Tumgik
#universiteit van amsterdam
arthistoryanimalia · 9 months
Text
For #GuineaPigAppreciationDay, the two earliest examples I've found of guinea pigs in the European visual record:
1. Painting attributed to Giovanni da Udine, n.d., artist active early 1500s to death in 1564
2. Drawing from the Felix Platter album, collected sometime between 1546-54
Tumblr media
Attributed to Giovanni da Udine (Italian, 1487–1564) Head of a Guinea Pig oil on canvas laid on panel 6.5 x 7 in. (16.5 x 17.8 cm.) From Duke's Fine Art Auction catalog, 11th April 2013, Lot 215
Tumblr media
Drawing collected by Felix Platter, to be used in Gessner's Historiae animalium. The drawings were made by several artists, mostly anonymous, and were collected between 1546 and 1558 (this one must date to no later than 1554 as it served as a reference for Gessner's woodcut published that year). Bijzondere collectie Universiteit van Amsterdam collection.
1K notes · View notes
garadinervi · 1 month
Text
Tumblr media
Lies Ros / Wild Plakken, Forum Amsterdam, Wibaut Leerstoel, Universiteit van Amsterdam, 1996 [NAGO – Nederlands Archief Grafisch Ontwerpers]
18 notes · View notes
joostjongepier · 1 year
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Wat?   Portret van Cornelis Bosman (1913), Portret van Geertje Bosman-de Groot, Portret van Max Liebermann (1904), Portret van prof. dr. Jacobus Cornelis Kapteyn (1918), Portret van prof. dr. Johan Hendrik Caspar Kern (1909) en Portret van Amsir (1922) door Jan Veth
Waar?   Tentoonstelling Het oog van Jan Veth in Dordrechts Museum, Dordrecht
Wanneer?   26 maart 2023
In 1888 trouwden Jan Veth en Anna Dirks en vestigen zich in Bussum. Zijn richting als kunstenaar werd steeds duidelijker: “Ik wil na heel veel gescharrel eens niets anders dan portretten schilderen.” Naast portretten in opdracht schilderde hij ook de boerenbevolking in het Gooi. Veth groeide uit tot een belangrijk kunstenaar die iedereen kende en portretteerde die ‘er toe deed’: professoren, mensen uit de culturele wereld, succesvolle zakenlui. Twee prachtige werken zijn de portretten van Cornelis Bosman, ondernemer uit Alkmaar en zijn vrouw Geertje Bosman-de Groot. Deze werken tonen aan dat Veth zich de vermaning van zijn oude leermeester Allebé om goed waar te nemen danig ter harte had genomen.
Plotseling zie ik tussen de portretten een bekend gezicht. In 2018 bezocht ik Villa Liebermann aan de Wannsee, het voormalige woonhuis van de Duitse impressionist Max Liebermann. Een jaar later zag ik in het Wallraf-Richartz Museum in Keulen een zelfportret van deze schilder en ook toen ik in 2021 het Marie Tak van Poortvlietmuseum in Domburg bezocht, hing daar een getekend zelfportret. Nu ik hier in het museum in Dordrecht rondloop, herken ik het hoofd van Liebermann dan ook onmiddellijk. Veth en Liebermann blijken goed bevriend te zijn geweest en elkaar regelmatig geholpen te hebben.
Vanaf de jaren tachtig werd Veth een veelgevraagd schilder van professorenportretten. De portretten verschillen onderling sterk in stijl: van formeel in toga tot informeel en ontspannen. In 1906 ontving Jan Veth een eredoctoraat van de Universiteit van Amsterdam en mocht hij zichzelf ook ‘professor’ noemen. Later werd hij benoemd hoogleraar aan de Rijksacademie.
In september 1921 maakten Anna en Jan een reis naar Nederlands Indië, waar op dat moment hun dochter en schoonzoon woonden. Ook daar kon hij het werken niet laten. Hij schilderde de Borobudur en tekende portretten van de inheemse bevolking. De Javaanse jongen Amsir werd een van zijn modellen.
9 notes · View notes
sergiofelter · 7 months
Text
Sergio Felter: ‘Alle vakken hebben hun nut gehad’
Het is deze zomer dertig jaar geleden dat de HvA, zoals we die nu kennen, ontstond. Sergio Felter is informatiespecialist bij de bibliotheek van de faculteit Bewegen, Sport en Voeding. 30 jaar geleden, in 1996, studeerde hij Informatiedienstverlening en -management (IDM) aan de Hogeschool van Amsterdam. Wat hij zich herinnert: ‘De docenten waren heel erg betrokken.’
Sergio koos niet meteen voor deze opleiding. Hij studeerde eerder Rechten en Politicologie aan de Universiteit van Amsterdam. Maar die studies bevielen hem niet, vooral de massaliteit stond hem tegen. Hij was er niet op zijn plek. Uit een test rolde Informatiedienstverlening en -management. Deze opleiding bestaat niet meer als zelfstandige hbo-opleiding, maar nog wel als niet-bekostigd onderwijs. De opleiding zoals die was, ging op in Creative Business. Destijds was het al een kleine opleiding. Samen met de opleiding Boekhandel en Uitgeverij, was die gevestigd op de Keizersgracht.
Die kleinschaligheid was een voordeel. Sergio: “Het pand was klein en hokkerig, met veel trappetjes. We hadden ook al projectonderwijs, in kleine groepjes. Je kende iedereen en als je een vraag had aan een docent, liep je naar hem of haar toe en had je meteen antwoord. Je sprak je docenten echt dagelijks.“ In zijn laatste jaar verhuisde de opleiding naar gebouw de Leeuwenburg.
