Tumgik
#reukwerk
nostaligastore · 1 year
Photo
Tumblr media
Van Cleef & Arpels Midnight In Paris EDT 125ml , DISCONTINUED www.nostaligastore.com #midnightparfume #vancleef #vancleefarpelsperfume #vancleefarpelsfragrance #vancleefperfume #reukwerk #parfumverkoop #scent #vintageperfumebottle #vintageperfume #fragranticaofficial #vancleeffragrance #perfumecollection #fragrancecollector #perfumecollector #vancleefvintage #discontinuedperfume #fragrancecollection #vancleefedp #vintageparfume #vancleefandarpels #hardtofindperfume #discontinuedfragrance #vintagevancleef #vancleeffeerie #vintagefragrance #fragrâncias #vintagefragrances https://www.instagram.com/p/Cq8m7FfNI9X/?igshid=NGJjMDIxMWI=
0 notes
Text
Bank Des Geloofs Wat heiligt onze offers? Ook zal de priester van dat bloed doen op de hoornen des reukaltaars der welriekende specerijen, voor het aangezicht des Heeren. Leviticus 4:7 Het reukaltaar is de plaats waar gelovigen hun gebeden en lofzangen offeren. Het is heerlijk om je voor te stellen dat liet besprenkeld is met het bloed van het grote offer. Dit is de reden waarom al je aanbidding door de Heere aanvaard wordt: Hij ziet het bloed van Zijn eigen Zoon en daarom aanvaardt Hij je offer. Het is goed voor je om je ogen te vestigen op het bloed van het enige offer voor de zonde. De zonde waarmee zelfs je heilige daden besmet zijn. Je oprechtste berouw, geloof, gebed en dankzegging zouden niet door God aangenomen kunnen worden, als er geen verdienste van het zoenoffer zou zijn. Velen bespotten ‘het bloed’. Maar voor jou is dat het fundament van troost en hoop. Dat wat op de hoornen van het altaar is, moet je steeds voor ogen hebben als je tot God nadert. Het bloed geeft je gebed kracht. Daarom zit het op de hoornen van het altaar. Het is ‘voor het aangezicht van de HEERE' en daarom hoor jij ernaar te kijken. Het is op het altaar, voordat je het reukwerk aanbrengt. Het is daar om je offers en gaven te heiligen. Kom, bid met vertrouwen. Want het offer is gebracht, op de verdienste is gepleit, het bloed is binnen het voorhangsel. Dan moeten de gebeden van de gelovigen voor de Heere aangenaam zijn.
0 notes
christusleeft · 7 years
Text
Openbaring 8
Opening van het zevende zegel. 1 En toen Het het zevende zegel geopend had, werd er een stilzwijgen in den hemel, omtrent van een half uur. 2 En ik zag de zeven engelen, die voor God stonden; en hun werden zeven bazuinen gegeven. 3 En er kwam een andere engel, en stond aan het altaar, hebbende een gouden wierookvat; en hem werd veel reukwerks gegeven, opdat hij het [met] ade gebeden aller…
View On WordPress
0 notes
jeanschoonbroodt · 6 years
Text
De Tempel van de heilige Geest.
De tempel van de Heilige Geest.
,,Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt... en dat de Geest Gods In u woont? (1Cor.3:16)
Door ter illustratie de Tempel te gebruiken als beeld van de woonstede van God TOEN... en van God’s Geest in ons NU... door de Heilige Geest, wekt de schrift ons op om de overeenkomst tussen beide na te gaan.
De Tempel werd tot in alle onderdelen gemaakt naar het voorbeeld dat Mozes op de berg had gezien, een afschaduwing van de eeuwige, geestelijke werkelijkheden, die daardoor zinnebeeldig voor gesteld moesten worden.
De Goddelijke waarheid is buitengewoon rijk aan inhoud... en kan op vele en zeer uiteenlopende wijzen worden toegepast.
Één van de waarheden, die door de Tempel worden uitgebeeld, is de drievoudige natuur van de mens : Geest, ziel en lichaam. Omdat de mens werd geschapen naar het beeld God's, is de Tempel niet alleen het symbool van dit geheim "De nadering van de mens tot in de tegenwoordigheid Gods", maar evenzeer van de wijze waarop God in-daalt in de mens... om bij hem woning te maken... en in en door en met Hem in de schepping Zijn werken te doen. Amen.
Jezus zei niet voor niets : 
“Wie in Mij gelooft, zal dezelfde werken doen die ik deed... en nog grotere dan deze.”
Wij kennen de verdeling van de Tempel in drie delen. 
1. De Voorhof. Daar waren in Jeruzalem de buitenkant... en de binnenkant van de voorhof zichtbaar voor iedereen, die iedere Israëliet betreden mocht.... en waar de gehele uiterlijke dienst werd verricht. 
2. Het Heilige, waarin alleen de priesters mochten binnengaan om de wierook/reukwerk, het brood en de olie, die zij van buiten hadden binnengebracht, aan God aan te bieden. Maar ofschoon in de nabijheid, toch waren zij nog niet binnen het achterste voorhangsel, het Allerheiligste oftewel het Heiligste van het heiligdom. 
3. Het Allerheiligste, de tweede ruimte waar God zelf woonde met Zijn Macht en Majesteit en almacht. Tot in die onmiddellijke directe tegenwoordigheid God's mochten de Levitische priesters  niet komen. God woonde in het Allerheiligste, in een ontoegankelijk licht, waarin niemand zich zou mogen wagen. 
De Hoge Priester alléén, mocht eenmaal in het jaar daar een ogenblik binnentreden. En dit gebeurde om de waarheid tot vol bewustzijn te brengen, dat daar voor de zondige mens geen plaats was, en dat de zondige mens niet voor God' s Aangezicht zou kunnen bestaan, tenzij er tevoren door de Hoge Priester bloed van een offerdier gesprenkeld werd voor God's Heilige Aangezicht op het zoendeksel van de ark van het Oude Verbond, naar de zuiverste inzettingen en verordeningen van God’s heilige instructies, waardoor verzoening voor de zonden van het volk bewerkstelligd werd... en God hen Zijn genade en vrede kon aanbieden.... en hen niet meteen hoefde te vervloeken of te vernietigen, wegens hun onvolmaakt zijn/zondigheid/zonden. Dit moest zo blijven gebeuren op de Dag der Grote Verzoening/Yom Kippoer-dag, die elke jaar weer werd herhaald.
