We beloofden de kinderen iets te gaan drinken. Aperitieven zoals ze dat hier noemen. Een drankje en een happeke. Voor Robin en mij valt dat zeer letterlijk te nemen. Een hapjesschotel en een extra portie bitterballen, worden binnen de kortste keren verorberd door drie hongerigen. Rob en ik waren dankbaar voor de paar hapjes die overbleven. En voor de witte Martini die we voor onszelf hadden besteld🍸. Een gouden randje. 💫 Samen mogen en kunnen zijn. Dankbaar. Na het zien van hele familie met oma en opa, kwamen de tranen en dat is oké. Even gepraat en dat lucht op. Maar het doet pijn, dat wel.
Toen we daar vertrokken, beloofden we de kids om een ijsje te gaan halen bij "Johnny". Tja, als je in een boerendorp woont, gebeurt alles rond de kerktoren. Onderweg naar huis waren onze hongerigen (inderdaad, ze hadden WEER honger) aan het meezingen. Green green grass, blue blue sky... Zelfs de jongste die geen Engels kent, zong vrolijk mee. Het leek erop, de tekst. Aan hun zangtalent kan nog geschaafd worden, maar voor ons was het mooi. Zij 3, op de achterbank, vrolijk aan het zingen, dromend van hun ijsje. Een zonnestraal doorbrak de wolken en...
iemand zag dat het goed was. 💫✨️🌤
5 notes · View notes
keesdp · 2 years
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Etappe 16
We willen minstens 1 touretappe meemaken en begeven ons door de Pyrineën naar Foix. Ik wil er een dag eerder zijn, maar het blijkt toch te ver om door Andorra in 1 dag van Pals naar Foix te rijden via Gerona voor de boodschappen. Dus overnachten we in Andorra op een parkeerplaats wat ons €1.90 kost. Daarvoor kan je in Den Haag 12 minuten parkeren. Om 8 uur zijn we weer on the road. Ik weet dat ze van Carcasson naar Foix rijden met 2 bergen van de 1e catagorie, dat ze 157 km moeten, om half 12 starten en om 18:00 in Foix verwacht worden. Bij Andorra staan al borden dat vandaag de weg waar wij op rijden afgesloten zal zijn i.v.m. de tour de France. We besluiten door te rijden tot het niet meer kan en dan met de fiets verder te rijden naar de finish. 25km voor Foix staan er al overal politieagenten, maar we kunnen nog door het is nog vroeg. Bij een Mac stoppen we om naar de wc te gaan. Achter ons wordt de rotonde naar de weg afgesloten met grote rood witte plastic blokken. We hebben geen idee hoever het naar de finish is en als we het vragen aan agenten, zeggen ze allemaal ja dat is in Foix. Kunnen we daar door met de fiets? Een schouderophalen is het antwoord. Zelfs mensen die official zijn met een badge om hun nek geven geen duidelijk antwoord. Ze denken allemaal; je gaat toch zeker niet op een wegfiets helemaal naar Foix. Over al die heuvels. Nou wij wel. Onderweg heeft Yvonne ook haar bedenkingen. Ze heeft het al over dat zij daar wel zal wachten als ik na afloop de auto gaat halen. In Bompas loopt de weg flink omhoog. Her en der zitten al mensen met stoelen en parasol langs de weg in de schaduw op de renners te wachten. Als wij langskomen met onze fietstas worden we luid aangemoedigd. Er rijden geen auto's dus de hele weg is voor ons. In Merkus staan een groep ambulances aan de rechterkant van de weg. Het personeel staat midden op de weg met elkaar te praten. Téte de la cours roep ik. Oui roepen ze en gaan lachend opzij. Bij Du Pont Du Diable vraag ik aan een man in wielrennerstenue en Asterixsnor hoever het nog is naar de finish. Bonjeur monsigneur,Combien de kilometre au l'arrivee ? Moi ongeveer 3,5 zegt hij in het Frans: Troi en midi, Merci boucoup. Hij vraagt of we Engels zijn. Nee Hollandais. Ah u spreekt goed Frans zegt hij. Zijn woorden hé, Horen jullie het ook eens van een ander. Bij een rotonde  na 5 km in het plaatsje Mont Gaillard staat een poort waarop staat kilometer 92. Dat is nog 65km tot de finish. Ik snap het niet. Opeens valt het kwartje. De renners rijden hier de andere kant op naar de 2 laatste bergen voor ze naar Foix rijden. Hier komen ze twee uur eerder langs. Op de rotonde worden we tegen gehouden door een officiele official. Althans dat denken wij maar kunnen dat nergens uit opmaken. U mag niet verder fietsen, u moet gaan lopen zegt hij. Hoever is het nog naar Foix vraag ik. Ongeveer 10 km zegt hij. Moeten we dat gaan lopen?vraag ik. Nee na de rotonde gaat u rechtuit en daar mag u wel fietsen. Vanaf hier dalen we af en Yvonne weet het nu zeker, ik ga niet tegen die berg op terug zegt ze. We komen aan bij het parkoers. Sterker nog bij de laatste bocht. Een U-bocht rond een rotonde. Rechts zie ik borden staan 250m en links 150m. Links is dus de finishlijn. We zetten de fietsen bij een hek van een flat op de hoek. Een man met hond zegt dat ze daar gestolen worden. Ik laat het dikke kettingslot zien. Hij is onder de indruk. Hij belooft ook nog een oogje in het zeil te houden. We lopen naar de meet en bij het bordje nog 25 meter vind ik een lege plek bij de boarding. We staan in de schaduw van het grote politiebureau. Om ons heen staan jongens zonder deoderand, die ik maar al te goed ken van mijn werk als vrijwilliger voor de stichting Anton Constance. Mensen die in de war zijn zal ik maar zeggen. Een begeleidster staat een eindje verderop bij de mensen die haar nodig hebben. De jongens met de dikke lippen kunnen zelfstandig herrie maken