Tumgik
#Jesaja 55 : 6 - 7
Text
Hierdie onderrig klankgreep het my aan jou laat dink. Kyk Jesaja 55:6-7 deur NHK Witfontein:
Gebed:
Vader, U het Uself deur Jesus bekendgemaak. Dankie dat U vir my 'n manier gee om U ten diepste te ken. Wanneer ek sukkel om U te hoor, bemoedig en lei my dan asseblief deur u Woord. Help my om nader aan U te kom en al verder weg van my ou lewe. In die Naam van Jesus. Amen.
0 notes
Tumblr media
Jesaja 54:10 Denn die Berge mögen weichen und die Hügel wanken, aber meine Güte wird nicht von dir weichen und mein Friedensbund nicht wanken, spricht Jehova, dein Erbarmer.
(For the mountains may depart, and the hills be removed; but my lovingkindness shall not depart from you, neither shall my covenant of shalom be removed, says the LORD who has mercy on you.) — Isaiah 54:10 | Elberfelder 1905 (ELB) The Elberfelder German Bible translation distinguishes itself by its exactness and literalness. It was first published in Germany in 1871 and is now in the public domain. Cross References: Numbers 25:12; 2 Samuel 23:5; Psalm 89:34; Psalm 102:26; Isaiah 9:6; Isaiah 51:6; Isaiah 54:8; Isaiah 55:3; Isaiah 55:7; Isaiah 55:12; Isaiah 59:21; Isaiah 61:8; Isaiah 63:7; Jeremiah 31:36; Jeremiah 33:20; Ezekiel 16:42; Hebrews 12:27; Revelation 6:14
4 notes · View notes
charleshaddonspurgeon · 9 months
Text
Voor Iedere Dag | Ochtend Overdenking Een vriend van tollenaars en zondaars. (Mattheüs 11:19) Lees verder Jesaja 55:1—7. Er is een plaats in Engeland, in de buurt van Winchester, waar aan iedere voorbijganger een stuk brood wordt gegeven als daarom gevraagd wordt. Wie hij ook is, hij hoeft maar op de deur van het St. Cross Ziekenhuis te kloppen en er is brood voor hem. Jezus had zondaren zo lief dat Hij een St. Cross Ziekenhuis heeft gebouwd zodat, wanneer een zondaar maar honger heeft, hij maar te kloppen heeft en krijgt wat hij wil. Nee, Hij heeft het beter gedaan, Hij heeft in dat ziekenhuis een bad gebouwd en wanneer een ziel zwart en vuil is, hoeft hij daar maar heen te gaan en hij wordt gewassen. De fontein geeft oneindig water en werkt altijd. Er is nog nooit een zondaar geweest die in dat bad gegaan is en er achter kwam dat zijn vlekken niet weggewassen konden worden. Zonden van scharlaken en karmozijn zijn verdwenen en de zondaar is witter dan sneeuw. En alsof dat niet genoeg was heeft Hij in zijn ziekenhuis van het kruis een kledingkast gebouwd. De zondaar mag daar, gewoon als zondaar met niets in zijn handen, leeg en naakt, komen om van top tot teen bekleed te worden. Als hij een soldaat wil zijn, krijgt hij niet alleen een onderkleed, maar hij kan ook een harnas krijgen wat hem van de onderkant van zijn voeten tot de bovenkant van zijn hoofd zal bedekken. Als hij een zwaard wil, of een schild, dan zal hij dat krijgen. Er is niets wat zijn hart verlangt en goed voor hem is wat hij niet zal krijgen. Hij zal geld hebben zo lang als hij leeft en een eeuwige erfenis van heerlijke schatten wanneer hij binnenkomt in de vreugde van zijn Heere Ter overdenking De gekruisigde Christus trekt zondaren naar zichzelf (Johannes 12:32–33). Als wij tot Hem komen, is Hij de volmaakte Gastheer die niemand terugstuurt (Johannes 6:37). Hij geeft hen de beste gastvrijheid (Johannes 6:35). Hij kan volkomen worden aanbevolen door iedereen die in waarheid tot Hem komt (Johannes 6:68–69). Preek nr. 556, 29 augustus (onbekende datum)
0 notes
mimmiroxie · 1 year
Text
Sök Herren medan han låter sig finnas, åkalla honom medan han är nära. Må den gudlöse överge sin väg, den ondskefulle sina planer. Må han vända om till Herren, så skall han förbarma sig över honom, vända om till vår Gud, som alltid vill förlåta.
Jesaja 55:6‭-‬7 B2000
0 notes
fitundheil · 4 years
Photo
Tumblr media
Gott will Sie durch sein Wort ermutigen!