Maar deze Oud Testamentische handeling kon de mens niet volmaakt doen staan voor God's Aangezicht. 
Omdat in wezen het bloed van bokken en kalveren of van schapen of andere offerdieren de zonden en de zondigheid van de mens en zijn verlorenheid niet konden, noch kunnen weg- nemen. 
De Ware Hoge Priester en het bloed van het Ware Lam van GOD.
Deze handeling van de Hoge Priester is een beeld/afschaduwing voor hetgeen God zelf deed in en door Jezus Christus en Zijn bloed op het kruis/de martelpaal/het vloekhout van de schande op Golgatha , waardoor na het uitblazen van Zijn laatste adem, het voorhangsel van de tempel, in Jeruzalem, scheurde van boven naar beneden door God's Heilige hand... en van af dat ogenblik het heiligdom voor iedereen toegankelijk werd, zonder dat men door God's heiligheid vernietigd werd. 
Nu is ieder mens, die in God gelooft, door het Offer van Jezus Christus, God's heilige Lam, met God verzoend... en kan in gebed tot God met vrijmoedigheid naderen... door God's geschenk/genade-gave van het door Hem bewerkte geloof in het evangelie van God... tot hun heil en rechtvaardiging.... en dus geloof ten eeuwigen leven. 
NU hebben wij een Hoge Priester in Christus Jezus naar de Orde van Melchizedek/Koning der Goddelijke Hemelse Heilige Gerechtigheid... de Koning van Salem/Koning van de Goddelijke Heilige Hemelse Vrede, die met Zijn eigen bloed door het voorhangsel heen het Allerheiligste in de hemel is binnen gegaan, om daar voor God' s heilig Aangezicht verzoening te bewerken voor de gehele schepping... en die NU voor ons bidt.
Jezus riep op het kruis : "HET IS VOLBRACHT".
Nu is Jezus Christus/Yeshua ha Mashiach, na Zijn dood en opstanding en hemelvaart en verhoging aan de rechterhand van de Majesteit van GOD YHWH de Vader en verheerlijking aldaar, aldaar voor ons de Hoge Priester, die Zich voor ons dag en nacht in gebed als onze Voorspraak/Voorspreker/Advocaat ter Verdediging op een volmaakte wijze inzet... tot ons aller heil en zaligheid en vervolmaking, zo wij dit eeuwige heilswerk niet bespottelijk noch verachtelijk achten of maken... of niet verwerpen, nadat wij tot de kennis van deze waarheid gekomen zijn, volgens het ware eeuwige evangelie... en dus het heilswerk, dat God heeft uitgewerkt in Zijn en Christus Jezus' naam en bloed-kracht. Amen.
De mens als God's Tempel.
De mens is God’s tempel. De drie delen vinden wij ook in hem. 
1. Het lichaam is de voorhof, het uitwendige, zichtbare leven, waarin zich alle gedragingen moeten richten naar Gods wet, en waarin de gehele dienst bestaat uit het zien op wat gedaan is.... buiten ons... en voor ons... om ons in de nabijheid van God te brengen. 
2. Verder is daar de ziel, met haar innerlijk leven en vermogens van verstand, gevoel en wil. In de wedergeboren mens is dit het Heilige, waar gedachten, neigingen en begeerten, net als de priesters in het heiligdom, komen en gaan... om God hun diensten te wijden in het volle licht van het bewustzijn van God's nabijheid en waarheid. 
3. De geest.  En dan komt, achter het voorhangsel, onbereikbaar voor alle menselijke blikken en alle licht, het verborgen, Binnenste Heiligdom/Het Allerheiligste,  "de schuilplaats des Allerhoogsten”, waar God woont... en waar de mens geen toegang had... voordat, op Gods eigen bevel, het voorhangsel gescheurd was.. De mens heeft niet alleen een lichaam en een ziel, maar ook een geest. Dieper dan de ziel met haar bewustzijn kan door-dringen... bestaat er een geestelijke natuur, die de mens met God verbind. Zo vreselijk is de macht der zonde, dat bij sommigen deze kracht uitgeleverd is aan de dood. Zij zijn natuurlijke (zinnelijke, vleselijke) mensen, die de geest niet hebben... oftewel... hij functioneert niet meer zoals het zou moeten. Zij worden geleefd en gedreven door allerlei lusten en begeerten van het lichaam en zijn zodoende in God's heilige ogen dood in Thora-overtreding/wetsovertreding/zonde en Thora-loosheid/wetteloosheid en ongeloof en ongehoorzaam en koppigheid/weerspannigheid jegens Gods woorden/onderwijzingen... en het evangelie.(Judas 19). 
In anderen is de geest niets meer dan een sluimerende kracht, een mogelijkheid, die er op wacht om door de Heilige Geest tot leven gebracht te worden. 
In de gelovige is de geest de binnenkamer van zijn hart, waarvan de Geest van GOD bezit heeft genomen, wachtende om van daar uit Zijn heerlijk werk te doen, de heiliging/afzondering en verdere heilig-making... en dus de verdere verandering van het denken en willen en gevoelen en doen van de geest en van de ziel en van het lichaam... in de kracht van de Geest en de waarheid, die één zijn, voor de Heer. En dit alles van uit God's schenkende liefdevolle heiligende goedheid... oftewel genade... en de groei, die Hij daartoe in genade schenkt. Amen !!!  Zo wij HEM niet niet verhinderen Zijn werk in en aan ons geweten en hart/geest en ziel en lichaam te vervullen... tot onze heiligmaking en vervolmaking IN Zijn genade... en kracht en waarheid en gerechtigheid en genade des geloofs en der goddelijke liefde / Agapé. Amen.
Titus 2 ; 11-15.
DE TEMPEL.