en hebben geen begeleiding nodig. Ze zijn allemaal aan de dikke kant en dat geld ook voor hun brillenglazen. Achter ons lopen 2 jonge vrouwen met een sjerp om naar de meet. De jongens met de brede heupen worden gek. Ze moedigen elkaar aan om met ze op de foto te gaan. Gewillig laten de twee missen zich fotograferen met zo'n jongen zonder deo tussen hen in. De ene miss draagt een lange glimmende jurk en de andere een zeer kort broekje waarin haar 2,4 meter lange benen mooi uitkomen. En dan heb ik het nog niet eens over haar stilettohakken van een halve meter. De jongens komen niet verder dan haar middel met hun slechte kapsel. Steeds weer wordt er van grootbeeldtelefoon en jongen gewisseld. Ik zie de missen denken waar zijn we aan begonnen. We hadden in de studio moeten blijven. Het is tijd voor de tourcaravaan. De sponsers hebben jongens en meisjes ingehuurd om frisdrankjes en koekjes en petten en sleutelhangers uit te delen aan de mensen bij de finish, want op het laatst moet de caravaan, die voor de tour uitrijdt, benen maken. De antideo-jongens schreeuwen en roffelen op de boarding om de reclamehulpen te bewegen hun bakfiets stop te zetten en uit te delen. De jongens scoren dan ook enorm veel gele petjes, oranje hesjes en blikjes frisdrank. De reclamekinderen vinden het heerlijk en moedigen aan voor ze tot uitdelen overgaan, veel herrie te maken. Als ze met hun lege bakfiets naar de auto terugfietsen, worden ze door de dikke lippenjongens met luid geschreeuw en geroffel aangemoedigd als zouden zij de wedstrijd nog kunnen winnen. Daarop zetten zij dan ook een sprint in tot de finishlijn. Het is tijd voor de race. Op mijn tourapp heb ik het al een beetje kunnen volgen. De Franse presentator doet door de luidsprekers aan de overkant verslag van de rit en en waar ik sta, kan ik op de Noorse tv2 monitoren de rit zien. Oego Oel (Hugo Hoels) heeft een kleine voorsprong genomen op Micheal Jorgensen en Micheal Woods. Op de 1e afdaling zie ik Jorgensen onderuit gaan in een bocht. Hij had Hugo bijna te pakken. Op de 2e berg houdt Oego Oel zijn halve minuut voorsprong volgens de live presentator bij de streep. Wij zien de renners eerst aan de overkant voorbij komen en komen dan aan onze kant aanrijden. Hugo heeft zijn handen al in de lucht als hij ons passeert, zo dicht staan we bij de finish. Jorgensen die viel wordt toch nog 4e. Het duurt nog best lang voordat de gele trui Vinjegaard en Pocacar binnenkomen. Het algemeen klassement blijft na vandaag hetzelfde. Na een half uurtje renners die binnendruppelen, houden we het voor gezien en begeven wij ons naar de fietsen. Wij hebben fietsers kennelijk op een idee gebracht, want er staan ineens heel veel fietsen hier bij en aan het hek. Ik reken Yvonne voor dat ze moet rekenen op minstens anderhalf tot twee uur voor ik terug ben met de auto. Dat idee trekt haar niet aan en ze besluit een eindje in ieder geval mee te fietsen van de 17 km. naar de auto. We hebben wind mee en Yvonne blijkt toch geen moeite te hebben met fietsen en fietst met me mee naar de Mac waar de auto staat. We doen er precies een uur over.
2 notes · View notes
stefselfslagh · 2 years
Text
Stien den Hollander: “Ik heb de verovering van België een beetje losgelaten.”
Dit stuk verscheen op zaterdag 9 juli in Zeno, de weekendbijlage van De Morgen.
Tumblr media
Ze ging voor Nederland naar het Songfestival, bracht deze week een nieuwe single uit en staat straks op het podium van Pukkelpop. S10, bij de burgerlijke stand ook bekend als Stien den Hollander (21), rekent al zingend af met de demonen uit haar verleden. "Ik heb besloten dat mijn leven leuk zal zijn."
Wanneer ik geflankeerd door Stien den Hollander de Instroom Academy binnenloop, kan de ober van dienst zijn ogen niet geloven. "Stien", zegt hij, terwijl zijn wenkbrauwen de hoogte ingaan. Hij kijkt haar aan alsof ze een ex is die hij al jaren niet meer gezien heeft. Dan zegt hij dat hij haar tijdens het Songfestival De Diepte heeft horen zingen. En dat haar lied sindsdien weigert om zijn hoofd te verlaten. "Jouw Diepte is een oorwurm. Maar wel de mooiste oorwurm die ik ooit gehoord heb."
Nadat hij zijn wenkbrauwen opnieuw in de buurt van zijn ogen heeft gedropt, vraagt hij Stien minzaam of hij met haar op de foto mag. Ze staat het lachend, maar een beetje onwennig toe. "Ik had niet verwacht dat ik hier herkend zou worden", verklaart ze wat later haar terughoudendheid. Maar eigenlijk bedoelt ze: kan je ook een intergalactische popster worden zónder met je fans op de foto te moeten, ook al zijn ze lief?
Antwerpen heeft een cadeau voor ons: een goudomrande zomeravond. De zon denkt nog lang niet aan ondergaan, een zomerbries komt regelmatig onze gezichten strelen en de Antwerpse haven baadt in het soort licht waarmee doorgaans enkel Toscaanse bergdorpjes worden overgoten. 
We outen ons allebei als zomerzielen: mensen die zonnecrème de status van parfum toekennen en tijdens een avondlijke autorit hevig ontroerd kunnen worden door een buitenspiegel die de laatste restjes zonlicht weerkaatst. "Tijdens de zomer heb ik de hele tijd zin om in Amsterdam op een terras te zitten en bier te drinken", zegt Stien. Maar vanavond is een tafel in de mooiste refter van Antwerpen ook goed.