Wat voor vakken had je, wat leerde je er?
“Ik kreeg veel verschillende vakken. Het informatie zoeken is me het meeste bijgebleven. Hoe vind je zo snel mogelijk het antwoord op een zoekvraag. Ik moest ook een wijnkast zo doelmatig indelen als oefening voor het vak thesaurusbouw. Het klinkt simpel, maar dat is het niet. Het algemene vak communicatie was ook bijzonder leuk. Ik heb er later nog veel aan gehad. Alle vakken hebben nut gehad. Niet alle vakken heb ik in de praktijk gebruikt, maar het is goed om er mee in aanraking te zijn geweest.”
De betrokkenheid van docenten bij studenten was groot, herinnert Sergio zich. Er was een medestudent met mentale problemen en studieachterstand. Vanwege de kleinschaligheid hadden de docenten dat snel door. “Het werd heel persoonlijk door die docenten opgepakt, ik was onder de indruk wat ze voor hem deden. Ze wilden voorkomen dat hij zou uitvallen. Dat lukte.”
Sergio doorliep de studie zonder oponthoud. Hij vond het niet moeilijk. De stof was wel vrij algemeen. Digitalisering zat er nog niet bij, terwijl dat het vak erg heeft veranderd. Dus na zijn afstuderen heeft hij zichzelf bijgespijkerd op het gebied van social media en websites actueel houden. “Wij hadden het er destijds met elkaar al over, dat je je moest blijven ontwikkelen. Dat moet je echt zelf doen.” Zijn brede kennis komt hem in zijn huidige baan van pas.
Welk beeld had jij toen van je toekomst? In welke baan zag jij jezelf? “Eigenlijk was ik van plan om in een openbare bibliotheek te gaan werken. Helaas waren de instroommogelijkheden op managementniveau vrij beperkt in die tijd. Vanuit mijn afstudeerstage bij De Nederlandsche Bank heb ik de eerste jaren in de bankensector gewerkt. Mijn toekomstdromen zijn daarna best wel ingevuld. Ik wilde bij een goed doel werken, kennis verspreiden en maatschappelijk nuttig zijn. Via onder andere het Nederlandse Rode Kruis/GIRO555, Arbokenniscentrum Zorg Welzijn, de Protestantse Kerk Amsterdam en veel vrijwilligerswerk heb ik die dromen kunnen waarmaken.”
Studenten van nu staan erg onder druk. Wat zou je tegen ze willen zeggen?
“Blijf jezelf, doe je niet anders voor dan je bent. Anders kom je jezelf tegen. Als informatiespecialist begeleid ik studenten vanuit de bibliotheek. Ook studenten die wat langer over hun studie doen. Ik vind dat iets moois. Ik merk dat studenten ook wel eens met iemand anders dan een docent over hun studie willen praten. Dat is erg leuk.”
Inhoudelijk voelt Sergio zich sterk met het onderwijs van de faculteit verbonden. Dat zit zo: in zijn studietijd was hij aan de zware kant. Hij besloot flink af te vallen. Hij werd 25 kilo lichter door te gaan hardlopen. Dat doet hij nog steeds. Hij ontmoette er zijn vrouw door. Naast zijn werk bij de HvA, dat hij drie dagen doet, heeft hij nog een baan.
“Ik werk ook in een hardloopwinkel en als er een wat zwaarder iemand binnenkomt, ben ik altijd blij, want dan kan ik helpen vanuit mijn eigen ervaring. Om zoveel af te vallen ben ik destijds geholpen door een huisarts en een fysiotherapeut. Hun aanpak was toen vrij nieuw. Daarom vind ik het ook leuk om juist op deze faculteit te werken. Studenten gaan niet zomaar de ALO doen, ze hebben echt wat met sport en bewegen.”
Sergio: “Voor mij is de cirkel rond met mijn werk op deze faculteit, ik ben terug bij de HvA.”
2 notes · View notes
saulsplace · 11 months
Photo
Tumblr media
Woke is het hoogste stadium van kapitalisme
De term woke zou aanduiden dat iemand zich bewust is van sociale en politieke kwesties, zoals ongelijkheid en onrechtvaardigheid, en zich actief engageert om deze ongelijkheid te bestrijden. Het probleem is dat dit engagement geen eindpunt heeft. Woke wil in elke interactie sociale onrechtvaardigheid ontdekken. Deze obsessieve, wantrouwende en moreel verontwaardigde houding heeft tot gevolg dat iedere (vermeende) ongelijkheid gevoelens van verongelijktheid aanwakkert. Al worden we in absolute zin meer gelijk gemaakt, dan nóg nemen afgunst en onverdraagzaamheid toe omdat de kleine verschillen worden uitvergroot om het activisme te voeden. Bij een nadere analyse van deze ideologie, blijkt bovendien dat woke een marketingstrategie is, die juist aanwakkert wat het claimt te bestrijden.
De paradox is dat ‘woke’ pretendeert tegenstand te bieden aan de ongelijkheid die wordt veroorzaakt door de kapitalistische productiewijze, maar tegelijk de ultieme belichaming en voortzetting is van deze productiewijze. Want nu het individu is losgetrokken uit alle hechtende banden (het economisch gilde is ontbonden, vandaag volgen de kerk en het vaderland – zelfs het familieverband staat onder druk) worden nieuwe identiteiten aangedragen en gecommercialiseerd om deze leegte te vullen. De maatschappelijke betrokkenheid wordt uit de gemeenschap weggezogen en overgeheveld naar identitaire consumptieproducten. Een mens met een ‘dunne’ identiteit hunkert naar consumeerbare symbolen om een eigen identiteit mee uit te drukken.