Samenkomend, als geheiligden in Geest van GOD en waarheid en het bloed van het Lam van GOD, gekocht/betaald en verzoend en gereinigd en geheiligd en gerechtvaardigd en vervolmaakt door/in de kracht van het bloed van het Lam van GOD, zijn wij als gelovigen en heiligen... De TEMPEL VAN GOD / Ecclessia / Gemeente / Kandelaar / Huis van GOD / Behuizing, Woning van GOD IN... en door... en in de kracht van... en onder de leiding van... en vervuld van ZIJN GEEST. 
GOD is in ons midden/bij ons/onder ons/Immanuël... en bewerkt alles IN en door en met allen, hetgeen Hem en Zijn genade en heilswerk en Zijn Zoon en Hun raadsbesluiten en Koninklijke Heerschappij en Macht en Majesteit en Liefde en Gerechtigheid en Heiligheid en Goedertierenheid  en Hemelse Heilige Krachten en Deugden vertegenwoordigt en verheerlijkt. Amen. Hallelu-YHWH. Amen. 
Ef. 2 ; 1-22. en 1 Kor 12-14. en Ef. 3 ; 14-21. en Opb. 1 ; 4-8. en Opb. 4+5.
God's zegen... en hartelijke groet in YHWH’s en Jezus Christus’ heilige naam en genade-overvloed,
Jean Schoonbroodt. D.d. 15.12.2017.
Ps.
Dit artikel heb ik geschreven, met de persoonlijke toestemming van Hennie Brugman, n.a.v. een artikel/commentaar/reactie/aanvullende onderwijzing van Hennie Brugman op Facebook op mijn daaraan voorafgaande artikel/video : GOD EN ZIJN TEMPEL. In dit bovenstaande artikel heb ik, door God's genade, haar aanvullende onderwijs en kennis weergegeven... en verder aangevuld... tot verdere opbouw van ons allen in het geloof... dat door liefde werkzaam... is in ware heiligmaking door/in/in de kracht van de Geest van GOD en Zijn waarheid/evangelie. Amen.
0 notes
nostaligastore · 1 year
Photo
Tumblr media
Christian Lacroix TUMULTE Pour Homme EDT Spray 100 ml 3.4 oz , Vintage, Very Rare, new www.nostaligastore.com ‎‏OR ‎‏www.ebay.com/usr/nostaligastore #lacroixperfumes #rare #tumultevintage #ChristianLacroixperfumes #perfumechristian #tumulteperfumes #christianlacroix #rareperfumes #christianlacroixtumulte #hardtofindperfume #hardtofindfragrance #christianlacroixperfume #freeshipping #internationalfreeshipping #etsyfreeshipping #christianlacroixfragrances #geur #reukwerk #christianlacroixfragrance #christianlacroix #discontinuedperfume #rarefragrance #fragrancias #fragrâncias #fragrancelover #fragrancelovers #tumulteperfume #perfumetumulte #parfüm #parfumvintage https://www.instagram.com/p/CLw1QObh8zC/?igshid=NGJjMDIxMWI=
0 notes
nostaligastore · 2 years
Photo
Tumblr media
GIVENCHY Very Irresistible for men 100 ML ,Edt Spray , Discontinued WWW.NOSTALIGASTORE.COM #givenchyperfume #vintagegivenchy #rareperfumes #rarefragrance #givenchy #veryirresistiblegivenchy #parfumgivenchy #givenchyveryirresistible #givenchyfragrance #perfumecollector #fragrancecollector #discontinued #manperfume #menfragrance #givenchyfragrance #reukwerk #fragrancias #fragrâncias #fragrancelover #fragrancelovers #parfüm #parfumvintage #givenchyvintage #parfumgivenchy #givenchyfragrances #perfumevintage #discontinuedperfume #givenchybeauty #givenchyperfumes #discontinuedfragrance https://www.instagram.com/p/Cd1NhaKjrgh/?igshid=NGJjMDIxMWI=
0 notes
Text
Voor Iedere Morgen: U bent veel mooier dan de andere mensenkinderen Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon  "Voor Iedere Morgen" U bent veel mooier dan de andere mensenkinderen. Psalm 45:3 De Persoon van de Heere Jezus is als een edelsteen. Hij is helemaal volmaakt. Zijn karakter is als een prachtig en evenwichtig schilderij. Geen enkele trek in Zijn heerlijke karakter trekt de aandacht ten koste van de overige trekken; maar alles aan Hem is geheel en al begeerlijk. O Heere Jezus! Uw kracht, Uw genade, Uw rechtvaardigheid, Uw waarheid, Uw majesteit en Uw onveranderlijkheid bij elkaar zorgen ervoor dat hemel en aarde nooit zo´n Godmens als U bent, hebben aanschouwd. Uw kindertijd, Uw eeuwigheid, Uw smarten, Uw overwinningen, Uw dood en Uw onsterfelijkheid zijn samen geweven tot een prachtig kleed, zonder naad of scheur. U bent muziek zonder wanklank. U bent veel, maar niet verdeeld. U bent alles, en niet gedeeld. Zoals de kleuren in een schitterende regenboog verenigd zijn, zo is de heerlijkheid van hemel en aarde in U samengekomen. Niemand is aan U gelijk. Al zouden alle deugden van de meest uitmuntende mensen op aarde verzameld worden, dan nog zouden zij niet in Uw schaduw kunnen staan. U bent de spiegel van alle volmaaktheid. U bent gezalfd met heilige olie, en Uw God heeft deze olie alleen voor U bestemd. Uw geur is als heilig reukwerk, dat door niemand gemaakt kan worden, zelfs niet door de beste apotheker. De reuk van Uw specerijen is Goddelijk! O beeld, dat van volmaaktheid spreekt! Wie zou Uw lof niet zingen? Muziek, waaraan geen toon ontbreekt, die ’t hart van vreugd’ doet springen!