Met haar lange blonde haren en haar zwarte baggy kleren verschilt de Stien die voor me zit weinig van de S10 die op het Songfestivalpodium in Turijn haar hart leeg zong. Maar soms, wanneer er onverwacht een gespreksvacuüm ontstaat, zie ik een wat schuchterder Stien, nog op zoek naar de handleiding van haar bekendheid. Wanneer we over haar drukke festivalagenda praten, zegt ze dat ze het liefst 's nachts optreedt. "Als het donker is, zie je het publiek minder goed. Dat vind ik fijn. Als ik de toeschouwers te goed zie, gebeurt het dat ik denk: wat zitten jullie nou toch naar mij te kijken?" (lacht)
Vroeger dacht ze tijdens het zingen soms aan haar boodschappenlijstje. Of vroeg ze zich af of ze het strijkijzer wel uit het stopcontact had gehaald. Maar haar deelname aan het Songfestival heeft haar als artiest doen groeien, zegt ze. "Ik heb in Turijn bijna elke dag zangles gehad: ik sta vocaal sterker dan ooit. En Wende Snijders gaf me een performance training. Aan elke zin van De Diepte moest ik een beeld, een herinnering koppelen. Zo startte er in mijn hoofd een film als mijn liedje begon. En verdwaalde ik niet langer in gedachten als: 'Wie zit er allemaal in de zaal? Past mijn pak wel bij me? Zitten mijn schoenen wel lekker?'"
"Het Songfestival was bij momenten insane. Ik heb me er echt doorheen moeten lachen. Maar ik heb er ook veel van geleerd: wie ik wil zijn als artiest, hoe ik mezelf wil uitdrukken, wat ik moet doen om mijn focus te behouden. Ik heb in Turijn mijn artistieke coming of age beleefd. En toch heb ik helemaal mijn ding kunnen doen. Ik heb geen grammetje van mijn persoonlijkheid hoeven in te leveren." 
Ondanks haar prille leeftijd heeft S10 in Nederland al meer harten veroverd dan ze ooit voor mogelijk had gehouden. De Diepte werd binnen de 24 uur meer dan één miljoen keer gestreamd. En twee weken geleden bracht ze nog een uitverkochte Paradiso in extase. Om uw kennisachterstand zo vroeg mogelijk in dit stuk weg te werken: een korte, zij het niet-geautoriseerde biografie. Stien den Hollander wordt op 8 november 2000 geboren in Hoorn. Haar vader verdwijnt kort na haar geboorte uit haar leven, ze groeit op in het gezelschap van haar moeder en haar tweelingbroer. Het gros van haar jeugd brengt ze door in Abbekerk, een dorpje in Noord-Holland dat twee bezienswaardigheden claimt: een witgepleisterde Hervormde Kerk en een museum waar Westfriese oudheden tentoongesteld worden. 
Ze begint muziek te maken wanneer ze 14 is. Vier jaar later liggen er al twee ep's van haar in de Spotify-rekken: Antipsychotica (2017) en Lithium (2018), beide genoemd naar de medicijnen die ze moet slikken in de psychiatrische instelling waar ze een tijdlang verblijft. Nog eens twee jaar later kan ze aan haar discografie twee albums toevoegen: Snowsniper (2019) en Vlinders (2020). Voor Snowsniper mag ze een Edison - het Nederlandse equivalent van een MIA - in ontvangst nemen, voor Vlinders werkt ze samen met kleppers als Zwangere Guy en Ronnie Flex. Tussendoor maakt de VPRO de documentaire Storm Om Mij Heen - over haar passage in de geestelijke gezondheidszorg - en noemt de Volkskrant haar 'de meest oorspronkelijke stem van de Nederlandse hiphop'. 
Hiphop? Jawel: vóór De Diepte en Adem Je In, haar recente hits, omschreef de Nederlandse pers haar muziek als 'een mengeling van hiphop en indiepop, met kille, duistere synths en al even donkere teksten.' Woorden die u ook toen al met een kilootje zout mocht nemen: S10 dribbelt al zeven jaar net zo elegant om muziekgenres heen als Neymar Junior om verdedigers. Ga haar muziek dus vooral zelf ontdekken: op 19 augustus speelt ze op Pukkelpop, op 6 oktober in Trix in Antwerpen. Is de annexatie van België een dingetje voor haar? Of maakt ze in deze krijgszuchtige tijden liever geen territoriale aanspraken?
"Ik heb al een tijdje het gevoel dat mijn muziek in België niet echt landt. Ik heb met De Diepte wel in de Belgische hitparade gestaan, maar even goed heb ik in Antwerpen al een show moeten afgelasten omdat er maar dertien kaartjes verkocht waren. Ik heb de verovering van België dus een beetje losgelaten. Belgen houden van alternatieve muziek. Misschien vinden ze mijn vroegere nummers te onvolwassen en mijn huidige te commercieel."
Of misschien houdt de Belg van duidelijkheid en vindt hij het vervelend dat hij je niet in één muzikaal hokje kan huisvesten. "Dat zou jammer zijn, want ik zal me nooit tot één specifiek genre bekeren. Ik wil met alle soorten producers en artiesten kunnen samenwerken. Misschien maak ik ooit een album dat integraal uit piano-nummers bestaat. Of sluit ik me een tijdlang bij een Londense band aan. Er zijn nog zoveel muzikale werelden waarin ik op wandel kan gaan. Ik kijk er naar uit om die allemaal te ontdekken."
Op je veertiende speelde je je liedjes nog op gitaar, maar dat vond je 'te pussy'. Je had geen zin om de zoveelste breekbare singer-songwriter te worden? Je wilde je zieleroerselen vertalen in iets stoerders? "Ja. Ik had alleen maar een gitaar gekocht omdat dat dat ding mij de kortste weg naar het podium leek: als je wil optreden, heb je een gitaar nodig, dacht ik. Maar ik kende slechts een paar akkoorden en dus voegde ik met mijn laptop elektronische beats aan mijn nummers toe. Een pure singer-songwriter ben ik nooit geweest."
Waar gaf je je eerste concert? "In een cafeetje op Terschelling. Ik had allerlei kroegen gebeld en gezegd: ik wil graag bij jullie optreden. Tien kroegbazen hingen op, de elfde zei: kom maar. En dus trok ik met mijn gitaar en mijn laptop naar West-Terschelling. 'Showtje geven, lukt me wel', dacht ik. (lacht) Dat ik op mijn veertiende zo roekeloos was, vind ik nog steeds mooi."
