Tumgik
#Tjerk Bottema
jurjenkvanderhoek · 1 year
Text
KUNST IN KOPIE, ECHT OF NAMAAK?
Tumblr media
Eigenlijk heb ik me bij het zien van grafiek nooit afgevraagd of ik wel naar een originele afdruk kijk. Origineel in de zin van dat de maker het met de hand heeft geprint op de eigen pers. Of dat de maker de opdracht heeft gegeven het door een ander te drukken, maar er wel zijn of haar handtekening onder heeft gezet. En genummerd, want de originele afbeelding wordt in een beperkte oplage gedrukt. Zodat degene die de afdruk in bezit heeft weet dat het een exclusief werk betreft. Maar wat nu wanneer iemand een etsplaat heeft van Rembrandt of, dichterbij, van Boele Bregman, en hiervan printen gaat maken. Dan is de tekening wel van de genoemde kunstenaar, maar het is dan dus eigenlijk een kopie van het origineel, namaak, na gemaakt, achteraf gemaakt. Ofwel een nadruk.
Tumblr media
Want wat betekent de reproductiemogelijkheid voor de originaliteit van het werk. Is de eerste afdruk het origineel en zijn de andere werken in de oplage kopieën. En zijn alle werken in de oplage daadwerkelijk identiek, dus gelijk aan elkaar of zitten er verschillen tussen. Zo zodat ieder exemplaar dus een afzonderlijk origineel kan zijn. Want door variatie in temperatuur, luchtdruk, luchtvochtigheid, papier, inkt en drukkracht heeft de grafische kunstenaar het drukproces nooit helemaal onder controle. Het toeval stuurt en is raar gezegd in deze eigenlijk de ware kunstenaar.
Tumblr media
In de tentoonstelling “Kunst in kopie?” bij Museum Heerenveen laten de samenstellers mij iets afvragen, namelijk of grafische kunst in oplage gemaakt is of opnieuw gedrukt werd. Met wat is dan origineel, zetten ze mij tot nadenken. “Is het kunst of kopie? Zijn de afdrukken precies hetzelfde?” De tentoonstelling heeft een educatieve inslag, dus er is een opdracht voor mij: “Kijk eens heel goed en vergelijk een paar keer of er toch een verschil is.” Ik dien mijn ogen de kost te geven, me te realiseren wat ik zie. Dat doe ik dan ook bij het werk van vier kunstenaars uit de omgeving, want Museum Heerenveen is niet voor niets een streekmuseum. Dus is er om de geschiedenis van de streek in tentoonstellingen onder de aandacht te nemen, en zo mogelijk te promoten.
Tumblr media
De vier kunstenaars waarvan grafisch werk in de tentoonstelling is opgenomen zijn alle al overleden, dus kunnen niet zelf meer de handpers bedienen. Bij alle afdrukken die nu in de handel verschijnen kan men zich dus afvragen of het echt is of namaak. Het origineel, dus de plaat waarvan gedrukt wordt, is natuurlijk altijd echt. En wanneer de maker zelf die afdrukken heeft gemaakt zijn deze echt. Maar wanneer er nu nog afdrukken worden bijgemaakt is het origineel nog steeds echt, maar is het de vraag of de print authentiek is. Het is in beginsel een Bottema, Bregman, Mankes of Oosting. De vier kunstenaars die wortels hebben in de regio Heerenveen en waarvan grafische technieken als het etsen, steendrukken en de houtgravure in de tentoonstelling te zien zijn.
Tumblr media
Er valt veel te bekijken, want de opdracht is goed te kijken en nog eens te zien om verschillen in afdrukken te ontdekken – als die er al zijn. Want van veel druksels zijn meerdere exemplaren te vinden en opgehangen. In de tentoonstelling lees ik op een tekstbord: “Kenmerkend voor grafiek is de mogelijkheid om meerdere identieke afdrukken te maken van een werk. Bestaat die mogelijkheid niet, dan is er geen sprake van grafiek.” Dus.