0 notes
Text
Voor Iedere Avond Gij hebt Mij geen kalmus voor geld gekocht Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon  "Voor Iedere Avond" Gij hebt Mij geen kalmus voor geld gekocht. Jesaja 43:24 De aanbidders in de tempel waren gewoon geschenken van geurig reukwerk te brengen, om op Gods altaar te worden verbrand; maar Israël werd in de tijd van zijn achteruitgang onedelmoedig, en wijdde de Heere slechts weinig offeranden; dit was een teken van onverschilligheid jegens God en zijn huis. Lezer, gebeurt dit nooit bij u? Zou de klacht, in de tekst vervat, niet soms, indien niet dikwijls, op u toepasselijk zijn? Zij die arm aan geld maar rijk in het geloof zijn, zullen niet minder geacht worden, omdat hun gaven klein zijn. Maar, arme lezer, geeft gij de Heere een billijk deel, of wordt het penningske der weduwe aan de heilige schatkist onthouden? De rijke gelovige moet dankbaar zijn voor het hem toevertrouwde talent, maar behoorde niet zijn grote verantwoordelijkheid te vergeten, want wie veel gegeven is, van die zal veel geëist worden; maar, rijke lezer, denkt gij aan uw verplichtingen, en geeft gij de Heere weer in evenredigheid van de ontvangen zegeningen? Jezus gaf zijn bloed voor ons, wat zullen wij Hem geven? Wij zijn zijn eigendom, met alles wat wij hebben, want Hij heeft ons gekocht; kunnen wij dan handelen alsof wij ons zelf toebehoorden? O, dat wij ons Hem meer toewijdden en daartoe Hem meer liefhadden! Dierbare Jezus hoe goed zijt Gij, dat Gij onze kalmus, met geld gekocht, wilt aannemen! Niets is te kostbaar tot een vergelding voor uw weergaloze liefde, en toch ontvangt Gij goedgunstig het geringste teken van oprechte genegenheid! Gij neemt onze ruikers en liefdepanden aan, als bezaten ze waarde in zich zelf, ofschoon ze inderdaad slechts gelijk zijn aan de handvol wilde bloemen, die het kind aan zijn moeder brengt. Mogen wij nimmer karig worden jegens U, en van heden af U nooit meer horen klagen, dat wij U de giften onzer liefde onthouden. Wij willen U de eerste vruchten van onze oogst geven, en U de tienden van alles betalen, en dan belijden: "Wij hebben U van het Uwe gegeven." 
0 notes
Text
Bank Des Geloofs Te dien dage zal op de bellen der paarden staan: DE HEILIGHEID DES HEEREN Te dien dage zal op de bellen der paarden staan: DE HEILIGHEID DES HEEREN. Zach. 14:20 Gelukkige dag, wanneer alle dingen heilig zullen zijn, en de bellen van de paarden heiligheid zullen uitrinkelen voor de HEERE. Die dag is voor mij gekomen. Heilig ik niet alle dingen aan God? Zullen deze kleren, wanneer ik ze aandoe of ze uittrek, mij niet herinneren aan de gerechtigheid van Christus Jezus, mijn Heere? Zal mijn werk niet worden gedaan als voor de HEERE? O, dat vandaag mijn kleren een ambtsgewaad mogen zijn, mijn maaltijden sacramenten, mijn huis een tempel, mijn tafel een altaar, mijn spreken reukwerk, en ikzelf een priester! HEERE, vervul uw profetie, en laat voor mij niets alledaags of onrein zijn. Laat ik dit in het geloof verwachten. Als ik geloof, dat het zo is, zal ik worden geholpen om het zo te doen. Daar ik zelf het eigendom van Jezus ben, mag mijn Heere een inventaris opmaken van alles wat ik bezit, want het is volkomen mijn eigendom, en ik besluit te bewijzen, dat het zo is, door het gebruik, dat ik er deze dag van maak. Van de morgen tot de avond wil ik alle dingen ordenen naar een goede en heilige regel. Mijn bellen zullen klinken — wie heeft zulk een recht om muziek te maken, als de heiligen dat hebben? Maar al mijn bellen, mijn muziek, mijn vrolijkheid, zullen worden aangewend voor de heiligheid en zullen de Naam uitgalmen van "de zalige God”.
0 notes
Link
Voor Iedere Avond Bidt voor elkaar Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon  "Voor Iedere Avond" Bidt voor elkander. Jakobus 5:16 Het is een grote bemoediging om met blijdschap voor anderen te bidden, bedenk dat zo’n gebed God grote blijdschap geeft, want ook Christus bad voor anderen. Bij al het reukwerk, dat onze grote Hogepriester in het gouden wierookvat plaatst, is geen korreltje voor Hemzelf. Zijn voorspraak moet wel de meest aangename van alle smekingen zijn — en hoe meer ons gebed lijkt op dat van Christus, hoe aangenamer het zal zijn. Want hoewel onze gebeden voor onszelf niet worden afgewezen, zullen onze smekingen voor anderen, door de dierbare verdienste van Jezus het zoetste offer zijn dat wij God kunnen brengen. Zo’n gebed vertoont meer de vruchten van de Geest, meer liefde, meer geloof, meer broederlijke liefde. Bedenk ook, dat de smeking voor anderen van grote kracht is. Wat een wonderen heeft dat niet tot stand gebracht? De Bijbel staat er vol van. Gelovige, u hebt een machtige hefboom in handen, maak er een goed, een gedurig en een gelovig gebruik van, en u zult ongetwijfeld een weldoener zijn voor uw broeders en zusters. Als de Koning u Zijn oor leent, spreek dan met Hem over de lijdende leden van Zijn lichaam. Wanneer het u vergund wordt zeer dicht tot de troon te naderen, en de Koning tot u zegt: “eis van Mij en Ik zal u geven wat u wilt”, laat dan uw gebed niet allen voor uzelf zijn, maar gedenk ook de velen, die Zijn hulp nodig hebben. Als u genade geschonken is en u geen voorbidder bent, dan moet die genade wel zo klein zijn als een mosterdzaadje. U hebt genade genoeg om voor uw eigen ziel het drijfzand te ontwijken, maar is de stroom van genade niet diep genoeg om in uw opgetuigde boot ook nog eens de zware lading van de noden van anderen op te nemen, zodat u hen ook de rijke zegeningen van uw Heere zou kunnen brengen die ze zonder u moeten missen. O, laat eerder mijn mijn handen werkloos blijven Mijn tong verdorren en verstijven, Mijn hart verflauwen en bezwijken, Dan Uw genade van mij wijken.
0 notes
christusleeft · 5 years
Text
Maleachi 1
Israëls ondankbaarheid.