Heb je die onbesuisdheid kunnen bewaren? "Ja. Ik ben voor heel veel dingen bang - naar de supermarkt gaan, de tram nemen, in een restaurant zitten - maar ik sta volkomen onbevreesd op het podium. Ik ben er ten diepste van overtuigd dat mijn muziek de moeite waard is."
Het Parool omschreef je shows als 'oud en sereen, en jong en wild tegelijk'. Dat lijkt me op het eerste gezicht ook een prima omschrijving van Stien den Hollander zélf. "Klopt: ik heb zowel een rustige als een onstuimige kant. Al neig ik de laatste tijd toch iets vaker naar baldadigheid. (lacht) Mijn carrière is best wel groot geworden. De druk en de verantwoordelijkheid die daarmee gepaard gaan, hebben een tegengewicht nodig. Onlangs smokkelde ik mijn vrienden binnen in het Amsterdamse Soho House: ik had tickets versierd voor de set van DJ Kaytranada. Nog diezelfde nacht infiltreerden we de Melkweg om de VIP-plaatsen op het hiphopfeest van een kwistige sjeik te gaan opeisen. (lacht) Ik hou ervan om met mijn vrienden random ergens naartoe te gaan en te zien wat er gebeurt. Hoe ouder ik word, hoe meer ik behoefte heb aan onbeschroomd jong zijn."
We bestellen bij de Palestijnse ober een Italiaanse wijn om ons hoofdgerecht uit Irak gezelschap te houden. De avondzon schijnt in onze ogen. Ik overweeg om binnen mijn zonnebril op te zetten, maar realiseer me op tijd dat alleen popsterren dat mogen. Stien den Hollander zou er wél mee wegkomen. Maar gelukkig is ze niet van het 'zie mij hier eens ondoorgrondelijk zitten wezen'-type.
Op haar achttiende schreef ze zich in aan de Utrechtse Herman Brood Academy, de onderwijsinstelling die zich op het internet als volgt aanprijst: 'Wij bieden een leeromgeving waarin de dynamiek van en processen in de popmuziekwereld al werkelijkheid is. Centraal staat de muziek die in verschillende contexten wordt gemaakt. Om van die muziek daadwerkelijk een product te maken, vervullen de studenten diverse functies, zoals dat in de professionele wereld gebruikelijk is.' Ik vraag Stien of het ondanks die vreselijke woorden toch een beetje leuk was aan de Herman Brood Academy.
(lacht) "Ja hoor. Ik was er omringd door zielsverwanten, zat er vaak in de studio, leerde er contracten opstellen, dat was allemaal heel erg fijn. Alleen: op een gegeven moment had ik het al zo druk met mijn carrière dat ik geen tijd meer had om nog naar school te gaan. Halverwege het tweede jaar overwoog ik om ermee te stoppen. Maar na overleg met de leiding van de school besloot ik om één keer per week te komen lesgeven en op die manier mijn diploma te behalen. 'Songwriting', noemden we mijn vak. Maar om eerlijk te zijn: ik was een beroerd docent. Ik chillde gewoon een beetje met de studenten. 'Laat je lievelingsvideoclip maar eens zien', zei ik. Of ik toonde een filmpje waarin performancekunstenares Marina Abramovic een satanisch ritueel voltrok en zei: 'Kijk, dit is nou vrij zijn.' (lacht) Als ik een nieuw liedje klaar had, liet ik het altijd eerst aan mijn mede-studenten horen. Als zij het vet vonden, wist ik dat het goed was. Ook De Diepte heb ik eerst aan hen laten horen en pas nadien aan de Songfestivalcommissie."
Je jongste album, Vlinders, bracht je twee jaar geleden uit. Voor iemand van 21 is dat een eeuwigheid. "Daarom snak ik ook naar de release van mijn nieuwe album in november: ik ben er echt aan toe om nieuwe nummers te zingen. Bovendien hoor ik op mijn oude albums heel wat dingen die ik vandaag anders zou doen. Al hou ik nog altijd van de onbezonnenheid waarmee ik ze heb gemaakt. Ik liet mijn ideeën niet lang in de weegschaal liggen, ik voerde ze gewoon meteen uit. Ten tijde van Vlinders bedacht ik dat het wel leuk zou zijn als een kunstenaar met behulp van oude Nikes grote vlindervleugels voor me zou maken. Vierduizend euro heb ik voor die vleugels betaald. Vandaag liggen ze onder mijn bed omdat ik niet zou weten waar ik ze anders kwijt moet." (lacht)
Zijn de eerste jaren van een muzikantencarrière de leukste? "Misschien wel. Toen ik mijn eerste liedjes opnam in een studio onder de Dam, had ik niks te verliezen en alles te winnen. Ik had geen verplichtingen, ik kon gewoon lekker muziek maken. Dat kan ik vandaag natuurlijk nog steeds, maar sinds ik succes heb, heb ik toch beduidend meer verantwoordelijkheden. Als ik morgen beslis om voortaan enkel nog rare, alternatieve muziek te maken, mag ik het aan mijn platenlabel gaan uitleggen."
In De Balie in Amsterdam zong je onlangs De Oude Man van Ramses Shaffy. In dat nummer woont de mooie zin: 'Muziek in zijn ziel, gelukkig en verloren.' Je vertelde het publiek in De Balie dat die zin vrij accuraat je huidige gemoedstoestand beschrijft. "Ik voel me heel gelukkig en heel verloren, ja. Enerzijds weet ik donders goed wat ik aan het doen ben, anderzijds heb ik geen idee van wat er nog op me afkomt. Ik sta met beide voeten op de grond, maar tegelijkertijd ben ik aan het zweven. Wat ik overigens niet als een probleem ervaar. 'Gelukkig en verloren zijn' lijkt me een spannender vorm van geluk dan 'gelukkig en verzadigd zijn'."