In Nederland heeft onlangs Laurens Buijs, docent aan de Universiteit van Amsterdam, dit fenomeen op de kaart gezet. Sinds hij werd gecanceld wegens zijn kritiek op ‘non-binariteit’, eist hij veel aandacht op. Buijs profileert zich als een grote klokkenluider, wat helaas het werk van anderen overschaduwt. Mensen als Paul Cliteur werkten decennia in stilte, onder aanhoudende tegenwerking en dagelijkse laster in de wandelgangen. Rechtse academici en cultuurmakers kampen al véél langer met linkse intolerantie. Zij betalen er een grote persoonlijke prijs voor om de toorts van de Westerse cultuurcanon brandende te houden, doch krijgen – omdat zij geen linkse achtergrond hebben zoals Laurens Buijs – van media geen kans om hierop de aandacht te vestigen.
Naast het negatieve effect van deze overschaduwing, is de impact van woke ook catastrofaal op het niveau van de individuele identiteit. Woke zet namelijk aan tot identificatie met outsiders als een ‘way out’ ten aanzien van persoonlijke tekortkomingen en maatschappelijk falen. In plaats van te onderzoeken wat je kunt verbeteren op een persoonlijk niveau, worden mensen verleid om te verzinken in: “Ik kom niet aan de bak omdat ik een andere huidskleur heb, een andere seksuele geaardheid heb” – vul het verder maar in. Woke conditioneert mensen om de wereld door de lens van minderheidskenmerken te ervaren: daarmee wordt iedere tegenslag in het leven een bewijs van discriminatie. Die slachtofferidentiteit wordt vervolgens aangemoedigd in subculturen die sterk worden vermarket. 
Een ander voorbeeld zijn de ‘digitale nomades’. Dikwijls profileren zij zich als progressieve kosmopolieten die de wereld ontdekken en de corporate bureaucratieën in de Westerse wereld ontvluchten. Vaak belanden zij in landen waar het leven aanzienlijk goedkoper is, wat weer nieuwe vormen van economische afhankelijkheid schept. In Zuid-Afrika zitten er veel wereldburgers en globetrotters in goed beveiligde laptopcafé’s. Ondanks alle progressieve voornemens verwezenlijkt dit nieuwe vormen van segregatie.
Ook transseksualiteit is een voorbeeld. Iemand zou kunnen denken dat geslachtsveranderingen een uitweg bieden aan burgerlijke normstellende kaders, die zouden bepalen wat ‘mannelijkheid’ en ‘vrouwelijkheid’ zijn. De praktijk is echter dat transseksualiteit het lichaam als een winstobject onderwerpt aan de medische en farmaceutische industrie. Die industrie heeft er een financieel belang bij om verwarring en onzekerheid te zaaien over aangeboren geslachtelijke identiteiten. Hiernaast speelt het fenomeen ‘drag queens’, wat een commercialisering is van vrouwelijkheid. Die tonnen aan glitters, make-up en dramatische outfits zijn een hypercommerciële overdrijving van de vrouwelijke identiteit. 
Het maskeren van persoonlijke tekortkomingen door ze te verbinden aan de woke-ideologie, gaat een perverse symbiose aan met het kapitalisme waar woke zogezegd tegen rebelleert. Want het mediakapitaal bombardeert ons 24/7 met YouTubers die in villa’s wonen omdat zij rijk werden met bijvoorbeeld nagellak opdoen voor een webcam. De onuitgesproken vraag die met dit impulsenbombardement voortdurend meekomt, luidt: “Als zij rijk kan worden met malle filmpjes, waarom woon jij dan niet in een villa? Je hebt toch gestudeerd?” Hier zien we een perverse symbiose van kapitalistische prestatiedrang en identitaire onzekerheden. Het kapitalisme wekt een existentiële twijfel op het meritocratische vlak, die daarna een tribale uiting krijgt via de woke identiteitspolitiek. Daarin voorziet het kapitalisme ook weer. Enter de Che Guevara shirts, de Palestijnse sjaals, regenboogvlaggen en regenboog polspandjes. 
Door zichzelf ‘woke’ te noemen en zich te profileren als een onderneming die strijdt voor sociale rechtvaardigheid en gelijkheid, hopen bedrijven meer klanten te lokken en hun imago te verbeteren. Dit heet ‘woke-washing’. Bedrijven en merken profileren zichzelf graag als woke om uit te venten dat ze zich inzetten voor maatschappelijke kwesties zoals sociale rechtvaardigheid en gelijkheid. Dit varieert van het steunen van bepaalde goede doelen tot het aanbieden van producten die ‘duurzaam’ of ‘ethisch verantwoord’ zouden zijn. 
Hopelijk is de keerzijde van deze insteek nu duidelijk. Want het is een paradox dat de woke beweging – die zogenaamd opkwam om te strijden tegen de excessen van het kapitalisme en andere vormen van onderdrukking – gelijktijdig wordt gebruikt als een marketingtrend om winsten te maximaliseren en de consumptie te bevorderen. Het benoemen van de problematische aspecten van deze trend, wijst erop dat woke inderdaad hét hoogtepunt van kapitalisme is, aangezien woke bijdraagt aan de commercialisering van sociale rechtvaardigheid.
Als u het graafwerk en de visievorming van Sid Lukkassen waardeert, steun hem dan structureel via zijn persoonlijke BackMe-pagina, en om up to date te blijven, abonneer u op zijn Telegram-kanaal. Sid is u hartelijk dankbaar!