Van Tjerk Bottema, Boele Bregman, Jan Mankes en Jeanne Bieruma Oosting is een interessante dwarsdoorsnede uit hun grafische oeuvre samengebracht in de tentoonstelling “Kunst in kopie?”. De werken alleen al geven kijkplezier in het bezoek aan Museum Heerenveen. Uit de eigen collectie worden werken getoond naast afdrukken uit dezelfde oplage van andere collecties. Zo kunnen de bezoekers de verschillende drukken en versies met elkaar vergelijken. Want het museum daagt mij uit om na te denken over de vraag: wat wordt verstaan onder originaliteit. De opdracht is om echt te kijken, geconcentreerd te beschouwen om antwoord te kunnen geven op de vraag of het kunst is of kopie. Een overtuigende respons komt daar niet uit. Want wat is echt en wat is namaak. De afdruk door de maker zelf gemaakt, is deze echt? En de afdruk gemaakt van dezelfde plaat maar door een ander, is dat namaak? Niet in de zin van imitatie of vervalsing, maar als betekenis dat het nog eens weer achteraf gemaakt is – een extra oplage, een nadruk. De plaat is er, dus kan weer gebruikt worden, toch? Om dit te voorkomen beschadigde Jan Mankes zijn drukvormen om eventuele nadrukken door anderen onmogelijk of duidelijk herkenbaar te maken.
Tumblr media
In een naastgelegen zaal wordt de geschiedenis van het drukken in kort bestek uit de doeken gedaan. Er staan originele handpersen en er worden onderdelen en materialen getoond. Afdrukken langs de wanden tonen de mogelijkheden van het drukken. Ook kan de bezoeker zelf aan de slag om te ontdekken hoe grafische kunst wordt gemaakt. Regelmatig vinden er workshops onder leiding van professionele kunstenaars plaats. De jongste bezoekers kunnen hun eigen drukwerkkunst maken met stempels en inkt.
Kortom, is de tentoonstelling “Kunst in kopie?” een complete belevenis van het drukken, de grafische techniek. Hoewel de titel enigszins misleidend is, aangezien het woord kopie toch de betekenis heeft van nabootsing en afschrift. Uiteraard is de grafiek voor de kunstenaar een goede mogelijkheid zijn werk te reproduceren. Om van een enkele tekening of afbeelding meerdere te maken. Dat betekent een groter bereik en een ruimere afzetmarkt. Want de kunst is een ambacht, een vak, een beroep; de kunstenaar wil zijn of haar kunst onder de mensen brengen en, niet onbelangrijk, er een verdienmodel aan koppelen. Grafiek is beter betaalbaar en dus voor een grotere groep liefhebbers toegankelijk. Want des te groter de oplage hoe meer de prijs wordt gedrukt. Maar dit terzijde.
Tentoonstelling “Kunst in kopie?”, grafiek van Tjerk Bottema, Boele Bregman, Jan Mankes en Jeanne Bieruma Oosting bij Museum Heerenveen, Minckelersstraat 11 in Heerenveen. Te bekijken tot en met 14 mei, de drukwerkplaats is open tot en met 27 mei 2023.
0 notes
huariqueje · 2 years
Photo
Tumblr media
Portrait of Roelof de Vries as a violinist   -  Tjerk Bottema , 1908.
Dutch,  1882-1940
Pastel on paper , 25 x 42 cm.
63 notes · View notes
Photo
Tumblr media
Tjerk Bottema - Cartoon of Abraham Kuyper "Lousy Sinterklaas" - December 5, 1909
Abraham Kuijper (29 October 1837 – 8 November 1920), publicly known as Abraham Kuyper, was Prime Minister of the Netherlands between 1901 and 1905, an influential neo-Calvinist theologian and also a journalist. He established the Reformed Churches in the Netherlands, which upon its foundation became the second largest Reformed denomination in the country behind the state-supported Dutch Reformed Church.
In addition, he founded a newspaper, the Free University of Amsterdam and the Anti-Revolutionary Party. In religious affairs, he sought to adapt the Dutch Reformed Church to challenges posed by the loss of state financial aid and by increasing religious pluralism in the wake of splits that the church had undergone in the 19th century, rising Dutch nationalism, and the Arminian religious revivals of his day which denied predestination. He vigorously denounced modernism in theology as a fad that would pass away. In politics, he dominated the Anti-Revolutionary Party (ARP) from its founding in 1879 to his death in 1920. He promoted pillarisation, the social expression of the anti-thesis in public life, whereby Protestant, Catholic and secular elements each had their own independent schools, universities and social organisations.
Pillarisation (Dutch: verzuiling) is the politico-denominational segregation of a society. These societies were (and in some areas, still are) "vertically" divided into several segments or "pillars" (zuilen, singular zuil) according to different religions or ideologies. The best-known examples of this have historically occurred in the Netherlands and Belgium.