Waar droom je qua carrière van? Ik las dat een loopbaan zoals die van Anouk je wel wat lijkt: met één liedje doorbreken en vervolgens nog twintig vetbetaalde optredens per jaar geven. "Ik wil nog heel lang optreden en muziek uitbrengen. Maar ik wil ook ontzettend graag een gezin. Ik kijk er nu al naar uit om voor mijn toekomstige kinderen broodjes te smeren en ze met de fiets naar school te brengen. Vandaar de aantrekkelijkheid van het Anouk-model: zij bewijst dat je én een mooie carrière kan hebben én een intens gezinsleven. Precies wat ik zelf ook voor ogen heb. Ik wil op een dag het warme nest creëren dat ik zelf niet gehad heb. En dat mijn ouders en de generaties vóór hen ook niet gehad hebben. Ik wil een patroon doorbreken."
Ze gaat even naar buiten om voor de ingang van het restaurant een sigaret te roken. Boven haar, op de gevel van het Instroom-gebouw, staat in grote letters: 'Soms is het gewoon wachten, Stormkop, tot de wind je vangt.' Het zijn woorden die het verhaal van Stien den Hollander onbedoeld, maar treffend samenvatten: tussen haar veertiende en haar zeventiende leek het leven haar te ontglippen, tot ze besloot om alles wat haar deed wankelen uit haar bestaan te bannen en haar hart beetje bij beetje kon beginnen te revalideren.
Over de psychische problemen waar ze een tijdlang mee kampte, is in Nederland al veel gezegd en nog meer geschreven. De ongemakkelijke samenvatting: ze werd geplaagd door een uitgebreid assortiment van angsten, hoorde stemmen in haar hoofd, viel ten prooi aan psychoses en depressies, ondernam meerdere zelfmoordpogingen en werd een tijdlang opgenomen in een psychiatrische kliniek. Maar Stien den Hollander is veel meer dan haar getroebleerde verleden. En dus praat ze liever over het licht aan het einde van de tunnel dan over de tunnel zelf.
"Het verhaal over mijn vroegere psychische problemen is in de buitenwereld een onderdeel van mijn identiteit geworden. Maar de laatste keer dat het echt slecht met me ging, is inmiddels vier jaar geleden. Ik heb me losgemaakt van mijn verleden. Wat er toen speelde, definieert niet langer wie ik ben. Daarom praat ik er in interviews niet zo graag meer over. Dat doe ik in mijn privéleven namelijk ook niet."
"En toch blijven journalisten mijn woelige adolescentie ter sprake brengen. Dat begrijp ik ook wel, alleen komen ze met hun vragen veel te dichtbij. Een journalist vroeg me ooit zonder omwegen: 'Hoe zit het nu met die stemmen in je hoofd? Wat zeggen ze zoal tegen je?' Ik dacht: ik ken jou helemaal niet, waarom zou ik dat in godsnaam aan jou vertellen?"
"Het is niet zo dat ik nooit meer over vroeger wil praten. Maar het moet wel op een liefdevolle manier gebeuren. En dat is vaak niet het geval. Mensen realiseren zich niet hoe traumatiserend mijn verleden is geweest. En hoe ontwrichtend het nog altijd kan zijn om erover te praten."
"Vorige week ging ik naar het concert van een artiest waar ik heel vaak naar luisterde toen het niet goed met me ging. Ik zag in het publiek veel jongeren die het zichtbaar moeilijk hadden. Dat greep me echt bij de keel. Net zoals de verhalen van fans die hun eigen suïcidale verleden met me delen. Ik ken de dynamiek die ze beschrijven heel goed. Maar het is niet gezond voor me om daar opnieuw in mee te gaan. Het triggert me, het kan me opnieuw de afgrond in drijven. Ik moet maar in een gebouw komen dat qua architectuur lijkt op de kliniek waarin ik ben opgenomen of mijn hart gaat al te keer. Ik moet mezelf een beetje beschermen."
Dat je vandaag gelukkiger bent dan op je zeventiende: heeft de psychiatrie daar op één of andere manier toe bijgedragen? Of heb je jezelf het leven aangeleerd? "Het laatste. De manier waarop de geestelijke gezondsheidszorg in Nederland functioneert, is niet echt bevorderlijk voor de ontwikkeling van een jongvolwassene. Wat mij gered heeft, is mijn beslissing om mijn onveilige thuissituatie, waar ik verder niet teveel over wil uitwijden, resoluut achter mij te laten. Het had heel anders met me kunnen aflopen als ik dat niét had gedaan. Maar ik ben dapper geweest: ik ben op mijn achttiende over het ravijn gesprongen. Met een lege bankrekening en een volle emotionele rugzak. En toch kan ik vandaag in de spiegel kijken en zeggen: 'Moet je kijken, Stien: je hebt een fijn leven en heel veel leuke mensen om je heen.'"
Heb je je moeder ooit verweten dat ze je in een psychiatrische kliniek heeft laten opnemen? "Over mijn moeder praat ik liever niet. Maar om je vraag toch enigszins te beantwoorden: ik word niet verteerd door 'was het allemaal maar niet gebeurd'-gedachten. Ik geloof dat het leven ons in grote mate overkomt. Sommige gebeurtenissen kan je beïnvloeden, de meeste niet. Ik kan me dus wel neerleggen bij het verhaal van mijn adolescentie. Min of meer toch." (lachje)
Jezelf het leven aanleren: hoe deed je dat? Naar verluidt boekte je op je achttiende een reis naar Ibiza om je van je angsten te bevrijden. Kwam je er al reizend achter dat het leven gewoon doorgaat als er iets gênants gebeurt of je de controle verliest. "Als ik voor iets bang ben, zoek ik mijn angsten op en probeer ik ze recht in het gezicht te kijken. In de eerste week na het Songfestival durfde ik niet meer uit te gaan. Toen heb ik mezelf gedwongen om elke dag in mijn eentje ergens een koffie te gaan drinken, tot ik de buitenwereld weer aankon. En met succes: zie mij hier vanavond eens zitten." (glimlacht)
Je noemde je vroegere thuissituatie onveilig. Zonder je tot ongewilde confidenties te willen verleiden: wat heb jij nodig om je wél veilig te voelen? "Ik heb vooral nood aan gezonde relaties. Met mensen die me vertrouwen. Die ervan uitgaan dat ik het goed bedoel. En die me dus niet straffen of pijn doen als ik iets fouts doe. Want dat heb ik vroeger veel te vaak meegemaakt. Het goede nieuws is: ik héb momenteel zo'n gezonde relaties. Mijn vrienden en ik benoemen niet elkaars lelijke, maar elkaars mooie kanten. We kennen en begrijpen elkaar door en door. En als we er samen op uit trekken, vieren we het leven. Er is nooit ruzie, nooit gezeik. Heerlijk is dat."