2 notes · View notes
shcherbatskya · 11 months
Text
guy trying to look for uva (university of virginia) voice oh my god i should go to universiteit van amsterdam…
5 notes · View notes
peecee-columns · 2 years
Text
Onderwijs in de schaduw van de bijlesindustrie
Het is inmiddels dertig jaar geleden dat ik mijn mavodiploma behaalde, toevalligerwijs op dezelfde school als waar ik inmiddels voor het eenentwintigste jaar werkzaam ben als docent. Ik sloot mijn middelbareschooltijd destijds af met vier zessen en twee zevens. In die tijd bestond de mavo uit C- en D-niveau. Je mocht slechts enkele vakken op C-niveau doen, de rest moest op D-niveau. Ik koos ervoor om wiskunde en scheikunde op C-niveau te maken. Niet uit gemakzucht, maar uit pure noodzaak om het diploma te behalen en uitzicht te hebben op mijn vervolgopleidingen.
Voorafgaand aan het wiskunde-examen had ik elke zaterdagmiddag een uur bijles wiskunde van een man die zelf was afgestudeerd aan de TU in Eindhoven. Het gaf mij dat beetje extra kennis en vertrouwen om uiteindelijk een voldoende voor dit vak op mijn eindlijst te krijgen. Ik herinner me dat ik het altijd erg bewonderenswaardig vond dat hij zonder enige voorbereiding uitleg gaf over de les- en leerstof van die week en op al mijn vragen over de opgaven meteen een antwoord paraat had. Het was in die tijd (nog) niet gebruikelijk dat scholieren bijlessen volgden buiten de lessen om, als extraatje. Iets wat in de decennia die volgden snel veranderde.
Het gebruik van zogenaamd schaduwonderwijs, in de vorm van commerciële bijlessen die dienen als toevoeging van de reguliere lessen, is de laatste jaren namelijk enorm toegenomen. Dit blijkt onder andere uit een recente studie van de onderzoekers Louise Elffers en Daury Jansen, die beiden werkzaam zijn aan de universiteit van Amsterdam. In hun onderzoeksrapport De opkomst van schaduwonderwijs in Nederland valt te lezen dat de jaarlijkse huishouduitgaven aan schaduwonderwijs in twintig jaar stegen tot zo’n tweehonderd miljoen euro. Hierbij wordt tevens opgemerkt dat de toename van deze uitgaven het sterkst is in het voortgezet onderwijs. Dit zou volgens de onderzoekers onder andere komen door de toegenomen onderlinge competitie en de prestatiedruk in het onderwijs.
Het feit dat er tegenwoordig honderden miljoenen euro’s worden omgezet in de bijlesindustrie, leidt daarnaast tot een probleem in de vorm van kansenongelijkheid. Niet elke ouder kan het immers financieel opbrengen om enkele tientallen tot honderden euro’s per maand te betalen aan commerciële instanties die zichzelf verrijken door het aanbieden van schaduwonderwijs. Om deze ongelijkheid zoveel mogelijk op te vangen en tegen te gaan zouden de scholen zelf meer kunnen inzetten op het aanbieden van ‘bijlessen’, in de breedste zin van het woord.
Zo is er voor de leerlingen op de school waar ik lesgeef bijvoorbeeld de mogelijkheid om elke week enkele vakken naar keuze te kiezen binnen het reguliere lesprogramma, in de vorm van keuzewerktijduren. Hier kunnen de leerlingen in kleine groepjes vragen stellen over de leerstof en eventueel nog eens een specifieke uitleg krijgen over iets wat ze moeilijk vinden. Daarnaast kunnen de leerlingen drie keer per week na school onder toezicht van docenten huiswerk maken en kan er ingeschreven worden voor het krijgen van vakspecifieke bijlessen die gegeven worden door leerlingen uit de bovenbouw, de zogenaamde tutoren. Tevens kunnen leerlingen met veel spanning en onzekerheden elk jaar in aanmerking komen voor deelname aan de faalangstreductie- en de examenvreestraining.
Ik ben me ervan bewust dat niet elke vorm van kansenongelijkheid op deze manieren kan worden voorkomen. Wel denk ik dat scholen veel zelf kunnen opvangen en hun interne expertise kunnen inzetten op de manier die bij ze past door hier tijd en taakuren voor vrij te maken. Docenten, mentoren en schoolleiders dragen zodoende op maat en naar behoeften bij aan de cognitieve en sociaal-emotionele vraag van de leerlingen. Zodat ze zo goed mogelijk worden ondersteund en uiteindelijk een mooi uitzicht hebben op de gedroomde vervolgopleiding(en).  