Denn was der Herr sagt, das meint er auch so, und auf das, was er tut, kann man sich verlassen. Psalm 33,4
Als ich den Herrn um Hilfe bat, antwortete er mir und befreite mich von meinen Ängsten. Wer zum Herrn aufschaut, der strahlt vor Freude, und sein Vertrauen wird nie enttäuscht. Ich war am Ende, da schrie ich zum Herrn, und er erhörte mich; aus aller Bedrängnis hat er mich befreit. Psalm 34,5-7
Wenn aber aufrichtige Menschen zu ihm rufen, hört er sie und rettet sie aus der Not. Der Herr ist denen nahe, die verzweifelt sind, und rettet jeden, der alle Hoffnung verloren hat. Psalm 34,18-19
Tag und Nacht weine ich, Tränen sind meine einzige Speise, denn ständig verspottet man mich und fragt: «Wo bleibt den dein Gott? » Warum nur bin ich so traurig? Warum ist mein Herz so schwer? Auf Gott will ich hoffen, denn ich weiss: ich werde ihm wieder danken. Er ist mein Gott, er wird mir beistehen! Psalm 42,4 u. 6
Gott ist unsere Zuflucht und Stärke, ein bewährter Helfer in Zeiten der Not. Darum fürchten wir uns nicht. Psalm 46,2
Ich weiss: Gott ist mein Helfer, er setzt sich für mich ein. Psalm 54, 6
Überlas alle deine Sorgen dem Herrn! Er wird dich aufrichten; niemals lässt er den scheitern, der treu zu ihm steht. Psalm 55, 23
Erbarme dich über mich, o Gott, erbarme dich! Bei dir suche ich Zuflucht, bei dir bin ich geborgen wie ein Küken, das sich unter die Flügel seiner Mutter flüchtet, bis das Unwetter vorbeigezogen ist. Psalm 57, 2
Nur bei Gott komme ich zur Ruhe; geduldig warte ich auf seine Hilfe. Nur er ist ein schützender Fels und eine sichere Burg. Er steht mir bei, und niemand kann mir schaden. Psalm 62, 2.3
Gepriesen sei der Herr! Tag für Tag trägt er unsere Laste. Gott ist unsere Hilfe. Psalm 68, 20
Jetzt aber bleibe ich immer bei dir, und du hältst mich bei der Hand. Du führst mich nach deinem Plan und nimmst mich am Ende mit in Ehren auf. Herr, wenn ich nur dich habe, bedeuten Himmel und Erde mir nichts. Selbst wenn alle meine Kräfte schwinden und ich umkomme, so bist du doch, Gott, allezeit meine Stärke ja, du bist alles, was ich habe! Psalm 73, 23-26
Ich war schon gefangen in den Klauen des Todes, Angst vor dem Grab überfiel mich, ich war völlig verzweifelt. Da schrie ich laut zum Herr, ich flehte ihn an: «O Herr, rette mein Leben!“» Ps. 116, 3-7
Aber die Zeit der Finsternis und der Hoffnungslosigkeit wird einmal ein Ende haben. Jesaja 8, 23
Aber alle, die ihr Hoffnung auf den Herrn setzen, bekommen neue Kraft. Sie sind wie Adler, denen mächtige Schwingen wachsen. Sie gehen und werden nicht müde, sie laufen und sind nicht erschöpft. Jesaja 40, 31
Das geknickte Schilfrohr wird er nicht abbrechen und den glimmenden Docht nicht auslöschen. Unbeirrbar sagt er allen, was wahr und richtig ist.Jesaja 42, 3
Berge mögen einstürzen und Hügel wanken, aber meine Liebe zu dir wird nie erschüttert, und mein Friedensbund mit dir wird niemals wanken. Das verspreche ich, der Herr, der dich liebt! Jesaja 54, 10
Ich, der Hohe und Erhabene, der ewige und heilige Gott, wohne in der Höhe, im Heiligtum. Doch ich wohne auch bei denen, die traurig und bedrückt sind. Ich gebe ihnen neuen Mut und erfülle sie wieder mit Hoffnung. Jesaja 57, 15
Gott Vater hat dich schon immer geliebt, darum begegnet er dir mit Güte. Gott will uns immer nahe sein. Darum benutzt er manchmal eine schwierige Lebensphase, um uns liebend an sich zu ziehen. Jeremia 31, 3
Ich bleibe derselbe; ich werde euch tragen bis ins hohe Alter, bis ihr grau werdet. Ich der Herr, habe es bis hierher getan, und ich werde euch auch in Zukunft tragen und retten. Jesaja 46, 4
Denn da bin ich ganz sicher: Weder Tod noch Leben, weder Engel noch Dämonen, weder Gegenwärtiges noch Zukünftiges, noch irgendwelche Gewalten, weder Himmel noch Hölle oder sonst irgend etwas können uns von der Liebe Gottes trennen, die Gott uns in Jesus Christus, unserem Herrn bewiesen hat. Römer 8, 38
0 notes
eindtijd-eu · 4 years
Text
Zes valse leringen die misleiding brengen
Tumblr media
De Bijbel waarschuwt ons dat er in de laatste dagen valse leringen zullen ontstaan die misleiding brengen. Opmerkelijk dat juist het blad Charisma News een artikel aan een aantal van deze valse leringen besteed. Bij ons de vertaling van dit artikel, gedaan door Goldmine Media. Welke zes leringen gaat het om, hoe brengen ze misleiding, en welk Bijbels antwoord is er te geven? Sinds dat bekende moment in de Hof van Eden, toen een enkele beet de harmonie van de wereld vernietigde, heeft de mens geprobeerd om zijn eigen weg te maken, zijn eigen meester te zijn, en zijn eigen koninkrijk op te richten. Er is niets nieuws onder de zon. Maar als we trouwe volgers van onze Heer en Redder, Jezus Christus, willen zijn in deze tijd, moeten we alert zijn en bereidt zijn om moedig op te staan tegen de geest van de tijd die probeert om de boodschap van Christus aan te passen, Zijn kracht om ons te bevrijden van zonde te ondermijnen en het beeld van Christus opnieuw te maken om Hem meer acceptabel te maken voor een dwalende generatie en het Evangelie te herschrijven om de weerstand van het Kruis weg te nemen. De afgelopen 2000 jaar wordt de kerk geplaagd door de ene ketterij na de andere, die proberen om het Evangelie te temmen. Vandaag is niet anders. Hier zijn slechts een paar voorbeelden van populaire geloofsovertuigingen in onze huidige cultuur die de kerk bedreigen. Valse leringen die misleiding brengen. Universalisme: Het geloof dat alle mensen worden gered en dat alle wegen tot God en eeuwig leven leiden. Velen binnen deze theologie beweren bijvoorbeeld dat christenen en moslims dezelfde (G)god dienen. Het welvaartsevangelie: het geloof dat het God's grootste zorg is dat gelovigen rijk en gezond zijn. Als christenen ziek zijn, lijden of arm zijn, dan komt dat door gebrek aan geloof. New Age: een geloofssysteem van oosterse afkomst wat de nadruk legt op univesele tolerantie en doen wat goed voelt (moreel relativisme). Het gaat er van uit dat de mens heilig is en zijn eigen realiteit en identiteit kan vormen Wetticisme (legalisme) het onjuiste gebruik van de wet die in de Schrift beschreven staat in een poging om redding te bereiken of te behouden. Wetticisme legt ook veroordeling op medechristenen omdat die niet