1 De last van het woord des HEEREN tot Israel, door den dienst van Maleachi. 2 Ik heb u liefgehad, zegt de HEERE; maar gij zegt: Waarin hebt Gij ons liefgehad? Was niet Ezau Jakobs broeder? spreekt de HEERE; anochtans heb Ik Jakob liefgehad. a: Rom 9:13  Gelijk geschreven is: Jakob heb Ik liefgehad, en Ezau heb Ik gehaat.  3 En Ezau heb Ik gehaat; en Ik heb zijn bergen gesteld een verwoesting, en zijn erve voor de draken der woestijn. 4 Ofschoon Edom zeide: Wij zijn verarmd, doch wij zullen de woeste plaatsen weder bouwen; alzo zegt de HEERE der heirscharen: Zullen zij bouwen, zo zal Ik afbreken; en men zal hen noemen: Landpale der goddeloosheid, en een volk, op hetwelk de HEERE vergramd is tot in eeuwigheid. 5 En uw ogen zullen het zien, en gijlieden zult zeggen: De HEERE zij groot gemaakt, van de landpale Israels af!
Bestraffing wegens onheilige offers.
6 Een zoon zal den vader eren, en een knecht zijn heer; ben Ik dan een Vader, waar is Mijn eer? En ben Ik een Heere, waar is Mijn vreze? zegt de HEERE der heirscharen tot u, o priesters, verachters Mijns Naams! Maar gij zegt: Waarmede verachten wij Uw Naam? 7 Gij brengt op Mijn altaar verontreinigd brood, en zegt: Waarmede verontreinigen wij U? Daarmede, dat gij zegt: Des HEEREN tafel is verachtelijk. 8 Want als gij wat blinds aanbrengt om te offeren, het is niet kwaad; en als gij wat kreupels of wat kranks aanbrengt, het is niet kwaad! Brengt dat toch uw vorst; zal hij een welgevallen aan u hebben? of zal hij uw aangezicht opnemen? zegt de HEERE der heirscharen. 9 Nu dan, smeekt toch het aangezicht van God, dat Hij ons genadig zij; zulks is van uw hand geschied, zal Hij uw aangezicht opnemen? zegt de HEERE der heirscharen? 10 Wie is er ook onder u, die de deuren toesluit? En gij steekt het vuur niet aan Mijn altaar om niet. Ik heb geen lust aan u, zegt de HEERE der heirscharen, ben het spijsoffer is Mij van uw hand niet aangenaam. b: Isa 1:11  Waartoe zal Mij zijn de veelheid uwer slachtoffers? zegt de HEERE; Ik ben zat van de brandoffers der rammen, en het smeer der vette beesten, en heb geen lust aan het bloed der varren, noch der lammeren, noch der bokken. Jer 6:20  Waartoe zal dan de wierook voor Mij uit Scheba komen, en de beste kalmus uit verren lande? Uw brandofferen zijn Mij niet behagelijk, en uw slachtofferen zijn Mij niet zoet. Amo 5:21  Ik haat, Ik versmaad uw feesten, en Ik mag uw verbods dagen niet rieken. Amo 5:22  Want ofschoon gij Mij brandofferen offert, mitsgaders uw spijsofferen, Ik heb er toch geen welgevallen aan; en het dankoffer van uw vette beesten mag Ik niet aanzien. 11 Maar van den opgang der zon tot haar ondergang, zal Mijn Naam groot zijn onder de heidenen; en aan alle plaats zal Mijn Naam reukwerk toegebracht worden, en een rein spijsoffer; want Mijn Naam zal groot zijn onder de heidenen, zegt de HEERE der heirscharen. 12 Maar gij ontheiligt dien, als gij zegt: Des HEEREN tafel is ontreinigd, en haar inkomen, haar spijs is verachtelijk. 13 Nog zegt gij: Ziet, wat een vermoeidheid! maar gij zoudt het kunnen wegblazen, zegt de HEERE der heirscharen; gij brengt ook hetgeen geroofd is, en dat kreupel en krank is; gij brengt ook spijsoffer; zou Mij zulks aangenaam zijn van uw hand? zegt de HEERE. 14 Ja, vervloekt zij de bedrieger, die een mannetje in zijn kudde heeft, en den Heere belooft, en offert, dat verdorven is! want Ik ben een groot Koning, zegt de HEERE der heirscharen, en Mijn Naam is vreselijk onder de heidenen. Read the full article
0 notes
christusleeft · 5 years
Text
Ezechiël 8
Afgoderij in den tempel
1 Het geschiedde nu in het zesde jaar, in de zesde , op den vijfden der maand, als ik in mijn huis zat, en de oudsten van Juda voor mijn aangezicht zaten, dat de hand des Heeren HEEREN daar over mij viel. 2 Toen zag ik, en ziet, een gelijkenis, als de gedaante van vuur; van de gedaante Zijner lenden en nederwaarts was vuur; en van Zijn lenden en opwaarts, als de gedaante ener klaarheid, als de verf van Hasmal. 3 En Hij stak ade gelijkenis ener hand uit, en nam mij bij het haar mijns hoofds; en de Geest voerde mij op tussen de aarde en tussen den hemel, en bracht mij in de gezichten Gods te Jeruzalem, tot de deur der poort van het binnenste , dewelke ziet naar het noorden, alwaar de zitplaats was van een beeld der ijvering, dat tot ijver verwekt. a: Dan 5:5 Ter zelfder ure kwamen er vingeren van eens mensen hand voort, die schreven tegenover den kandelaar, op de kalk van den wand van het koninklijk paleis, en de koning zag het deel der hand, die daar schreef. 4 En ziet, de heerlijkheid des Gods van Israel was aldaar, naar de gedaante, die ik in de bvallei gezien had. b: Eze 3:23 En ik maakte mij op, en ging uit in de vallei, en ziet, de heerlijkheid des HEEREN stond aldaar, gelijk de heerlijkheid, die ik gezien had bij de rivier Chebar; en ik viel op mijn aangezicht. 5 En Hij zeide tot mij: Mensenkind, hef nu uw ogen op naar den weg van het noorden; en ik hief mijn ogen op naar den weg van het noorden, en ziet, tegen het noorden aan de poort van het altaar was dit beeld der ijvering, in den ingang. 