1 note · View note
regioonlineofficial · 1 month
Text
In hartje Abcoude prijkt sinds kort een beeld met het portret van een ooit internationaal vermaard wetenschapper: Hugo de Vries. Burgemeester Maarten Divendal en vrijwilliger Ellen van Donk onthulden vrijdag in het gelijknamige park een stenen zuil met plaquette van de voormalige hoogleraar plantkunde. Net als vele andere Abcoudenaren draagt burgemeester Divendal het park een warm hart toe. “Ik loop er vaak doorheen. Ik gebruik het als een soort omgekeerde sluiproute. Het is een korte omweg die ik maak om even tot rust te komen.” De onthulling vond plaats in wat volgens hem de mooiste periode in het park is: het voorjaar met al zijn bloeiende bloemen. Het Hugo de Vriespark is grotendeels een stinzentuin. Stinzen zijn verwilderende bolgewassen, bijvoorbeeld kievitsbloem, boerenkrokus en wilde narcis. Halsbandparkieten Te midden van kleurige bloemen en luidruchtige halsbandparkieten waren ongeveer 40 belangstellenden vrijdag getuige van de officiële onthulling van het beeld van Hugo de Vries. Onder hen was Reinout Havinga, hoofd Tuin en Collectie van de Hortus Botanicus in Amsterdam. In zijn korte toespraak benadrukte hij hoe belangrijk Hugo de Vries (1848-1935) is geweest voor de plantkunde en de genetica. De destijds internationaal toonaangevende hoogleraar plantkunde aan de Universiteit van Amsterdam was met zijn onderzoek één van de grondleggers van de moderne genetica. Het woord ‘gen’ als drager van erfelijke eigenschappen is direct afkomstig van hem. Palmenkas Behalve hoogleraar was De Vries ook directeur van de Hortus, die de palmenkas en het hoofdgebouw aan de voorkant ervan direct aan hem te danken heeft. Niet verwonderlijk dat in 1937, 2 jaar na zijn overlijden, een beeld van hem in de Hortus werd geplaatst. Maar onlangs besloot de botanische tuin dat het op een andere manier aandacht aan de oud-hoogleraar wil schenken. Het werk van De Vries komt daarin centraal te staan, niet langer de wetenschapper zelf. Omdat het beeld niet past in die nieuwe opzet, heeft de Hortus de adoptiegroep van het Hugo de Vriespark gevraagd of het daar niet goed zou passen. Deze vrijwillige onderhoudsgroep reageerde enthousiast en in samenwerking met gemeente De Ronde Venen en de Kunstwacht is de plaquette verhuisd naar Abcoude. “Het beeld komt hier goed tot zijn recht. Het geeft een soort extra laag en betekenis aan het parkje. Dat vind ik mooi”, aldus Havinga. Bewonderaar Abcoude heeft het park uiteindelijk te danken aan de weduwe van de in 1893 overleden burgemeester van Abcoude, vertelde historicus Erik Zevenhuizen bij de onthulling. Jacoba Ottolina Adriana Roos Vlasman-Lingeman (1862-1942) was een groot bewonderaar van Hugo de Vries. Ze wilde een deel van haar nalatenschap beschikbaar stellen voor wetenschappelijk plantkundig onderzoek. In 1913 richtte zij een stichting op die zich hiervoor inzette: het Hugo de Vriesfonds. Toen de weduwe een decennium later verhuisde, schonk zij haar huis en tuin aan deze stichting. Jarenlang was het terrein een proeftuin-op-afstand van de Hortus. In 1948 begon Johan Hogervorst een kwekerij op het terrein. Het deel van de tuin dat de kweker niet gebruikte, werd een openbaar park en in 1973 verkocht aan gemeente Abcoude. Aanwinst voor Abcoude De vrijwillige adoptiegroep beheert het park momenteel, waarbij gemeente De Ronde Venen het snoeien van de monumentale bomen voor haar rekening neemt. Vrijwilliger Ellen van Donk vindt het beeld van Hugo de Vries een aanwinst voor het park. “Het geeft meer cachet aan de tuin en vestigt de aandacht op het historische verhaal dat erachter zit.” De vrijwilligersgroep kan overigens nog nieuwe leden gebruiken. Vanaf begin april komen de vrijwilligers elke dinsdagavond tussen 19.00 en 20.00 uur in het park samen. Geïnteresseerden kunnen een mail sturen naar [email protected]
0 notes
astroblogs · 2 months
Link
Een internationaal team van wetenschappers met daarbij onder andere Alessandra Candian (Universiteit van Amsterdam) en Xander Tielens (Universiteit Leiden)
0 notes
evoldir · 2 months
Text
Fwd: Conference: Olhao_Portugal.HostMicrobeSymbiosis.Jun10-13
Begin forwarded message: > From: [email protected] > Subject: Conference: Olhao_Portugal.HostMicrobeSymbiosis.Jun10-13 > Date: 24 February 2024 at 05:45:05 GMT > To: [email protected] > > > SymbNET International Conference on Host-Microbe Symbiosis > > Webpage: > https://ift.tt/4ifJA7G > > Where: Real Marina - Hotel & Spa, Olhão, Portugal > > When: 10-13 June 2024 > > About: The "SymbNET International Meeting on Host-Microbe Symbiosis" > will bring together researchers working on a diverse range of questions, > approaches, and model systems. The meetingwill cover different host > systems such as plants, animals and humans and different molecular > mechanisms, functional understanding and ecological models of the > interactions. The purpose is to highlight the most recent advances in > the field, common principles between systems,and future directions to > explore.  