Toch deelde je op Twitter een sombere tweet van de Nederlandse rapper Jonna Fraser: 'Maakte ik geen muziek, had ik geen therapie. Wie het meest entertaint, heeft vaak het meest verdriet.' "Ik herkende mezelf in die woorden. Ik ben iemand die mensen blij wil maken. Die iedereen aan het lachen wil brengen. Maar mijn drang om te entertainen is toch geworteld in een soort van verdriet: een sluimerende droefenis, die ik overal mee naartoe neem. Al klinkt dat erger dan het is: ik kan mijn verdriet heus wel de baas. Eén van mijn grootste talenten is ervoor zorgen dat het goed met me gaat." "In een interview zei ik onlangs: 'Het leven is in principe kut en af en toe gebeurt er iets leuks.' Maar eigenlijk is dat helemaal niet waar. Natuurlijk is het leven af en toe kut. Maar als je thuis nu en dan een kaarsje aansteekt en regelmatig een goeie fles wijn opentrekt, valt het allemaal nog wel mee. Ik maak me in ieder geval niet langer druk om dingen waarover ik geen controle heb. Ik heb besloten dat mijn leven leuk zal zijn."
Je wil ook het leven van je luisteraars niet bemoeilijken: je waakt erover dat je teksten hen niet op zelfdestructieve gedachten brengen. Dat is mooi, maar je kan als artiest toch niet verantwoordelijk gesteld worden voor hoe mensen op je muziek reageren? "Misschien niet, maar ik wil op een gezonde manier met mijn carrière omgaan. In de muziek van sommige artiesten zit iets verwoestends. Iets giftigs, iets naars. Ik wil niet dat dat in míj́n nummers ook het geval is. Als ik een verdrietig liedje zing, wil ik dat het mooi eindigt. Dat er op het einde weer wat licht binnengloort. Ik wil laten zien dat bijna niks het einde van de wereld is."
Op haar keel, ter hoogte van haar stembanden, is een ankh getatoeëerd: volgens de oude Egyptenaren de sleutel tot liefde en oneindigheid. Op haar kuiten staan geïnkte versies van Medusa en Maria, bien étonnées de se retrouver ensemble. Op haar rechterarm prijkt het mistroostige poppetje dat ook op de Pink Moon-cover van Nick Drake zweeft. En op haar linkerarm staan zes streepjes. Elk streepje staat voor iets waar ze trots op is. En er is ruimte zat voor nog méér streepjes. "Ik neem tattoos wanneer er iets buitengewoons staat te gebeuren. Wanneer er een nieuwe fase in mijn leven aanbreekt. Toevallig dacht ik vandaag nog: het is weer tijd voor een paar nieuwe tattoos. Ik voel aan alles dat ik een bijzondere tijd tegemoet ga."
We drinken koffie, het einde van de avond sluipt op zomerslippers dichterbij. Bij wijze van epiloog bespreken we nog of het wel klopt dat mensen met het ouder worden ook wijzer worden. Senioren trekken zich vaak terug in hun herinneringen, zeg ik. En hoewel het daar met een beetje geluk fijn vertoeven is, is het meestal niet de plek waar je wereldbeeld nog interessante evoluties doormaakt. 
"Dat zou kunnen. Maar wat ik aan het leven van oude mensen niettemin leuk vind, is dat ze hun dagen zo strak indelen. Ze doen elke week op precies dezelfde dag boodschap-pen, kopen elke week precies dezelfde producten en bereiden daar elke week precies dezelfde maaltijden mee. Dat vind ik om één of andere reden erg aantrekkelijk." (lacht)
"Als je in een psychiatrische kliniek verblijft, wordt je leven ook in een mal gegoten: op maandag eet je aardappelen, op dinsdag broccoli, op woensdag vis, alles ligt op voorhand vast. Routine maakt mensen rustig, zeggen psychiaters. En dat klopt ook wel: als je psychisch ziek bent, helpt het dat je over een boel dingen alvast niét hoeft na te denken. Zelfs vandaag probeer ik mijn dagen nog altijd een vaste structuur mee te geven: ik sta elke dag min of meer op hetzelfde uur op en ga grosso modo op hetzelfde uur slapen. Ik voel dat ik daar baat bij heb. Er is niks mis met een minimum aan routine en huiselijkheid."
En dus vertrekt Stien den Hollander na haar laatste slok koffie meteen terug naar haar huis in de Amsterdamse Jordaan. Een dik jaar woont ze er nu: naar haar normen best lang. En toch wil ze er nog een hele tijd blijven. Ze is er thuis. Ze is er gelukkig. Ze is er veilig. Soms is een huis geen verblijfplaats, maar een overwinning.
3 notes · View notes
peterpijls1965 · 9 days
Text
Tumblr media
Eeuwige vrede. 21 mei 2021
De wijze strijder ontwijkt de veldslag, schreef de Chinese generaal Sun Tzu in De kunst van het oorlogsvoeren.
Ik breng die wijsheid dagelijks in de praktijk.
Aldus heb ik nooit ruzie en heb ik bij mijn weten geen vijanden.
Ik moest het wel leren, conflicten vermijden en mijn temperament blijvend in bedwang krijgen.
Ik deed dat vooral door een paar eenvoudige mantra's uit mijn hoofd te leren die zelfbeheersing en discipline bevorderen.