voldoen aan het eigen beeld van heiligheid in plaats van dat men anderen stimuleert om Jezus voorbeeld te volgen, God's standaarden te gehoorzamen die duidelijk in de Schrift staan. Hypergenade: De overreactie op wetticisme die resulteert in een misbruik van God's genade. Gelovigen voelen zich tot het moderne hypergenade aangetrokken omdat ze vrijheid zoeken. Niet alleen van wetticisme, maar ook van de standaarden van God. The emerging chuch: een beweging die claimt christelijk te zijn, maar "cultureel relevante" methoden gebruikt om het Evangelie toegankelijker te maken voor een postmoderne cultuur. Het leven van Jezus wordt meer als een allegorie of verhaaltje verteld in plaats van een waargebeurde gebeurtenis. In het bijzonder de "inclusieve" benadering van diverse geloofssystemen is bron van zorg, maar ook een nadruk op emoties boven absolute waarheid en de gedachte dat er geen hel, oordeel of noodzaak tot vergeving is. De "emerging church" beweging verheerlijkt eerlijkheid en belijden wel, maar zonder berouw. Achtergrond Achter al deze valse ideologieën zit het geloof dat de Schrift niet onfeilbaar is en dat de waarheid eenvoudig verandert door de loop van de tijd. Een onderzoek van Gallup in 2014 leerde dat: 22% van de Amerikanen gelooft dat de Bijbel het echte Woord van God is en letterlijk genomen zou moeten worden;28% gelooft dat het Woord van God is, maar met meerdere mogelijke interpretaties;28% gelooft dat de Bijbel het door God geïnspireerde Woord is, maar niet letterlijk genomen moet worden;18% gelooft dat het een oud boek is met legendes, geschiedenis en morele concepten, door de mens geschreven. Hoe kunnen we reageren? We preken Christus! We herstellen Bijbelse doctrine, klampen ons vast aan de hoogste Autoriteit, het Woord van God. Want, ongelovigen, wier overleggingen de god dezer eeuw met blindheid heeft geslagen, zodat zij het schijnsel niet ontwaren van het evangelie der heerlijkheid van Christus, die het beeld Gods is. 5 Want wij prediken niet onszelf, maar Christus Jezus als Here, en onszelf als uw dienaren om Jezus’ wil. ongelovigen, wier overleggingen de god dezer eeuw met blindheid heeft geslagen, zodat zij het schijnsel niet ontwaren van het evangelie der heerlijkheid van Christus, die het beeld Gods is. 5 Want wij prediken niet onszelf, maar Christus Jezus als Here2 Cor. 4:4, 5a We prediken Christus die door God al in Genesis beloofd werd. Christus prediken we, die uit een maagd werd geboren. De Christus die zieken geneest, de doden opwekt, de lammen deed lopen, en die gevangen vrij zette, prediken we. We prediken de Christus die er voor koos om de dood van een crimineel aan het kruis te sterven om ons vrij te kopen van zonde. De opgestane Christus, die glorieus opstond uit het graf, prediken we. Die nooit meer sterft, en zo iedereen die zijn vertrouwen in Hem stelt verzekerd van het eeuwige leven bij Hem in de hemel. We prediken Christus die terug zal komen om de levenden en de doden te oordelen. Dus wat kunnen we zeggen tegen valse leringen die misleiding brengen? Tegen de universalisten: Niemand zal gered worden, behalve door Christus. Alleen degenen die er voor kiezen om berouw te hebben en de Naam van Jezus aanroepen zullen eeuwig leven hebben. (Handelingen 4:12; Mattheus 25:46; Hebreeën 9:27; Johannes 14:6) Tegen de verkondigers van het welvaartsevangelie: Jezus beloofde dat we zullen lijden, maar dat Hij met ons is en de wereld overwonnen heeft! Johannes 16:33; Romeinen 5:3-5; 2 Timotheus 3:12; Lukas 14:27) Tegen new agers: Er is slechts één soevereine God, de Maker van alle dingen (Jesaja 55:8, 9; Job 12:10; Hebreeën 2:5-10) Tegen wetticisten: Als rechtvaardigheid haalbaar was geweest via de wet had Christus niet hoeven sterven (Mattheus 7:22, 23; Galaten 2;21, Romeinen 3:10-12, 28; Jakobus 2:10) We worden gerechtvaardigd door het geloof in Jezus Christus Enige Werk aan het kruis, en zelfs dit geloof is een gave van God, niet bereikt door onze eigen inspanningen (Romeinen 4:5; Efeze 2:8) En we mogen onze broeders en zusters in Christus niet veroordelen op zaken die open staat voor debat (Romein 14:1-12) Tegen aanhangers van hypergenade: God's genade heeft ons bevrijd van de banden van de zonde, maar we zouden Zijn offer niet tevergeefs moeten ontvangen. (Romeinen 6:23; Hebreeën 10:26-29) We moeten berouw hebben en ons bekeren en er naar streven om onder de heerschappij van Christus te leven, zoekend naar heiligheid door de kracht van de Heilige Geest. (1 Petrus 1:13-16; 2:11, 12; Romeinen 5:20 - 6:18) Tegen de emerging church: Als we het Evangelie afzwakken hebben we geen Goed Nieuws meer om te brengen. (Galaten 1:8,9; 1 Cor. 14:1-4; Exodus 20:3-6; Johannes 8:24) Alleen Christus kan de banden van de zonde verbreken, de gevangenen vrij zetten en ons veranderen naar Zijn beeld. (1 Johannes 5:3-5; Filippenzen 3:7-9; Galaten 5:16) Broeders en zusters in Christus, wapen jezelf met het Woord van God. Ken je Bijbel en spreek de waarheid in liefde. Op deze manier blijven we trouw door de kracht van de Heilige Geest. Bron: Charisma News Lees meer artikelen over valse leer op onze site Read the full article
0 notes
jezus-volgen · 5 years
Text
De juiste benadering van Bijbelse profetieën
Tumblr media
Profetieën gaan over dingen die nog niet zijn gebeurd, waar God ons al over heeft verteld. Sommigen van hen zijn tekenen die Hij aan profeten gaf zodat ze erover zouden schrijven, zoals in de boeken van Jesaja en Daniël. Sommigen van hen werden aan mensen verteld, rechtstreeks door God in het vlees, zoals de profetieën van de Heer Jezus over de laatste dagen. Hoe een profetie daadwerkelijk wordt vervuld, is niet iets dat wij als mensen kunnen doorgronden. Wat ik hier wil zeggen, is dat we allemaal weten dat profetieën geen dingen zijn die mensen volledig kunnen begrijpen, maar dat veel mensen nog steeds proberen te vertrouwen op hun eigen denken en fantasieën als ze naar Bijbelse profetieën kijken. Ze geven preken zonder enige beperking op basis van de letterlijke betekenis van profetieën. Dat is een heel ernstig probleem. Het kan niet alleen schade toebrengen aan anderen, maar het kan hen ook misleiden, zodat ze Gods redding kunnen mislopen of zelfs weerstand kunnen bieden aan God.