This meeting is organized in the context of the EU twinning > grant SymbNET with specific sessions organised by NCCR Microbiomes > and CRC Metaorganisms.It will host 200 participants, with all sessions > being plenary. > > Confirmed Speakers: > Marjolein Bruijning| Universiteit van Amsterdam, The Netherlands > Luisa De Sordi | Sorbonne University,France > Ellen Decaestecker| KU Leuven, Belgium > Médéric Diard | Biozentrum, University of Basel, Switzerland > Isabel Gordo | Instituto Gulbenkian de Ciência, Portugal > Nancy Moran| University of Texas at Austin, USA > Markus Ralser | Charité Universitätsmedizin Berlin, Germany > Eduardo Rocha | Institut Pasteur, France > Olivia Roth| Kiel University, Germany > Pascale Vonaesch| University ofLausanne, Switzerland > Michael Zimmermann| European Molecular Biology Laboratory, Germany > Sebastian Pfeilmeier| > Universiteit van Amsterdam, The Netherlands > > Registration Fee and Sponsoring: > Register by March 15 - > https://ift.tt/4ifJA7G > Selected applicants will pay a registration fee of 650 EUR. > > We will sponsor participants from members ofthe SymbNET partner > institutes, from Widening countries in Horizon2020 or Horizon Europe, > or countries with low performance in Research and Innovation. > > Organisers: > Philipp Engel| University of Lausanne, Lausanne, Switzerland > > Migla Miskinyte| Católica Biomedical Research Centre, Portugal; Instituto > Gulbenkian de Ciência, Portugal > > Hinrich Schulenburg| Kiel University and Metaorganisms CRC, Kiel, Germany > > Luís Teixeira| Católica Biomedical Research Centre, Portugal; Instituto > Gulbenkian de Ciência, Portugal > > Maria Zimmermann-Kogadeeva| European Molecular Biology Laboratory, > Heidelberg, Germany > > SymbNET, EU-funded Twinning project > Instituto Gulbenkian de Ciência (FCG-IGC),Portugal > Origin and Functions of Metaorganisms Collaborative Research Centre 1182 > (CRC Metaorganisms), Germany > NCCR Microbiomes, Switzerland > Católica Biomedical Research Centre, Portugal > via Email February 24, 2024 at 07:00AM
0 notes
reneleijen · 2 months
Text
'Perfecte' AI-vrouwen op Instagram zijn probleem voor zelfbeeld tieners
Nu de meeste AI-modellen en -influencers ‘onwaarschijnlijk realistisch’ zijn geworden, kan dit zorgen voor een slecht zelfbeeld bij jongeren. Vooral op instagram staan talloze afbeeldingen van niet-bestaande vrouwen, met de perfecte maten en een smetteloze huid. Ze bestaan niet, maar dat is steeds moeilijker te ontdekken. En dat heeft gevolgen: uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam…
View On WordPress
0 notes
de-meerpeen · 2 months
Text
Lezing: ‘Hoe het Westen door de stoommachine een technologische voorsprong op China kreeg’
Er op uit: 'Lezing: ‘Hoe het Westen door de stoommachine een technologische voorsprong op China kreeg’
MEDEMBLIK – Zondag 25 februari houdt historicus Clé Lesger, oud-docent geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam, een lezing in het Stoommachinemuseum over technologische ontwikkeling, de wetenschappelijke revolutie en de ontstaansgeschiedenis van de stoommachine. Nadat James Watt in 1769 de stoommachine verbeterde door er een condensor aan te verbinden, kwam de industrialisatie in het…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
jasvegh · 4 months
Text
Mijn familie
In juli dit jaar verscheen mijn boek “Van origine Hongaars. Een familiekroniek”.
Mijn ouders
Ik ben van Hongaarse afkomst. Mijn ouders zijn geboren en getogen in Hongarije. Mijn vader studeerde theologie aan de theologische faculteit van de Gereformeerde Kerk in Boedapest. Via een van zijn hoogleraren kreeg hij een studiebeurs om voor twee of drie jaar te studeren aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hij vertrok uit Hongarije in 1948. Hongarije was toen bezet door de Russen. Onder invloed van hen trok de Communistische Partij steeds meer macht naar zich toe.  Stukje bij beetje veranderde het land in een communistische staat. In 1949 werd dan ook de volksrepubliek uitgeroepen. Mijn vader zag dit met vreze en beven aan. Hij besloot voorlopig dan maar niet terug te keren en de situatie af te wachten. Hij werd predikant in een gemeente in Friesland.
Mijn moeder kwam in 1950 naar Nederland. Zij is half Hongaars, half Nederlands. Haar moeder was Nederlands. Ze was getrouwd met een Hongaars predikant. In 1950 was de grootvader van mijn moeder Nederlands ambassadeur in Israël. Mijn grootouders wilden niet dat mijn moeder opgroeide onder een communistisch bewind. Ze stuurden haar naar Israël. Hoe het mijn moeder gelukt is om een paspoort te krijgen om het land uit te reizen, weet ik niet. Dit is een van de vele raadsels die onze familie omgeven. Na een jaar in Israël gewoond te hebben, ging ze naar Nederland, alwaar ze theologie ging studeren aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Daar ontmoette ze mijn vader en in 1952 trouwden ze.
Ik denk dat mijn ouders definitief niet besloten terug te gaan naar Hongarije na de mislukte opstand van 1956. Ze vroegen het Nederlandse staatsburgerschap aan en in 1960 naturaliseerden we, terwijl we nota bene in België woonden.
Mijn ouders durfden niet naar Hongarije te gaan voor familiebezoek of vakantie. Ik denk dat ze bang waren dat ze opgepakt zouden worden, omdat ze illegaal waren weggebleven. Maar Hongarije heeft hen nooit losgelaten. Ze bleven zich voor het land interesseren. Een feit is wel dat de Hongaarse geheime dienst zich ook voor hen interesseerde. Deze stuurde geheim agenten op hen af om er achter te komen of ze ook activiteiten ontplooiden die de Hongaarse staat ondermijnden. Deze agenten waren predikanten die samenwerkten met het regiem.
Verzameling materiaal
Vanaf 1969 begon mijn vader met het verzamelen van materiaal over een verre voorvader: Mihály Végh van Kecskemét. Deze leefde rond 1562. Er is weinig van hem bekend.