These pillars all have their own social institutions: their own newspapers, broadcasting organisations, political parties, trade unions and farmers' associations, banks, schools, hospitals, universities, Scouting organisations and sports clubs. Some companies even hire only personnel of a specific religion or ideology. This leads to a situation where many people have no personal contact with people from another pillar.
Austrian, Iraqi Arab, Israeli, Lebanese, Maltese, Nigerian, Northern Irish, and Scottish societies may also be considered to have displayed aspects of pillarisation, historically or in the present time.
Tjerk Bottema (Bovenknijpe (municipality of Schoterland) 4 March 1882 - died on the sea on 21 June 1940) was a Dutch visual artist.
Bottema was born in 1882 as the son of the farmer Johannes Bottema and Tjitske de Vries. He was educated at the arts and crafts school Quellinus in Amsterdam. From 1901 to 1904 he followed the course at the Rijksakademie van beeldende kunsten in Amsterdam. He was a pupil of August Allebé, Georg Sturm and Nicolaas van der Waay. He also received lessons at the Academy of Antwerp. Bottema worked as a visual artist in various locations in Friesland and outside Friesland in the province of North Holland and in Amsterdam. He worked abroad in Belgium, Germany, England, France and Italy.
Bottema was, among other things, draftsman, painter and graphic designer. For example, he produced prints for the political-satirical magazine De Notenkraker.
Bottema died on June 21, 1940 when the ship the Berenice was torpedoed in the Channel. On board the ship were also the poet Hendrik Marsman and his wife.
He was the brother of the well-known artist Tjeerd Bottema.
19 notes · View notes
private-poppy · 7 years
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Membership recruitment and election posters for the S.D.A.P.  (Dutch socialist party)
‘Vote Red! Chose the candidates of the SDAP’ Albert Hahn sr., 1918 (X) (The laborer is battling capitalism, anarchy, suffering caused by war, famine and exorbitant food prices)
‘Chose the candidates of the SDAP - and bury these two under red votes!’ by Tjerk Bottema, 1922 (X)
‘SDAP - Vote on the list of the Soc. Dem. Lab. Party’ by Albert Hahn jr. , 1920/21 (X) 
‘Towards the New Day! SDAP -List 4- Wibaut’ by Albert Hahn jr. 1935 (X)
‘The Reds are Calling - Strengthen the SDAP” by Meijer Bleekrode, 1930 (X)
‘Shoulder by shoulder in the SDAP’ by Meijer Bleekrode, 1930/31  (X)
‘Disarmament! Women, fight along - support the SDAP’ by Willem Papenhuyzen, 1925 (X)
‘Away with Militarism - Vote SDAP – nr. 1 of the list: P.J. Troelstra J.D.’, unknown artist, 1922 (X)
‘Away with the shackle law – Minister Ruijs regulates the “pulse of the time”’ by L.J. Jordaan, 1920 (X) (The handcuffs read ‘revolution law’)
‘By your vote, strengthen the army of the SDAP’ by Jacq. J. Ottens, 1925 (X)  (The protesters are bursting through the government program of Colijn & companions, according to this poster consisting of wage cuts, wasteful military spending, a 10-hour work day, reactionary education, and reductions of the care for the unemployed)
218 notes · View notes
jurjenkvanderhoek · 2 years
Text
STROOMOPWAARTS IS DE TIJDLOOSHEID VAN DE NATUUR
Tumblr media Tumblr media
Eigenlijk kun je in Zuidoost-Friesland maar op drie plekken daadwerkelijk stroomopwaarts gaan. Dat is terug naar de oorsprong van de rivieren Linde, Tjonger en Boorne. De andere wateren zijn gegraven voor bedrijfsdoeleinden, hebben dus geen bron. Zijn soms na demping weer opnieuw uitgebaggerd, andere tijden andere inzichten. Een deel van de Tjonger is gekanaliseerd en recht getrokken om samen met de Opsterlandse Compagnonsvaart de in het achterland gewonnen turf stroomafwaarts naar de Compagnie, het latere Heerenveen, over water te vervoeren. Deze rivieren vormden het landschap indirect, de omgeving van de Schoterweven dat er nu gedifferentieerd bijligt. In dat landschap waar eertijds het afgraven van laagveen om turf te winnen plaats had zodat de Hollanders er warmpjes bij konden zitten, in dat landschap vinden natuur, landbouw, infrastructuur, ecologie en recreatie nieuwe verhoudingen. In dat landschap zoeken vijf samenwerkende musea de bron van het bestaan hier in dit gebied. In het culturele project Stroomopwaarts gaan Museum Dr8888, Museum Belvédère, Museum Heerenveen, Museum Opsterlân en het Nationaal Vlechtmuseum terug naar de basis. En trekken enkele randprojecten mee opwaarts tegen de stroom in.