6 En Hij zeide tot mij: Mensenkind, ziet gij wel, wat zij doen, de grote gruwelen, die het huis Israels hier doet, opdat Ik van Mijn heiligdom verre wegga? Doch gij zult nog wederom grote gruwelen zien. 7 Zo bracht Hij mij tot de deur van het voorhof. Toen zag ik, en ziet, er was een hol in den wand. 8 En Hij zeide tot mij: Mensenkind, graaf nu in dien wand. En ik groef in dien wand, en ziet, daar was een deur. 9 Toen zeide Hij tot mij: Ga in, en zie de boze gruwelen, die zij hier doen. 10 Zo ging ik in, en ik zag, en ziet, er was alle beeltenis van kruipende dieren en verfoeilijke beesten, en van alle drekgoden van het huis Israels, geheel rondom aan den wand gemaald. 11 En zeventig mannen uit de oudsten van het huis Israels, met Jaazanja, den zoon van Safan, staande in het midden van hen, stonden voor hun aangezichten; en een ieder zijn rookvat in zijn hand, en een overvloedige wolk des reukwerks ging op. 12 Toen zeide Hij tot mij: Hebt gij gezien, mensenkind, wat de oudsten van het huis Israels doen in de duisternis, een ieder in zijn gebeelde binnenkameren? want zij zeggen: cDe HEERE ziet ons niet, de HEERE heeft het land verlaten. c: Eze 9:9 Toen zeide Hij tot mij: De ongerechtigheid van het huis van Israel en van Juda is gans zeer groot, en het land is met bloed vervuld, en de stad is vol van afwijking; want zij zeggen: De HEERE heeft het land verlaten, en de HEERE ziet niet. 13 En Hij zeide tot mij: Gij zult nog wederom grote gruwelen zien, die zij doen. 14 En Hij bracht mij tot de deur der poort van het huis des HEEREN, die naar het noorden is, en ziet, daar zaten vrouwen, bewenende den Thammuz. 15 En Hij zeide tot mij: Hebt gij, mensenkind, gezien? Gij zult nog wederom grotere gruwelen zien dan deze. 16 En Hij bracht mij tot het binnenste voorhof van het huis des HEEREN; en ziet, de deur van den tempel des HEEREN, tussen het voorhuis en tussen het altaar, waren omtrent vijf en twintig mannen; hun achterste waren naar den tempel des HEEREN, en hun aangezichten naar het oosten, en deze bogen zich neder naar het oosten voor de zon. 17 Toen zeide Hij tot mij: Hebt gij, mensenkind, gezien? Is er iets lichter geacht bij het huis van Juda, dan deze gruwelen te doen, die zij hier doen? Als zij het land met geweld vervuld hebben, zo keren zij zich, om Mij te vertoornen; want zie, zij steken de wijnranken aan hun neus. 18 Daarom zal Ik ook handelen in grimmigheid, dMijn oog zal niet verschonen, en Ik zal niet sparen; hoewel zij voor Mijn oren met luider stem roepen, enochtans zal Ik hen niet horen. d: Eze 5:11 Daarom zo waarachtig als Ik leef, spreekt de Heere HEERE (omdat gij Mijn heiligdom verontreinigd hebt met al uw verfoeiselen, en met al uw gruwelen), zo Ik ook niet daarom u verminderen, en Mijn oog u niet verschonen zal, en Ik ook niet zal sparen! Eze 7:4 En Mijn oog zal u niet verschonen, en Ik zal niet sparen; maar Ik zal uw wegen op u brengen, en uw gruwelen zullen in het midden van u zijn, en gijlieden zult weten, dat Ik de HEERE ben. e: Spr 1:28 Dan zullen zij tot Mij roepen, maar Ik zal niet antwoorden; zij zullen Mij vroeg zoeken, maar zullen Mij niet vinden; Isa 1:15 En als gijlieden uw handen uitbreidt, verberg Ik Mijn ogen voor u; ook wanneer gij het gebed vermenigvuldigt, hoor Ik niet; want uw handen zijn vol bloed. Jer 11:11 Daarom zegt de HEERE alzo: Ziet, Ik zal een kwaad over hen brengen, uit hetwelk zij niet zullen kunnen uitkomen; als zij dan tot Mij zullen roepen, zal Ik naar hen niet horen. Read the full article
0 notes
christusleeft · 5 years
Text
Spreuken 27
Waanwijsheid en vermetelheid
1 Beroem au niet over den dag van morgen; want gij weet niet, wat de dag zal baren. a: Jas 4:13 Welaan nu gij, die daar zegt: Wij zullen heden of morgen naar zulk een stad reizen, en aldaar een jaar doorbrengen, en koopmanschap drijven, en winst doen. Jas 4:14 Gij, die niet weet, wat morgen geschieden zal, want hoedanig is uw leven? Want het is een damp, die voor een weinig tijds gezien wordt, en daarna verdwijnt. 2 Laat u een vreemde prijzen, en niet uw mond; een onbekende, en niet uw lippen. 3 Een steen is zwaar, en het zand gewichtig; maar de toornigheid des dwazen is zwaarder dan die beide. 4 Grimmigheid en overloping van toorn is wreedheid; maar wie zal voor nijdigheid bestaan? 5 Openbare bestraffing is beter dan verborgene liefde. 6 De wonden des liefhebbers zijn getrouw; maar de kussingen des haters zijn af te bidden. 7 Een verzadigde ziel vertreedt het honigzeem; maar aan een hongerige ziel is alle bitter zoet. 8 Gelijk een vogel is, die uit zijn nest omdoolt, alzo is een man, die omdoolt uit zijn plaats. 9 Olie en reukwerk verblijdt het hart; alzo is de zoetigheid van iemands vriend, vanwege den raad der ziel. 10 bVerlaat uw vriend, noch den vriend uws vaders niet; en ga ten huize uws broeders niet op den dag van uw tegenspoed. Beter is een gebuur die nabij is, dan een broeder, die verre is. b: Spr 17:17 Een vriend heeft te aller tijd lief; en een broeder wordt in de benauwdheid geboren. Spr 18:24 Een man, die vrienden heeft, heeft zich vriendelijk te houden; want er is een liefhebber, die meer aankleeft dan een broeder. 