Net zoals in het Tijdperk van de Wet, waren de Farizeeën van het Joodse geloof zeer bekend met de wet en waren ze goed thuis in de Bijbel, vooral op het gebied van de profetieën over de komst van de Messias. Het boek Jesaja profeteert: “Daarom zal de Heer zelf u een teken geven: de jonge vrouw is zwanger, zij zal spoedig een zoon baren en hem Immanuel noemen” (Jesaja 7:14). “Want een kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven: de heerschappij zal op zijn schouder: en zijn naam zal genoemd worden: Wonderlijk, Raadsheer, de machtige God, de eeuwige Vader, de Prins der Vrede” (Jesaja 9:6). Het boek van Micha profeteert:“Uit jou, Betlehem in Efrata, te klein om tot Juda’s geslachten te behoren, uit jou komt iemand voort die voor mij over Israël zal heersen. Zijn oorsprong ligt in lang vervlogen tijden, in de dagen van weleer” (Micha 5:1). Toch bleven de Farizeeën op hun eigen opvattingen en fantasieën vertrouwen om de betekenis van deze Schriften te interpreteren. Zij geloofden dat Degene die zou komen de Messias zou worden genoemd en dat Hij hun Heer zou zijn; dat Hij majestueus zou zijn, in evenwicht, en dat hij hen zou redden van de heerschappij van de Romeinen. De profetieën werden echter vervuld op manieren die volledig buiten hun verbeeldingskracht lagen. Er werd geprofeteerd dat een maagd een zoon zou baren, maar de Farizeeën zagen dat de Heer Jezus een moeder en een vader had. Er werd geprofeteerd dat Hij Emmanuel zou worden genoemd, maar Degene die kwam werd Jezus genoemd. Er werd geprofeteerd dat de Messias de macht zou nemen, maar niet alleen leidde de Heer Jezus hen er niet toe het Romeinse regime omver te werpen zoals zij hadden gedacht, maar leerde hen in feite om hun vijanden lief te hebben, om vergevingsgezind en tolerant te zijn. De Heer Jezus leek ook een gemiddelde persoon van buitenaf te zijn – Hij had geen verheven imago of stelde Zich niet als buitengewoon voor … Om die redenen concludeerde de Farizeeën dat de Heer Jezus niet de Messias was waar ze op wachtten. Ze hielden zich aan de woorden van de profetieën en zochten niet nederig naar wat de Heer Jezus predikte. Hoewel ze heel goed wisten dat Zijn woorden autoriteit inhielden accepteerden ze deze toch niet; in plaats daarvan grepen ze elke manier aan om Hem te lasteren en belasteren, en spoorden ze de mensen aan om de Heer Jezus te verwerpen. Uiteindelijk kruisigden ze Hem en begingen ze de gruwelijkste van alle zonden.
Wanneer we naar de profetieën kijken is het duidelijk dat we absoluut niet kunnen afbakenen hoe ze worden vervuld op basis van onze eigen verbeeldingskracht. Net zoals Petrus de apostel zei: “Ons vertrouwen in de woorden van de profeten is daardoor alleen maar toegenomen. U doet er goed aan uw aandacht altijd daarop gericht te houden, als op een lamp die in een donkere ruimte schijnt, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw hart. Besef daarbij vooral dat geen enkele profetie uit de Schrift een eigenmachtige uitleg toelaat, want nooit is een profetie voortgekomen uit menselijk initiatief: mensen die namens God spraken werden daartoe altijd gedreven door de heilige Geest” (2 Petrus 1:19–21). Petrus’ woorden verduidelijken voor ons dat de profetieën van God komen en dat de juiste houding er een is van kijken, wachten en zoeken. Niet om ze te interpreteren op basis van ons eigen inzicht. Op die manier zullen we, zelfs als een profetie al is vervuld, de vervulling ervan ontkennen omdat we ons vastklampen aan de letterlijke betekenis ervan.
Dus hoe gaan we tegenwoordig om met Bijbelse profetieën? De Bijbel voorspelde:“En dan zal er een teken verschijnen van de Mensenzoon in de hemel: en dan zullen alle volken van de aarde treuren, en zullen ze de Mensenzoon zien komen op de wolken van de hemel met macht en grote glorie” (Matteüs 24:30).Op basis van dit Bijbelvers geloven veel mensen dat de Heer zal neerdalen op een wolk, en als ze de Heer niet op een wolk zien, denken ze dat Hij niet is teruggekeerd. Ze letten er dan niet op dat de Bijbel ook had geprofeteerd: “Ziet, Ik kom als een dief” (Openbaring 16:15). “En rond middernacht werd er geroepen: ‘Kijk, de bruidegom komt; ga uit om hem te ontmoeten’” (Matteüs 25:6). Wordt het dan niet heel gemakkelijk om de komst van de Heer te mislopen? De Bijbel zegt: “Hoe onuitputtelijk zijn Gods rijkdom, wijsheid en kennis, hoe ondoorgrondelijk zijn oordelen en hoe onbegrijpelijk zijn wegen. ‘Wie kent de gedachten van de Heer, wie was ooit zijn raadsman? Wie heeft hem iets gegeven dat door hem moest worden terugbetaald?’ Alles is uit hem ontstaan, alles is door hem geschapen, alles heeft in hem zijn doel. Hem komt de eer toe tot in eeuwigheid” (Romeinen 11:33–36). Dat is juist. Wie van ons kan Gods daden doorgronden? We vertrouwen op onze eigen verbeeldingskracht wanneer we kijken naar de profetieën van de Heer die in de laatste dagen terugkeert. We bakenen Zijn komst af, en als dat niet overeenkomt met onze opvattingen, weigeren we dit te aanvaarden en willen we het zelfs weerstaan en veroordelen. Is dit niet arrogant en irrationeel?