Toen mijn oma in 1970 plotseling overleed, trokken mijn ouders de stoute schoenen aan en ze vroegen een visum aan voor Hongarije om de begrafenis van mijn oma mee te maken. Ik ging met hen mee. Het zou mijn eerste bezoek aan Hongarije worden. Ik was toen zeventien jaar. Met vreze en beven gingen we erheen. Mijn vader bezocht toen voor het eerst sinds tweeëntwintig jaar zijn geboortestad Kecskemét. Hij maakte van de gelegenheid gebruik om in het archief rond te snuffelen en informatie te zoeken over onze verre voorvader. Toen we weer in Nederland waren vroeg hij een tante om ook informatie te verzamelen en dat naar hem op ter sturen. De geschiedenis van Mihály Végh is interessant. Hij studeerde aan de universiteit van Krakau en leerde daar de leer van Luther kennen. Hij nam die mee naar zijn geboortestad en voerde daar het lutheranisme in. Later ging hij over op het calvinisme. Hoe kon hij dat doen? Hij was burgemeester en had grote invloed. Toen de Turkse legers naderden, sloot hij een verbond met de Rooms-katholieken. Gezamenlijk zouden ze de stenen kerk gebruiken. Mihály Végh was een oecumenicus avant la lettre. Hij was ook een dichter. Hij herdichtte psalm 55. Het werd als gezang werd opgenomen in het gezangboek van de Gereformeerde Kerk. Het is het oudste Hongaarse literaire document. Vanwege zijn verdienste in de strijd tegen de Turken werd Mihály Végh door keizer Maximiliaan II in de adelstand verheven. De adelbrief bevindt zich in het gemeentelijk archief van Kecskemét.
Mijn vader heeft veel materiaal over hem verzameld, maar er verder niets mee gedaan. Hij heeft niets opgeschreven. In 2016 overleed hij en toen ik in 2019 uit Curaçao terugkwam kreeg ik van mijn broer en zussen een doos. Toen ik erin keek zag ik al het materiaal dat mijn vader verzameld had. Hij had al eens tegen het eind van zijn leven tegen mij gezegd: “Hans, dat is allemaal voor jou. Jij moet het opschrijven”. Waarom hij het zelf niet gedaan heeft, weet ik niet. Misschien had hij het te druk met zijn  werk. Mijn broer en zussen zeiden tegen mij, toen ze mij de doos overhandigden: “Doe ermee wat je wil”. Toen rijpte bij mij het idee om een familiekroniek te schrijven. Een motief was ook dat ik de Hongaarse bronnen kon lezen en mijn broer en zussen, mijn kinderen en kleinkinderen niet. Ik dacht: Het zou jammer zijn als al deze kennis over ons verleden verloren zou gaan. Laat ik het allemaal op schrift stellen. Dat heb ik ook gedaan. Maar ik beschreef niet alleen de familiegeschiedenis, maar ook de geschiedenis van het Hongaarse volk, om ermee aan te geven wie we eigenlijk zijn en waar we eigenlijk vandaan komen. Nu zijn er rond de oorsprong van het Hongaarse volk veel raadsels. Aanvankelijk vormden ze een oervolk, samen met de Finnen en de Esten en nog wat andere volken, die nu nog in Rusland leven. Het oervolk leefde aanvankelijk in Noord-Rusland en zakte af via de Oeral naar het Zuiden. Het ging richting Mongolië. Ze hielden paarden en vee op de steppen. Langzamerhand ging het volk Westwaarts. Intussen waren de Finnen en de Esten al afgescheiden. Eind negende eeuw kwam het Hongaarse volk aan in het Karpatenbekken. In een  jaar of tien namen ze dit in bezit. Dat is nu zo’n elfhonderd jaar geleden. De Hongaren zijn dus een vreemde eend in de bijt van Europa. Ze worden omringd door Slaven en Roemenen en vormen een eiland van taal en cultuur.
Ik heb me altijd voor hun geschiedenis geïnteresseerd. Wij zijn als kinderen niet Hongaarstalig opgevoed. Onze ouders waren bang dat we anders niet zouden integreren in de Nederlandse samenleving. Pas toen ik voor het eerst naar Hongarije ging, op mijn zeventiende, ben ik Hongaars gaan leren. Het is een moeilijke taal en ik heb het (ik ben nu zeventig) nog niet helemaal onder de knie, al gaat het steeds beter.
Mijn grootouders
In mijn boek beschrijf ik ook de Hongaarse geschiedenis van eind negentiende tot eind twintigste eeuw, als achtergrondinformatie over de tijd dat mijn ouders den grootouders in Hongarije woonden. Van mijn grootouders van vaderskant weet ik weinig. Wel heb ik enkele doopbewijzen gevonden en verder is er wat mondelinge informatie van de kant van mijn vader. Hij vertelde dat zijn vader lid was van de lijfwacht van de keizer en dat hij later in de eerste wereldoorlog moest vechten tegen de Russen. Hij werd gevangengenomen en afgevoerd naar een krijgsgevangenkamp in Siberië. Via het Oortlogsarchief in Wenen kwam ik er achter dat hij geïnterneerd was in Tomsk. Maar hij wist te ontvluchten en liep via de Kaukasus terug naar Hongarije. Jaren na de oorlog kwam hij er aan. Hij trouwde er met mijn oma en uit dat huwelijk is mijn vader geboren.
De vader van mijn moeder kwam uit een dorp in  Midden-Hongarije en werd predikant. Hij was anticommunistisch en kreeg moeilijkheden met het regiem. Tijdens de opstand van 1956 zat hij in het revolutionair comité van het dorp. Toen de opstand was neergeslagen, was hij bang gearresteerd te worden. Waarom dat niet is gebeurd, blijft een raadsel, want vele van zijn collega’s zijn wel gearresteerd.