Ik zeg ze wel 25 keer per dag op, met succes.
Ik wil die mantra's best prijsgeven, maar alleen aan Het Mooie Hindostaanse Meisje in de supermarkt, want ik ben een beetje verliefd op haar.
Nooit meer mot krijgen met mensen is op de eerste plaats goed communiceren.
Ik laat iedereen uitpraten, verberg eventuele irritatie zorgvuldig en verhef nooit mijn stem.
Verder filter ik iedere emotie weg tijdens lastige gesprekken: ik blijf onder alle omstandigheden rationeel denken en praten.
Het werkt. Drie jaar geleden was ik voor het laatst merkbaar kwaad.
Het beviel slecht, ik boekte er geen resultaat mee. En trouwens: woede is een ziekte.
Sun Tzu beval ook aan de vijand altijd een uitweg te bieden. Zet mensen dus nooit het mes op de keel, en gun ze een eervolle aftocht. Dat dempt eventuele vormen van rancune en wraakacties.
Ik zit zonder benen in een rolstoel en heb een GGZ-diagnose. Sommige mensen trekken daaruit de conclusie dat ze me bevoogdend en betuttelend mogen bejegenen, om niet te zeggen als een onmondig kind.
Vroeger maakte ik de fout daar wel eens driftig op te reageren. Tegenwoordig negeer ik vormen van vernedering. Ik voel vooral mededogen met types die zich, mogelijk uit ongemak en onzekerheid, arrogant denken te kunnen opstellen jegens een invalide ex-alcoholist die zes jaar beschermd woonde.
In de krant las ik dat het aantal burenruzies de pan uitrijst. Triest en onnodig.
Persoonlijk leef ik in opperste harmonie met mijn buren. Ik laat ze compleet met rust en bewijs ze wel eens een kleine dienst (en zij mij ook).
Vooral tolereer ik alles van ze.
Ze zakken wel eens hoorbaar door tot vijf uur 's morgens, maar dat deed ik ook op hun leeftijd. Daarbij slaap ik overal doorheen.
Mijn buren en ik delen een groot gezamenlijk dakterras. Daar zit ik wel eens te mijmeren over Sun Tzu, de Chinese generaal die in 500 voor Christus De kunst van het oorlogsvoeren schreef.
Die dekselse militair bracht me de vrede. Nou de rest van de wereld nog.
#suntzu
0 notes
gewoonkarin · 5 months
Text
Eerste kerstdag. Ik ben op de tuin, kippen en Dotje de aanlooppoes voeren. Fijn, even buiten en in beweging.
Ik noem mezelf spottend de grinch van kerstmis. Ik heb er niet veel mee. Ik denk dat ik dat wel heb gehad. Vroeger, met het opzetten van de boom, het spelen met de knijpvogels in de boom en de kerststal. De nachtmis in de kerk en daarna warm worstenbrood. Kerststukjes maken met paddenstoelen erin. De ijstaarten met de plastic takjes hulst. Het is nergens mis gegaan. Zo zie ik het niet. Ik viel van mijn geloof af en daarna was kerst meer een verplicht toneelstuk. Ik versier het huis ook maar minimaal. Ik vind ons huis fijn zoals het is.
Misschien ben ik over heel wat jaren ook wel blij als onze liefjes met kerst samen bij ons zijn, met hun lieven en eventueel liefjes maar ergens denk ik dat dat me dan niet boeit. Ik zie ze liever jaarrond met grote regelmaat dan alleen met die dagen. Niet verplichten in ieder geval. Niet dat het samenzijn als een verstoring voelt van elkaars tijd. Ongemakkelijk. Ik hoop dat ze elkaar op blijven zoeken. Niet uit elkaar groeien en elkaar verliezen. Ze zijn maar met z’n tweeën.
Dat heb ik met grote zus. We zijn maar met z’n tweeën en best verschillend. Toch proberen we elkaar jaarrond te zien en te spreken. Gisteravond waren wij met vieren bij grote zus, gourmetten. Het werd een gezellige avond. Straks gaan we naar het kleine moedertje van mijn lief. Ik hoop dat het dan ook gezellig is.
Morgen zijn we vrij. Echt vrij. Niks uur en tijd maar alle tijd. Ik wil nog zoveel doen. Zoals altijd. Het komt er vaak niet van en met een paar verfblikken die op me staan te wachten heel verleidelijk om een te grote klus op te pakken. Ik houd me in. Een vogelkooi verven. Wat studeren. Naar de tuin. En even naar het tuintje van ons thuis. Ze in het licht zetten. Omdat ik met kerst mis. Niet meer, niet minder maar zoals altijd wat ooit was.
Een vriendin van oudste liefje is vandaag jarig. Een kerstkindje. Voor haar is kerst belangrijk en nu helemaal. Misschien de laatste kerst met vieren vieren. Een onzekere zekerheid. Voor mij de reden om van elke dag te genieten. Of het nu wel of geen feestdag is.
Het was vorige week zo’n genietweek. Profielwerkstuk presenteren door oudste liefje, twee werkstukken. Ze deed het super. Jongste liefje mag naar een debatweek, gekozen dankzij een sterke pitch want praten kan ze. Doet ze alsof ze het al jaren doet. Kerstgala van oudste liefje. Prachtig in groene galajurk op hakken. Ik vochtige wangen. Van die momenten die ik op wil zuigen, niet verliezen in de waan van de dag. De tijd gaat soms zo hard dat ik het liefste stop wil roepen om even te staren, te genieten, te laten bezinken.
Les voor volgend jaar of liever gezegd, voor vanaf nu. In het moment stil gaan staan. De wereld om me heen verder laten draaien en links laten liggen. De ruis laten verstommen.
4 notes · View notes
autimind · 2 months
Text
Autismeweek - toegift
Wat betekent inclusiviteit werkelijk?
Samenleving kan, nee mag betekenen ‘samen leven’
Wat is inclusiviteit? Wat betekent het om allerlei verschillende mensen in te sluiten? We hebben trainingen genoeg gehad in verschillende persoonlijkheidstypes en wat niet al. We schijnen daar ook nog rekening mee te houden? Of zetten we onze kennis en vaardigheden in om er zelf beter van te worden?