Tweeduizend jaar geleden beëindigde de Heer Jezus het werk van het Tijdperk van de Wet en luidde het werk van het Tijdperk van Genade in, maar de Joodse Farizeeën wilden dat niet aanvaarden. Ze gebruikten de letterlijke betekenis van de profetieën en vertrouwden op hun eigen denkbeelden en verbeeldingen om het werk van de Heer Jezus te veroordelen, wat voor een grote historische tragedie zorgde. Op dit kritieke moment, waarin we de komst van de Heer toejuichen, mogen we niet in de voetstappen treden van de Farizeeën; we kunnen de terugkeer van de Heer niet bekijken door onze eigen ideeën en verbeeldingen. Jehovah zei: “Want mijn gedachten zijn niet de gedachten van jullie, en jullie wegen zijn niet de wegen van mij. Want zoals de hemel hoger is dan de aarde, zo zijn mijn wegen hoger dan jullie wegen, en mijn gedachten hoger dan die van jullie” (Jesaja 55:8–9). De Heer Jezus zei: “Vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden opengedaan” (Matteüs 7:7). Gods wijsheid is onpeilbaar en als christenen moeten we eerbied voor God in ons hart houden met betrekking tot de profetieën over de terugkeer van de Heer. Alleen door te zoeken en te bidden kunnen we de ware betekenis van de profetieën begrijpen, de terugkeer van de Heer Jezus verwelkomen en Gods verlossing van de laatste dagen verkrijgen.
Lees meer:
wederkomst
Sommige bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.
0 notes
christusleeft · 7 years
Text
New Post has been published on In de hemel is wél bier !
New Post has been published on http://bit.ly/2mP9DCH
Openbaring 22
1 En hij toonde mij aeen zuivere rivier van het water des levens, klaar als kristal, voortkomende uit den troon Gods, en des Lams.
a: Eze 47:1  Daarna bracht hij mij weder tot de deur van het huis, en ziet, er vloten wateren uit, van onder den dorpel des huizes naar het oosten; want het voorste deel van het huis was in het oosten, en de wateren daalden af van onderen, uit de rechterzijde des huizes, van het zuiden des altaars. Zec 14:8  Ook zal het te dien dage geschieden, dat er levende wateren uit Jeruzalem vlieten zullen, de helft van die naar de oostzee, en de helft van die naar de achterste zee aan; zij zullen des zomers en des winters zijn. 
2 In het midden van haar straat en op de ene en de andere zijde der rivier was bde boom des levens, voortbrengende twaalf vruchten, van maand tot maand gevende zijne vrucht; en de bladeren des booms waren tot genezing der heidenen.
b: Rev 2:7  Die oren heeft, die hore wat de Geest tot de Gemeenten zegt. Die overwint, Ik zal hem geven te eten van den boom des levens, die in het midden van het paradijs Gods is.
3 En geen vervloeking zal er meer tegen [iemand] zijn; en de troon Gods en des Lams zal daarin zijn, en Zijn dienstknechten zullen Hem dienen; 4 En zullen Zijn aangezicht zien, en cZijn Naam zal op hun voorhoofden zijn.
c: Rev 3:12  Die overwint, Ik zal hem maken tot een pilaar in den tempel Mijns Gods, en hij zal niet meer daaruit gaan; en Ik zal op hem schrijven den Naam Mijns Gods, en de naam der stad Mijns Gods, namelijk des nieuwen Jeruzalems, dat uit den hemel van Mijn God afdaalt, en ook Mijn nieuwen Naam. 
5 dEn aldaar zal geen nacht zijn, en zij zullen geen kaars noch licht der zon van node hebben; want de Heere God verlicht hen; en zij zullen als koningen heersen in alle eeuwigheid.
d: Isa 60:19  De zon zal u niet meer wezen tot een licht des daags, en tot een glans zal u de maan niet lichten; maar de HEERE zal u wezen tot een eeuwig Licht, en uw God tot uw Sierlijkheid. Zec 14:7  Maar het zal een enige dag zijn, die den HEERE bekend zal zijn; het zal noch dag, noch nacht zijn; en het zal geschieden, ten tijde des avonds, dat het licht zal wezen. Rev 21:23  En de stad behoeft de zon en de maan niet, dat zij in dezelve zouden schijnen; want de heerlijkheid Gods heeft haar verlicht, en het Lam is haar Kaars. 
Laatste woorden van den engel.
6 En hij zeide tot mij: eDeze woorden zijn getrouw en waarachtig; en de Heere, de God der heilige profeten, heeft Zijn engel gezonden, fom Zijn dienstknechten te tonen, hetgeen haast moet geschieden.
e: Rev 19:9  En hij zeide tot mij: Schrijf, zalig zijn zij, die geroepen zijn tot het avondmaal van de bruiloft des Lams. En hij zeide tot mij: Deze zijn de waarachtige woorden Gods. Rev 21:5  En Die op den troon zat, zeide: Ziet, Ik maak alle dingen nieuw. En Hij zeide tot mij: Schrijf, want deze woorden zijn waarachtig en getrouw. 
f: Rev 1:1  De openbaring van Jezus Christus, die God hem gegeven heeft, om Zijn dienstknechten te tonen de dingen, die haast geschieden moeten; en die Hij door Zijn engel gezonden, en Zijn dienstknecht Johannes te kennen gegeven heeft; 
7 Zie, Ik kom haastiglijk gzalig is hij, die de woorden der profetie dezes boeks bewaart.
g: Rev 1:3  Zalig is hij, die leest, en zijn zij, die horen de woorden dezer profetie, en die bewaren, hetgeen in dezelve geschreven is; want de tijd is nabij. 