Tumblr media
Museum Belvédère toont uit de eigen collectie werk dat verband houdt met een omgeving, en kunstenaars die werkzaam waren of zijn in het gebied dat Stroomopwaarts zegt te bestrijken. Deze kunst wordt gecombineerd met werk van gastexposanten. “De geëxposeerde schilderijen, tekeningen, foto’s en installaties zijn alle geïnspireerd op het Zuidoost-Friese landschap of kunnen ermee in verband worden gebracht. Tezamen bespiegelen ze landschappen zoals die in Zuidoost Fryslân kunnen worden beleefd.”, lees ik op het tekstbord bij de tentoonstelling in de kabinetten van de westvleugel van dit museum. En er valt genoeg te beleven, want Belvédère heeft in haar korte bestaan al het nodige werk verzameld waarvan de kunstenaars hun ervaring bij en in de omgeving hebben vastgelegd in realistische, geabstraheerde en abstracte beelden.
Er is bij de smaakvolle inrichting echter losjes om gesprongen met het onderwerp. De werken hebben alle het landschap als thema, maar dat is niet altijd de regio van Zuidoost Friesland. Natuurlijk trok Sjoerd de Vries de Deelen in en bezag Tjerk Bottema de boerderijen in Langezwaag, zette Jan van der Zee het Friese zwartbonte stamboekvee in zijn weiland en kleurt de rode zon het Friese landschap van Gerrit Benner, zoekt Tjibbe Hooghiemstra zijn bos in de Wâlden en staat de boer van Jan Mankes in het Meer bij Benedenknijpe. Maar het leeg landschap van Jaap Min kan van overal zijn maar is uit Noord-Holland en de oude Buisse Heide van Han Klinkhamer is toch echt Noord-Brabant, het vennetje waar Coen Vunderink een visstek heeft is – ik zocht het op in Google maps – bij Roden en Jan Wiegers’ boerderij staat in de hooilanden van Groningen.
Het landschappelijke karakter is volledig uitgebuit. En Belvédère kan weer eens groot uitpakken en laten zien wat er zoal in huis aka depot is. En of dat nu allemaal beelden zijn uit al dan niet deze omgeving is van weinig belang. De perceptie van de kunstenaar op het landschap is In Zuidoost Friesland of waar dan ook in Nederland en daarbuiten dezelfde. De streek wordt ondergaan, of daar nu uitgestrekt weiland tot de einder ligt of heuvels het ruime zicht beperken. En of de kunstenaar nu de realiteit zoekt of de werkelijkheid expressionistisch neerzet, de essentie in kleur en vlak vindt of het wezen abstract verbeeldt, het gevoel is even sensationeel.
Tumblr media
De gastexposanten brengen een opmerkelijke sfeer binnen de tentoonstelling. De werken kunnen toevallig in de samenhang passen, maar zijn ook wel speciaal voor deze ruimte en dit moment gemaakt. Zo heeft Ids Willemsma een installatie gemaakt door snoeihout van de fruitbomen uit zijn tuin op de vloer uit te spreiden. Maar wel in een structuur die het aforisme van Evert Rinsema benadrukt: “de mens is van nature hoekig”. Deze uitspraak siert nog altijd de gele vluchtdeur van het museum. In dit werk wil Willemsma laten zien hoe wij de natuur naar onze menselijke hand zetten. In dit stroomgebied is dat veel gebeurd, door afgraving en ontginning heeft de mens hier bepaald hoe het aanzicht van de omgeving zou worden. In zijn kunst hergebruikt de kunstenaar restmateriaal, een soort van art trouvé: in het bestaan nieuwe vormen zien, bestaande structuren een ander aanzicht geven.
Voor Dineke Oosting vormde natuurgebied De Deelen een inspiratiebron. Het gebied was vroeger werkterrein voor de veenarbeiders die turf wonnen uit het laagveen. Door afgraving ontstonden petgaten die nu door plant en dier dankbaar zijn ingenomen. Oosting plaatste op een oude landbouwmachine een stukje maakbare natuur, dat ze vormde uit onder meer varens en riet, boomstammen, takken en turf. Op oud ijzer laat zich gebakken natuur voort trekken, maar in het museum staat het voor dit moment even stil om het verleden levend te houden.