Dat mijn grootouders moeilijkheden hadden met het regiem bleek uit correspondentie die ze voerden met mijn ouders in Nederland. Mijn oma gaf de brieven af bij de Nederlandse ambassade in Boedapest die zie via de diplomatieke post naar mijn ouders stuurden. Die brieven vond ik bij de nalatenschap van mijn ouders. Omdat mijn grootouders dachten dat de Hongaarse geheime dienst de brieven toch niet zou lezen, schreven ze openlijk over de toestand in Hongarije tijdens het communistische regiem. We lezen van hun angsten en vrezen, van  hun  hoop de kinderen en de familie ooit nog te zien, van hun verwachting in de gevangenis te belanden. Uiteindelijk werd de grond te heet onder hun voeten en vroegen ze een uitreisvisum aan. Veel oudere collega’s van mijn  opa hadden die al gekregen. Kennelijk was de Hongaarse regering de predikanten liever kwijt dan rijk. Zo kwamen ze in 1957 in Nederland aan. Hier heeft mijn opa nog jaren gewerkt onder de Hongaarse vluchtelingen. Na hun komst in Nederland gaven ze enkele lezingen over hun ervaringen en bevindingen in Hongarije. Die lezingen vond ik ook in de nalatenschap en heb ik opgenomen in het boek. Ze geven een sfeerbeeld van Hongarije tijden het communistische bewind.
Eigen indrukken
In het boek beschrijf ik ook mijn eigen indrukken van Hongarije, tijdens het communistisch bewind en daarna. We bezochten vaak familie en vrienden. De contacten zijn altijd warm gebleven, tot op heden.
Tenslotte schrijf ik ook over mezelf, over het zoeken naar mijn identiteit: ben ik nu een Nederlander of een Hongaar? Mijn conclusie is: Hongarije is mijn oude vaderland, Nederland het nieuwe.
Naast mondelinge overlevering, brieven en rapporten maak ik gebruik van secundaire literatuur om het onderwerp voor het voetlicht te brengen.
Ik hoop dat mijn kinderen en kleinkinderen het boek met belangstelling zullen lezen. Het gaat over onze roots. Maar ook een ieder die geïnteresseerd is in Hongarije zal wellicht iets van zijn of haar gading kunnen vinden.
Het boek is uitgekomen bij uitgeverij Boekscout in Soest.
0 notes
automaticar · 5 months
Text
vimeo
Augmented reality in archeologisch onderwijs - Universiteit van Amsterdam
0 notes
dedanceadvocaat · 5 months
Text
5 vragen aan Leonoor Dröge – werkstudente bij Backstage Legal
Leonoor is onze nieuwe werkstudente bij Backstage Legal! In dit korte interview stelt ze zich voor.
1.      Even voorstellen…   Hi! Mijn naam is Leonoor, ik ben 25 jaar en woon in Leiden. Ik ben mijn master financieel recht in Leiden aan het afronden en ben sinds kort bezig met een tweede master International Technology Law aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Ik heb een grote passie voor muziek, van blues tot techno, en hou ervan om zo nu en dan op een feestje te draaien.   2.      Hoe kom…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
rotterdamvanalles · 6 months
Text
De bouw van de dr. Daniel den Hoed-kliniek aan de Groene Hilledijk, gezien vanaf de Valkeniersweide, 21 mei 1963.
Daniël den Hoed (Gouda, 18 oktober 1899 – Rotterdam, 10 maart 1950) was een Nederlandse arts en een belangrijke grondlegger van de radiotherapie in Nederland. Hij was directeur van het Rotterdams Radiotherapeutisch Instituut en werd na zijn overlijden bekend als naamgever van de oncologische kliniek in Rotterdam-Zuid.
Daniël den Hoed groeide op in Gouda waar hij aan de plaatselijke Rijks-HBS zijn HBS-diploma behaalde. Vervolgens studeerde hij geneeskunde aan de Universiteit Utrecht, waarna hij zijn loopbaan begon bij het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis in Amsterdam. Hier wijdde hij zich aan de bestraling van kanker ofwel radiotherapie, toentertijd een nauwelijks ontwikkeld vakgebied in de geneeskunde. In 1925 kreeg Den Hoed de leiding over de betreffende afdeling.
Den Hoed promoveerde in 1934 aan de Universiteit van Amsterdam tot doctor in de geneeskunde op het proefschrift Over de werking van harde röntgenstralen en gammastralen van radium en kan daarmee gezien worden als de eerste radiotherapeut van Nederland.
In 1940 werd Den Hoed directeur van het in 1914 opgerichte Rotterdams Radiotherapeutisch Instituut. In een oud pand aan de Bergweg werkte hij verder aan de behandeling van kwaadaardige gezwellen met behulp van röntgenstraling. Zeker in het begin was dit een kleine organisatie met zeer beperkte middelen. De kleine groep medewerkers, waaronder de echtgenote van Den Hoed die eveneens radiologe was, groeide geleidelijk uit tot een multidisciplinair team van radiologen en andere academici.
Den Hoed overleed in 1950 aan een hartinfarct. Na zijn dood werd hij benoemd tot erelid van de Noord-Amerikaanse Vereniging van Radiologen (Radiological Society of North America).
Tegenwoordig is Daniël den Hoed vooral bekend als naamgever van de voormalige Daniel den Hoedkliniek aan de Groene Hilledijk in Rotterdam Vreewijk. Deze in 1960 opgerichte kliniek, gelegen naast het toenmalige Zuiderziekenhuis, groeide uit tot een internationaal gerenommeerd multidisciplinair kankerinstituut. De kliniek was sinds 1995 onderdeel van het Erasmus MC. In 2018 werd de Kliniek definitief gesloten.
De fotograaf is Ary Groeneveld en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt van Wikipedia.
Tumblr media
0 notes