8 En ik, Johannes, ben degene, die deze dingen gezien en gehoord heb. En toen ik ze gehoord en gezien had, viel ik [neder] om aan te bidden voor de voeten des engels, die mij deze dingen toonde. 9 En hij zeide tot mij: hZie, dat gij het niet [doet;] want ik ben uw mededienstknecht, en uwer broederen, der profeten, en dergenen, die de woorden dezes boeks bewaren; aanbid God.
h: Act 10:26  Maar Petrus richtte hem op, zeggende: Sta op, ik ben ook zelf een mens. Act 14:14  Maar de apostelen, Barnabas en Paulus, dat horende, scheurden hun klederen, en sprongen onder de schare, roepende, Rev 19:10  En ik viel neder voor zijn voeten, om hem te aanbidden, en hij zeide tot mij: Zie, dat gij dat niet doet; ik ben uw mededienstknecht, en uwer broederen, die de getuigenis van Jezus hebben; aanbid God. Want de getuigenis van Jezus is de geest der profetie. 
10 En hij zeide tot mij: iVerzegel de woorden der profetie dezes boeks niet; want kde tijd is nabij.
i: Dan 8:26  Het gezicht nu van avond en morgen, dat er gezegd is, is de waarheid; en gij, sluit dit gezicht toe, want er zijn nog vele dagen toe. Dan 12:4  En gij, Daniel! sluit deze woorden toe, en verzegel dit boek, tot den tijd van het einde; velen zullen het naspeuren, en de wetenschap zal vermenigvuldigd worden.
k: Rev 1:3�� Zalig is hij, die leest, en zijn zij, die horen de woorden dezer profetie, en die bewaren, hetgeen in dezelve geschreven is; want de tijd is nabij. 
11 Die onrecht doet, dat hij nog onrecht doe; en die vuil is, dat hij nog vuil worde; en die rechtvaardig is, dat hij nog gerechtvaardigd worde; en die heilig is, dat hij nog geheiligd worde.
Christus bevestigd Zijn Woord.
12 En zie, Ik kom haastiglijk en Mijn loon is met Mij, lom een iegelijk te vergelden, gelijk zijn werk zal zijn.
l: Psa 62:13  En de goedertierenheid, o Heere! is Uwe; want Gij zult een iegelijk vergelden naar zijn werk. Jer 17:10  Ik, de HEERE, doorgrond het hart, en proef de nieren; en dat, om een iegelijk te geven naar zijn wegen, naar de vrucht zijner handelingen. Jer 32:19  Groot van raad en machtig van daad; want Uw ogen zijn open over alle wegen der mensenkinderen, om een iegelijk te geven naar zijn wegen, en naar de vrucht zijner handelingen. Mat 16:27  Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid Zijns Vaders, met Zijn engelen, en alsdan zal Hij een iegelijk vergelden naar zijn doen. Rom 2:6  Welke een iegelijk vergelden zal naar zijn werken; Rom 14:12  Zo dan een iegelijk van ons zal voor zichzelven Gode rekenschap geven. 1Co 3:8  En die plant, en die nat maakt, zijn een; maar een iegelijk zal zijn loon ontvangen naar zijn arbeid. 2Co 5:10  Want wij allen moeten geopenbaard worden voor den rechterstoel van Christus, opdat een iegelijk wegdrage, hetgeen door het lichaam geschiedt, naardat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad. Gal 6:5  Want een iegelijk zal zijn eigen pak dragen. Rev 2:23  En haar kinderen zal Ik door den dood ombrengen; en al de Gemeenten zullen weten, dat Ik het ben, Die nieren en harten onderzoek. En Ik zal ulieden geven een iegelijk naar uw werken. 
13 mIk ben de Alfa, en de Omega, het Begin en het Einde; nde Eerste en de Laatste.
m: Rev 1:8  Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde, zegt de Heere, Die is, en Die was, en Die komen zal, de Almachtige. Rev 21:6  En Hij sprak tot mij: Het is geschied. Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde. Ik zal den dorstige geven uit de fontein van het water des levens voor niet. 
n: Isa 41:4  Wie heeft dit gewrocht en gedaan, roepende de geslachten van den beginne? Ik, de HEERE, Die de Eerste ben, en met den Laatste ben Ik Dezelfde. Isa 44:6  Zo zegt de HEERE, de Koning van Israel, en zijn Verlosser, de HEERE der heirscharen: Ik ben de Eerste, en Ik ben de Laatste, en behalve Mij is er geen God. Isa 48:12  Hoor naar Mij, o Jakob! en gij Israel, Mijn geroepene! Ik ben Dezelfde; Ik ben de Eerste, ook ben Ik de Laatste. Rev 1:8  Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde, zegt de Heere, Die is, en Die was, en Die komen zal, de Almachtige. Rev 21:6  En Hij sprak tot mij: Het is geschied. Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde. Ik zal den dorstige geven uit de fontein van het water des levens voor niet. 