Heb je het gebouw van je werk wel eens goed bekeken op toegankelijkheid voor rolstoel-gebruikers? Is het duidelijk waar bezoekers naartoe moeten? Het wrange is vaak dat routebordjes worden opgehangen door mensen die allang weten waar alles is. Vraag het dus een keer aan een sollicitant, zou ik zeggen.
Heb je een collega met autisme dan werk je misschien wel prettig met haar samen. Die koptelefoon die hij vaak draagt.. daar kan je mee omgaan. Geweldig. Maar zou je iemand aannemen die op het CV vrijwilligerswerk voor de Nederlandse Vereniging voor Autisme heeft staan? Zou je zo iemand uitnodigen voor een gesprek, precies zo behandelen als iedereen omdat de werknemer toch echt mee zal moeten doen in het team? Een belangrijk detail is nu net dat autisten flink in de war kunnen raken van strikvragen en een al te overtuigde houding. Soms wordt als uitdaging gesteld dat een bepaald punt op het CV eigenlijk heel negatief opgevat kan worden. Ik vraag me op zo’n moment af waarom je dat zou doen.
Of.. houd je misschien helemaal geen gesprekken meer? Zoals orkesten tegenwoordig wel eens ‘blind’ audities houden – de sollicitant speelt een stuk achter een kamerscherm – zo kun je assessments afnemen, oefeningen laten doen en zo meer. Kijk je dan ook naar de exacte tekst van de vragen? Niet iedereen vindt het volkomen evident dat je het wel zus of zo bedoeld zal hebben. Als je mij vraagt of ik altijd kies voor die of deze manier dan zal ik volautomatisch ‘nee’ antwoorden. Het hangt van de situatie af. Heb ik neigingen en gewoontes? Ja, natuurlijk. Daar vroeg je niet om. Niet in de tekst.
Ben je bereid om je vergaderingen rustig en zakelijk te houden? Eerlijk gezegd, ik wou dat iedereen dat deed. Het zou nog sneller en efficiënter gaan ook. Vergaderingen zijn geen theekransjes en als mensen bij willen praten over het weekend of klagen over een leidinggevende dan kan dat bij de koffieautomaat.
Ben je bereid om open kaart te spelen over je bedoelingen en wat je alvast zeker weet? Ik heb meerdere keren in m’n leven een heel plan uitgewerkt om dan te horen te krijgen dat het niet uitgevoerd wordt omdat de organisatie iets anders wil. Tja, als ik dat geweten had dan had ik een ander plan gemaakt.
Ben je in staat om door iemands ‘toon’ heen te prikken?  Ik weet dat ik stellig over kan komen. Veel mensen vinden dat onbescheiden en luisteren daardoor al niet meer naar wat ik precies zeg. Ik heb de gewoonte om bewijzen te hebben voor wat ik beweer. Het is me serieus een keer overkomen dat ik flink wat werk had gestoken in een opzet voor een proces en ik op m’n lazer kreeg omdat ik er in mijn onervarenheid ‘beleidsnotitie’ boven had gezet. Manager serieus kwaad. Hoe durfde ik?! Ik maakte excuses en vroeg of we het nog over de inhoud van het voorstel konden hebben. Nee.
Niet iedereen is voortdurend bezig met zijn/haar/hen positie in de complexe en voortdurend verschuivende sociale verhoudingen in een groep of is zich daar zelfs maar bewust van. Is dat erg? Kun je dat accepteren? Sommige mensen spreken recht voor hun raap de waarheid, zoals zij die zien tenminste. Sommige mensen leven in een wereld van feiten, structuren en processen. Kun je het mooie en nuttige hiervan inzien en inzetten? Ook als dat betekent dat die persoon niet exact de woordkeus, het tempo én de mimiek gebruikt die jij eigenlijk wil?
Inclusiviteit betekent niet dat we mensen die wat anders zijn tolereren. Ik kan me herinneren dat lang geleden een keer een collega op ‘die homo’s’ aan het schelden was. Ik herinnerde hem eraan dat ik zelf homo ben en hij zei: ‘Ja, maar jij bent tenminste normaal.’ Tja, en autistisch maar dat wist ik toen zelf nog niet. Wat is normaal? Tja. Mijn punt is dat diversiteit helemaal niet moeten tolereren maar juist moeten verwelkomen. Ons open moeten stellen voor wat we niet verwacht hadden en zelfs wat ons misschien eerst tegen de haren instrijkt.
Dat moet ik mezelf ook aantrekken. Ik heb geen zeven vinkjes maar ik ben wel wit én cis-gender man. Perspectieven van anderen kunnen ook mijn leven verrijken als ik mij openstel voor hoe het blijkbaar ook nog kan. Sommige dingen zal ik uiteindelijk afwijzen. Natuurlijk. Maar toch.
Op de laatste dag van de Autismeweek 2024 wil ik eigenlijk niet schrijven over begrip en tolerantie, misschien een plekje erbij. Ik ben er al. Ik hoor er al bij. Mensen kunnen me afwijzen maar dit nemen ze me nooit meer af. Voor alle jong-volwassenen die net van de psychiater gehoord hebben dat ze inderdaad ASS hebben wil ik zacht maar dringend fluisteren: Je bent niet stuk. Je bent gewoon wie je bent, met alle mitsen en maren die erbij horen, met al je sterke en zwakke kanten. Net als elk anders mens. Je hebt niet alleen recht jezelf te zijn, je bent het al. Als ik meditaties begeleid zeg ik het eigenlijk altijd wel een keer: ‘Je hoeft niks te doen. Je hoeft nergens naartoe. Je hoeft niemand te zijn.’
En straks kun je altijd nog groeien en je ontwikkelen. Dat geldt voor iedereen. We zijn in deze maatschappij veel rijker dan we maar denken.. als we in staat zijn om verschillen te omarmen, om niet uit te sluiten maar in te sluiten.
Oneindige Verscheidenheid in Oneindige Combinaties
0 notes