Tumblr media
De fotografie van Mischa Keijser en Ton Broekhuis zet geen vraagtekens. Zo lijkt het. De werkelijkheid is de realiteit. Maar die realiteit is gemanipuleerd. Niet door digitale tussenkomst, maar analoog met een filter of de juiste stand en het exacte moment. De blik van de fotograaf. Dat is wachten op die tel dat de natuur zich van de beste kant wil laten zien. Die beste kant die de fotograaf interessant acht om vast te leggen. Keijser doet eerst het licht uit, of althans hij beschijnt in de nacht zijn onderwerp – doet dus eigenlijk het licht aan om voor hem het juiste detail uit te lichten, bijzonder te maken. Dat laten zien wat overdag normaal is en over het hoofd wordt gezien. Broekhuis schept een plek dat er niet is langs de rivier die van beide zijden een andere naam draagt. De Friezen zeggen Tsjonger en de Stellingwervers spreken van Kuunder. Daartussen is een denkbeeldig land, een imaginaire wereld. De gedachte bij het zichtbare. Een dramatische sfeer, een theatrale stemming.
Tumblr media
Een samengesteld tapijt van vakken en kleuren noemt Jet van Oosten “Happy turf”. En ja, bij het zien van deze installatie wordt je blij. De turfvormen zijn op de vloer in de afmetingen van een eenpersoonsbed gerangschikt. Tussen lichtbruine tinten straalt een kleurige schakering van roden, gelen en blauwen. De zwarte en witte springen daar dan tussen uit. Het turfbrood is van stof, een gebreide doos. De zachte huid is tegendraads vergeleken met de rauwe textuur van het gedroogde veen, dat het resultaat is van in elkaar geklonken restanten van afgestorven planten. Om die te winnen voor gebruik in een warmtebron is veel en zware arbeid verricht. Deze installatie van Van Oosten geeft de geschiedenis een romantisch beeld. Een weerslag dat geen werkelijkheid is.
Tumblr media
Naast Annemieke Harkema en Mariëtte van Erp zijn bovenstaande kunstenaars met hun werk het meest in het oog springend in deze opstelling. Maar het waterwerk van Egge Baarveld aan het begin van de tentoonstelling, een werk waar je letterlijk tegenaan loopt wanneer je de zaal binnenkomt, is heel heftig. Het is verrassend aanwezig. Het kan een omgeving zijn van overal, maar is vooral het landschap van de depressieve gedachten. Naast luguber en onheilspellend is er ook hoop en verwachting. Bomen zijn schaduwen van zichzelf, het water is onzichtbaar diep en de atmosfeer trilt als een riet. Maar linksboven werpt de zon de blik in de compositie, het licht wordt in de waterspiegel gereflecteerd. Er is licht aan het eind van de tunnel.
Tumblr media
“(…) The ground itself is kind, black butter / Melting and opening underfoot / Missing its last definition / By millions of years / They’ll never dig coal here / Only the waterlogged trunks / Of great firs, soft as pulp / Our pioneers keep striking / Inwards and downwards / Every layer they strip / Seems camped on before / The bogholes might be Atlantic seepage / The wet centre is bottomless.”
De kern van dit gedicht van de Ier Seamus Heaney, voorbij de overlapping van verleden en heden, is de tijdloosheid van de natuur. Die tijdloosheid verbeelden de kunstenaars waarvan werk te bekijken valt in Stroomopwaarts bij Museum Belvédère. Een voorproef op het komende collectieboek. Een kunnen van bekwaamheid van de inrichter en samensteller van de tentoonstelling. Sta ik buiten zie ik rondom de luchten van Jentje van der Sloot, de lisdodden van Ronald Zuurmond, de knotwilgen van Dick van Arkel, de paarden van Jan Altink, de mistige einders van Willem van Althuis en het vretende licht van Christiaan Kuitwaard.
STROOMOPWAARTS, daar waar eens, daar waar nu… Groepstentoonstelling met werk uit de eigen collectie gecombineerd met dat van gastexposanten met het landschap als inspiratiebron. Museum Belvédère, Oranje Nassaulaan 12 in Heerenveen / Oranjewoud.
0 notes