14 Zalig zijn zij, die Zijn geboden doen, opdat hun macht zij aan den boom des levens, en zij door de poorten mogen ingaan in de stad. 15 oMaar buiten zullen zijn de honden, en de tovenaars, en de hoereerders, en de doodslagers, en de afgodendienaars, en een iegelijk, die de leugen liefheeft, en doet.
o: 1Co 6:10  Dwaalt niet; noch hoereerders, noch afgodendienaars, noch overspelers, noch ontuchtigen, noch die bij mannen liggen, noch dieven, noch gierigaards, noch dronkaards, geen lasteraars, geen rovers zullen het Koninkrijk Gods beerven. Eph 5:5  Want dit weet gij, dat geen hoereerder, of onreine, of gierigaard, die een afgodendienaar is, erfenis heeft in het Koninkrijk van Christus en van God. Col 3:6  Om welke de toorn Gods komt over de kinderen der ongehoorzaamheid; 
16 pIk, Jezus, heb Mijn engel gezonden om ulieden deze dingen te getuigen in de Gemeenten. qIk ben de Wortel en het geslacht Davids, rde blinkende Morgenster.
p: Rev 1:1  De openbaring van Jezus Christus, die God hem gegeven heeft, om Zijn dienstknechten te tonen de dingen, die haast geschieden moeten; en die Hij door Zijn engel gezonden, en Zijn dienstknecht Johannes te kennen gegeven heeft; 
q: Isa 11:10  Want het zal geschieden ten zelven dage, dat de heidenen naar den Wortel van Isai, Die staan zal tot een banier der volken, zullen vragen, en Zijn rust zal heerlijk zijn. Rom 15:12  En wederom zegt Jesaja: Er zal zijn de wortel van Jessai, en Die opstaat, om over de heidenen te gebieden; op Hem zullen de heidenen hopen. Rev 5:5  En een van de ouderlingen zeide tot mij: Ween niet; zie, de Leeuw, Die uit den stam van Juda is, de Wortel Davids, heeft overwonnen, om het boek te openen, en zijn zeven zegelen open te breken. 
r: 2Pe 1:19  En wij hebben het profetische woord, dat zeer vast is, en gij doet wel, dat gij daarop acht hebt, als op een licht, schijnende in een duistere plaats, totdat de dag aanlichte, en de morgenster opga in uw harten. 
17 En de Geest en de Bruid zeggen: Kom! En die het hoort, zegge: Kom! sEn die dorst heeft, kome; en die wil, neme het water des levens om niet.
s: Isa 55:1  O alle gij dorstigen! komt tot de wateren, en gij, die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja komt, koopt zonder geld, en zonder prijs, wijn en melk! Joh 7:37  En op den laatsten dag, zijnde de grote dag van het feest, stond Jezus en riep, zeggende: Zo iemand dorst, die kome tot Mij en drinke.
18 Want ik betuig aan een iegelijk, die de woorden der profetie dezes boeks hoort: Indien iemand tot deze dingen toedoet, God zal hem toedoen de plagen, die in dit boek geschreven zijn. 19 tEn indien iemand afdoet van de woorden des boeks dezer profetie, God zal zijn deel afdoen vuit het boek des levens, en uit de heilige stad, en [uit] hetgeen in dit boek geschreven is.
t: Deu 4:2  Gij zult tot dit woord, dat ik u gebiede, niet toedoen, ook daarvan niet afdoen; opdat gij bewaart de geboden van den HEERE, uw God, die ik u gebiede. Deu 12:32  Al dit woord, hetwelk ik ulieden gebiede, zult gij waarnemen om te doen; gij zult daar niet toedoen, en daarvan niet afdoen. Spr 30:6  Doe niet tot Zijn woorden, opdat Hij u niet bestraffe, en gij leugenachtig bevonden wordt. 
v: Rev 13:8  En allen, die op de aarde wonen, zullen hetzelve aanbidden, welker namen niet zijn geschreven in het boek des levens, des Lams, Dat geslacht is, van de grondlegging der wereld. Rev 17:8  Het beest, dat gij gezien hebt, was en is niet; en het zal opkomen uit den afgrond, en ten verderve gaan; en die op de aarde wonen, zullen verwonderd zijn (welker namen niet zijn geschreven in het boek des levens van de grondlegging der wereld), ziende het beest, dat was en niet is, hoewel het is. 
20 Die deze dingen getuigt, zegt: Ja, Ik kom haastiglijk Amen. Ja, kom, Heere Jezus! 21 De genade van onzen Heere Jezus Christus [zij] met u allen. Amen.
0 notes
Text
Jesaja 55 : 6 - 7
Isaiah 55 : 6 - 7
0 notes
jezus-volgen · 5 years
Text
De juiste benadering van Bijbelse profetieën
Tumblr media
Profetieën gaan over dingen die nog niet zijn gebeurd, waar God ons al over heeft verteld. Sommigen van hen zijn tekenen die Hij aan profeten gaf zodat ze erover zouden schrijven, zoals in de boeken van Jesaja en Daniël. Sommigen van hen werden aan mensen verteld, rechtstreeks door God in het vlees, zoals de profetieën van de Heer Jezus over de laatste dagen. Hoe een profetie daadwerkelijk wordt vervuld, is niet iets dat wij als mensen kunnen doorgronden. Wat ik hier wil zeggen, is dat we allemaal weten dat profetieën geen dingen zijn die mensen volledig kunnen begrijpen, maar dat veel mensen nog steeds proberen te vertrouwen op hun eigen denken en fantasieën als ze naar Bijbelse profetieën kijken. Ze geven preken zonder enige beperking op basis van de letterlijke betekenis van profetieën. Dat is een heel ernstig probleem. Het kan niet alleen schade toebrengen aan anderen, maar het kan hen ook misleiden, zodat ze Gods redding kunnen mislopen of zelfs weerstand kunnen bieden aan God.