11 Zijt wijs, mijn zoon, en verblijd mijn hart; opdat ik mijn smader wat te antwoorden heb. 12 cDe kloekzinnige ziet het kwaad, verbergt zich; de slechten gaan henen door, worden gestraft. c: Spr 22:3 Een kloekzinnig mens ziet het kwaad, en verbergt zich; maar de slechten gaan henen door, en worden gestraft. 13 dAls een vreemde borg geworden is, neem zijn kleed, en pand hem voor een onbekende . d: Spr 6:1 Mijn zoon! zo gij voor uw naaste borg geworden zijt, voor een vreemde uw hand toegeklapt hebt; Spr 6:2 Gij zijt verstrikt met de redenen uws monds; gij zijt gevangen met de redenen uws monds. Spr 11:15 Als iemand voor een vreemde borg geworden is, hij zal zekerlijk verbroken worden; maar wie degenen haat, die in de hand klappen, is zeker. Spr 17:18 Een verstandeloos mens klapt in de hand, zich borg stellende bij zijn naaste. Spr 20:16 Als iemand voor een vreemde borg geworden is, neem zijn kleed; en pand hem voor de onbekenden.  14 Die zijn vriend zegent met luider stem, zich des morgens vroeg opmakende, het zal hem tot een vloek gerekend worden. 15 eEen gedurige druiping ten dage des slagregens en een kijfachtige huisvrouw zijn even gelijk. e: Spr 19:13 Een zotte zoon is zijn vader grote ellende; en de kijvingen ener vrouw als een gestadig druipen. 16 Elkeen, die haar verbergt, zou den wind verbergen, en de olie zijner rechterhand, roept. 17 IJzer scherpt men met ijzer; alzo scherpt een man het aangezicht zijns naasten. 18 Die den vijgeboom bewaart, zal zijn vrucht eten; en die zijn heer waarneemt, zal geeerd worden. 19 Gelijk water het aangezicht is tegen het aangezicht, alzo is des mensen hart tegen den mens. 20 De hel en het verderf worden niet verzadigd; alzo worden fde ogen des mensen niet verzadigd. f: Pre 1:8 Al deze dingen worden zo moede, dat het niemand zou kunnen uitspreken; het oog wordt niet verzadigd met zien; en het oor wordt niet vervuld van horen. 21 De smeltkroes is voor het zilver, en de oven voor het goud; alzo is een man naar zijn lof . 22 Al stiet gij den dwaas in een mortier met een stamper, in het midden van het gestoten graan, zijn dwaasheid zou van hem niet afwijken. 23 Zijt naarstig, om het aangezicht uwer schapen te kennen; zet uw hart op de kudden. 24 Want de schat is niet tot in eeuwigheid; of zal de kroon van geslacht tot geslacht zijn? 25 Als het gras zich openbaart, en de grasscheuten gezien worden, laat de kruiden der bergen verzameld worden. 26 De lammeren zullen gzijn tot uw kleding, en de bokken de prijs des velds. g: 1Ti 6:8 Maar als wij voedsel en deksel hebben, wij zullen daarmede vergenoegd zijn. 27 Daartoe zult gij genoegzaamheid van geitenmelk tot uw spijze, tot spijze van uw huis, en leeftocht uwer maagden. Read the full article
0 notes
christusleeft · 5 years
Text
Spreuken 21
Gods leidende hand.
1 Des konings hart is in de hand des HEEREN waterbeken. Hij neigt het tot al wat Hij wil. 2 aAlle weg des mensen is recht in zijn ogen; maar de HEERE weegt de harten. a: Spr 16:2 Alle wegen des mans zijn zuiver in zijn ogen; maar de HEERE weegt de geesten. 3 bGerechtigheid en recht te doen is bij den HEERE uitgelezener dan offer. b: 1Sa 15:22 Doch Samuel zeide: Heeft de HEERE lust aan brandofferen, en slachtofferen, als aan het gehoorzamen van de stem des HEEREN? Zie, gehoorzamen is beter dan slachtoffer, opmerken dan het vette der rammen. Psa 50:8 Om uw offeranden zal Ik u niet straffen, want uw brandofferen zijn steeds voor Mij. Psa 50:14 Offert Gode dank, en betaalt den Allerhoogste uw geloften. Isa 1:11 Waartoe zal Mij zijn de veelheid uwer slachtoffers? zegt de HEERE; Ik ben zat van de brandoffers der rammen, en het smeer der vette beesten, en heb geen lust aan het bloed der varren, noch der lammeren, noch der bokken. Isa 1:16 Wast u, reinigt u, doet de boosheid uwer handelingen van voor Mijn ogen weg, laat af van kwaad te doen. Hos 6:6 Want Ik heb lust tot weldadigheid, en niet tot offer; en tot de kennis Gods, meer dan tot brandofferen. 4 Hoogheid der ogen, en trotsheid des harten, de ploeging der goddelozen, zijn zonde. 5 cDe gedachten des vlijtigen zijn alleen tot overschot; maar van een ieder, die haastig is, alleen tot gebrek. c: Spr 10:4 Die met een bedriegelijke hand werkt, wordt arm; maar de hand der vlijtigen maakt rijk. Spr 13:4 De ziel des luiaards is begerig, doch er is niets; maar de ziel der vlijtigen zal vet gemaakt worden. 6 dTe arbeiden om schatten met een valse tong, is een voortgedrevene ijdelheid dergenen, die den dood zoeken. d: Spr 10:2 Schatten der goddeloosheid doen geen nut; maar de gerechtigheid redt van den dood. Spr 10:4 Die met een bedriegelijke hand werkt, wordt arm; maar de hand der vlijtigen maakt rijk. Spr 13:11 Goed, van ijdelheid gekomen, zal verminderd worden; maar die met de hand vergadert, zal het vermeerderen. 7 De verwoesting der goddelozen zal hen doorsnijden, omdat zij weigeren recht te doen. 8 De weg des mensen is gans verkeerd en vreemd; maar het werk des zuiveren is recht. 