Net zoals in het Tijdperk van de Wet, waren de Farizeeën van het Joodse geloof zeer bekend met de wet en waren ze goed thuis in de Bijbel, vooral op het gebied van de profetieën over de komst van de Messias. Het boek Jesaja profeteert: “Daarom zal de Heere Zelf ulieden een teken geven; ziet, een maagd zal zwanger worden, en zij zal een Zoon baren, en Zijn naam IMMANUEL heten” (Jesaja 7:14). “Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij is op Zijn schouder; en men noemt Zijn naam Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst” (Jesaja 9:6). Het boek van Micha profeteert: “En gij, Bethlehem Efratha! zijt gij klein om te wezen onder de duizenden van Juda? Uit u zal Mij voortkomen, Die een Heerser zal zijn in Israel, en Wiens uitgangen zijn van ouds, van de dagen der eeuwigheid” (Micha 5:2). Toch bleven de Farizeeën op hun eigen opvattingen en fantasieën vertrouwen om de betekenis van deze Schriften te interpreteren. Zij geloofden dat Degene die zou komen de Messias zou worden genoemd en dat Hij hun Heer zou zijn; dat Hij majestueus zou zijn, in evenwicht, en dat hij hen zou redden van de heerschappij van de Romeinen. De profetieën werden echter vervuld op manieren die volledig buiten hun verbeeldingskracht lagen. Er werd geprofeteerd dat een maagd een zoon zou baren, maar de Farizeeën zagen dat de Heer Jezus een moeder en een vader had. Er werd geprofeteerd dat Hij Emmanuel zou worden genoemd, maar Degene die kwam werd Jezus genoemd. Er werd geprofeteerd dat de Messias de macht zou nemen, maar niet alleen leidde de Heer Jezus hen er niet toe het Romeinse regime omver te werpen zoals zij hadden gedacht, maar leerde hen in feite om hun vijanden lief te hebben, om vergevingsgezind en tolerant te zijn. De Heer Jezus leek ook een gemiddelde persoon van buitenaf te zijn – Hij had geen verheven imago of stelde Zich niet als buitengewoon voor… Om die redenen concludeerde de Farizeeën dat de Heer Jezus niet de Messias was waar ze op wachtten. Ze hielden zich aan de woorden van de profetieën en zochten niet nederig naar wat de Heer Jezus predikte. Hoewel ze heel goed wisten dat Zijn woorden autoriteit inhielden accepteerden ze deze toch niet; in plaats daarvan grepen ze elke manier aan om Hem te lasteren en belasteren, en spoorden ze de mensen aan om de Heer Jezus te verwerpen. Uiteindelijk kruisigden ze Hem en begingen ze de gruwelijkste van alle zonden.
Wanneer we naar de profetieën kijken is het duidelijk dat we absoluut niet kunnen afbakenen hoe ze worden vervuld op basis van onze eigen verbeeldingskracht. Net zoals Petrus de apostel zei: “En wij hebben het profetische woord, dat zeer vast is, en gij doet wel, dat gij daarop acht hebt, als op een licht, schijnende in een duistere plaats, totdat de dag aanlichte, en de morgenster opga in uw harten. Dit eerst wetende, dat geen profetie der Schrift is van eigen uitlegging; Want de profetie is voortijds niet voortgebracht door de wil eens mensen, maar de heilige mensen Gods, van den Heiligen Geest gedreven zijnde, hebben ze gesproken” (2 Petrus 1:19–21). Petrus’ woorden verduidelijken voor ons dat de profetieën van God komen en dat de juiste houding er een is van kijken, wachten en zoeken. Niet om ze te interpreteren op basis van ons eigen inzicht. Op die manier zullen we, zelfs als een profetie al is vervuld, de vervulling ervan ontkennen omdat we ons vastklampen aan de letterlijke betekenis ervan.
Dus hoe gaan we tegenwoordig om met Bijbelse profetieën? De Bijbel voorspelde: “En alsdan zal in den hemel verschijnen het teken van den Zoon des mensen; en dan zullen al de geslachten der aarde wenen, en zullen den Zoon des mensen zien, komende op de wolken des hemels, met grote kracht en heerlijkheid” (Mattheüs 24:30). Op basis van dit Bijbelvers geloven veel mensen dat de Heer zal neerdalen op een wolk, en als ze de Heer niet op een wolk zien, denken ze dat Hij niet is teruggekeerd. Ze letten er dan niet op dat de Bijbel ook had geprofeteerd: “Ziet, Ik kom als een dief” (Openbaring 16:15). “En ter middernacht geschiedde een geroep: Ziet, de bruidegom komt, gaat uit hem tegemoet!”(Mattheüs 25:6). Wordt het dan niet heel gemakkelijk om de komst van de Heer te mislopen? De Bijbel zegt: “O diepte des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennis Gods, hoe ondoorzoekelijk zijn Zijn oordelen, en onnaspeurlijk Zijn wegen! Want wie heeft den zin des Heeren gekend? Of wie is Zijn raadsman geweest? Of wie heeft Hem eerst gegeven, en het zal hem wedervergolden worden? Want uit Hem, en door Hem, en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid in der eeuwigheid” (Romeinen 11:33–36). Dat is juist. Wie van ons kan Gods daden doorgronden? We vertrouwen op onze eigen verbeeldingskracht wanneer we kijken naar de profetieën van de Heer die in de laatste dagen terugkeert. We bakenen Zijn komst af, en als dat niet overeenkomt met onze opvattingen, weigeren we dit te aanvaarden en willen we het zelfs weerstaan en veroordelen. Is dit niet arrogant en irrationeel?
Tweeduizend jaar geleden beëindigde de Heer Jezus het werk van het Tijdperk van de Wet en luidde het werk van het Tijdperk van Genade in, maar de Joodse Farizeeën wilden dat niet aanvaarden. Ze gebruikten de letterlijke betekenis van de profetieën en vertrouwden op hun eigen denkbeelden en verbeeldingen om het werk van de Heer Jezus te veroordelen, wat voor een grote historische tragedie zorgde. Op dit kritieke moment, waarin we de komst van de Heer toejuichen, mogen we niet in de voetstappen treden van de Farizeeën; we kunnen de terugkeer van de Heer niet bekijken door onze eigen ideeën en verbeeldingen. Jehovah zei: “Want Mijn gedachten zijn niet ulieder gedachten, en uw wegen zijn niet Mijn wegen … Want gelijk de hemelen hoger zijn dan de aarde, alzo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen, en Mijn gedachten dan ulieder gedachten” (Jesaja 55:8–9). De Heer Jezus zei: “Bidt, en u zal gegeven worden; zoekt, en gij zult vinden; klopt, en u zal opengedaan worden” (Mattheüs 7:7). Gods wijsheid is onpeilbaar en als christenen moeten we eerbied voor God in ons hart houden met betrekking tot de profetieën over de terugkeer van de Heer. Alleen door te zoeken en te bidden kunnen we de ware betekenis van de profetieën begrijpen, de terugkeer van de Heer Jezus verwelkomen en Gods verlossing van de laatste dagen verkrijgen.
0 notes