9 eHet is beter te wonen op een hoek van het dak, dan met een kijfachtige huisvrouw, en dat een huis van gezelschap. e: Spr 21:19 Het is beter te wonen in een woest land, dan bij een zeer kijfachtige en toornige huisvrouw. Spr 25:24 Het is beter te wonen op een hoek van het dak, dan met een kijfachtige huisvrouw, en dat in een huis van gezelschap. Spr 27:15 Een gedurige druiping ten dage des slagregens en een kijfachtige huisvrouw zijn even gelijk. 10 De ziel des goddelozen begeert het kwaad; zijn naaste krijgt geen genade in zijn ogen. 11 fAls men den spotter straft, wordt de slechte wijs; en als men den wijze onderricht, neemt hij wetenschap aan. f: Spr 19:25 Sla den spotter, zo zal de slechte kloekzinnig worden; en bestraf den verstandige, hij zal wetenschap begrijpen. 12 De rechtvaardige let verstandelijk op des goddelozen huis, als de goddelozen in het kwaad stort. 13 Die zijn oor stopt voor het geschrei des armen, die zal ook roepen, en niet verhoord worden. 14 gEen gift in het verborgene houdt den toorn onder, en een geschenk in den schoot de sterke grimmigheid. g: Spr 17:8 Het geschenk is in de ogen zijner heren een aangenaam gesteente; waarhenen het zich zal wenden, zal het wel gedijen. Spr 18:16 De gift des mensen maakt hem ruimte, en zij geleidt hem voor het aangezicht der groten. 15 Het is den rechtvaardige een blijdschap recht te doen; maar voor de werkers der ongerechtigheid is het verschrikking. 16 Een mens, die van den weg des verstands afdwaalt, zal in de gemeente der doden rusten. 17 Die blijdschap liefheeft, die zal gebrek lijden; die wijn en olie liefheeft, zal niet rijk worden. 18 hDe goddeloze is een rantsoen voor de rechtvaardigen, en de trouweloze voor de oprechten. h: Spr 11:8 De rechtvaardige wordt uit benauwdheid bevrijd; en de goddeloze komt in zijn plaats. 19 iHet is beter te wonen in een woest land, dan bij een zeer kijfachtige en toornige huisvrouw. i: Spr 21:9 Het is beter te wonen op een hoek van het dak, dan met een kijfachtige huisvrouw, en dat in een huis van gezelschap. Spr 25:24 Het is beter te wonen op een hoek van het dak, dan met een kijfachtige huisvrouw, en dat in een huis van gezelschap. 20 In des wijzen woning is een gewenste schat, en olie; maar een zot mens verslindt zulks. 21 Die rechtvaardigheid en weldadigheid najaagt, zal het leven, rechtvaardigheid en eer vinden. 22 De wijze beklimt de stad der geweldigen, en werpt de sterkte huns vertrouwens neder. 23 kDie zijn mond en zijn tong bewaart, bewaart zijn ziel van benauwdheden. k: Spr 18:21 Dood en leven zijn in het geweld der tong; en een ieder, die ze liefheeft, zal haar vrucht eten. 24 Die een hovaardig pocher is, zijn naam is spotter; hij gaat met hovaardige verbolgenheid te werk. 25 De begeerte des luiaards zal hem doden, want zijn handen weigeren te werken. 26 Den gansen dag begeert hij begeerlijke dingen; maar lde rechtvaardige zal geven, en niet inhouden. l: Psa 37:26 Den gansen dag ontfermt hij zich, en leent; en zijn zaad is tot zegening. 27 mHet offer der goddelozen is een gruwel; hoeveel te meer, als zij het met een schandelijk voornemen brengen! m: Spr 15:8 Het offer der goddelozen is den HEERE een gruwel; maar het gebed der oprechten is Zijn welgevallen. Isa 1:13 Brengt niet meer vergeefs offer, het reukwerk is Mij een gruwel; de nieuwe maanden, en sabbatten, en het bijeenroepen der vergaderingen vermag Ik niet, het is ongerechtigheid, zelfs de verbodsdagen. Jer 6:20 Waartoe zal dan de wierook voor Mij uit Scheba komen, en de beste kalmus uit verren lande? Uw brandofferen zijn Mij niet behagelijk, en uw slachtofferen zijn Mij niet zoet. Amo 5:21 Ik haat, Ik versmaad uw feesten, en Ik mag uw verbods dagen niet rieken. 28 nEen leugenachtig getuige zal vergaan; en een man, die hoort, zal spreken tot overwinning. n: Spr 19:5 Een vals getuige zal niet onschuldig zijn; en die leugenen blaast, zal niet ontkomen. Spr 19:9 Een vals getuige zal niet onschuldig zijn; en die leugenen blaast, zal vergaan. 29 Een goddeloos man sterkt zich in zijn aangezicht; maar de oprechte, die maakt zijn weg vast. 30 Er is geen wijsheid, en er is geen verstand, en er is geen raad tegen den HEERE. 31 oHet paard wordt bereid tegen den dag des strijds; maar de overwinning is des HEEREN. o: Psa 33:17 Het paard feilt ter overwinning, en bevrijdt niet door zijn grote sterkte. Read the full article
0 notes
christusleeft · 5 years
Text
Psalmen 141
Gebed in verzoeking.
1 Een psalm van David. HEERE! ik roep U aan, haast U tot mij; neem mijn stem ter ore, als ik tot U roep. 2 aMijn gebed worde gesteld als reukwerk voor Uw aangezicht, de opheffing mijner handen [als] het avondoffer.
a: Exo 29:1 Dit nu is de zaak, die gij hun doen zult, om hen te heiligen, dat zij Mij het priesterambt bedienen: neem een var, het jong eens runds, en twee…
View On WordPress
0 notes
christusleeft · 5 years
Text
Leviticus 16
De grote verzoendag
Lev 16:1 En de HEERE sprak tot Mozes, a) nadat de twee zonen van Aaron gestorven waren, als zij genaderd waren voor het aangezicht des HEEREN, en gestorven waren;
a) Lev 10:1 En de zonen van Aaron, Nadab en Abihu, namen een ieder zijn wierookvat, en deden vuur daarin, en leiden reukwerk daarop, en brachten vreemd vuur voor het aangezicht des HEEREN, hetwelk hij hen niet…
View On WordPress
0 notes