Tumgik
#timmers wat
harrybartelds · 21 days
Link
0 notes
hspcoaching · 10 months
Text
Tumblr media
Deze quote deelde ik met Justin Timmer, een enorm creatief persoon die zijn gevoelsleven en visie op het leven deelt via zijn schrijfselen, schilderingen, video’s, audio’s en al wat meer via zijn website: https://www.justintimmer.com/
We hebben de voorbereidingen getroffen voor het opnemen van een EnergyTalk en ik heb er veel energie van gekregen. We gaan nu de zomer in, maar wanneer we eruit komen, zien we elkaar live op de facebookpagina hoogsensitiviteit en intuïtie.
Met Com-Passie,
Chungmei ✨
1 note · View note
rotterdamvanalles · 10 months
Text
Start van de ronde van Feijenoord aan de Maashaven, 1 mei 1961. Burgemeester Van Walsum lost het startschot.
Uit het Vrije Volk van 2 mei 1961:
Een stevige omhelzing van zijn vader, een enorme lauwerkrans uit handen van de ronde-nestor Willem Buitendijk, een ereronde in het zijspan van één der onontbeerlijke politiemotoren en een welgemeend spontane ovatie vielen maandagmiddag de winnaar van de ronde van Feijenoord in Rotterdam ten deel. Het was de 20-jarige Haagse jongeling Jackie Mesters, sinds een paar weken uit de militaire dienst teruggekeerd en sindsdien ook reeds enkele malen op de voorgrond getreden in nationale wedstrijden.
Wel, hij mocht er zijn, deze winnaar. De wijze, waarop hij zich in gezelschap van zijn Rotterdamse rivaal v. d. Leer in de laatste fase van de strijd had weten te voegen bij twee vluchters dwong reeds ieders respect af. Toen hij zich ten slotte in de draai Bloemfonteinstraat-Maashaven en later op het rechte eind naar de finish voor de deur van Kees Buitendijk van alle concurrenten ontdeed, kende het enthousiasme langs het wat minder dan in andere jaren bezette traject nauwelijks grenzen.
Feijenoord kon overigens ingenomen zijn met de tweede plaats van Lesier van der Leer, die de twee andere renners Anton Reekers en Henk Castricum ruimschoots in deze volgorde klopte.
Tot de helden van deze eenentwintigste ronde van Feijenoord behoren ongetwijfeld Piet Verweij uit Gouda, Jan Stolk uit Rotterdam, die met de leidersprijs huistoe ging, Wim Jansen uit Noordwijkerhout, die vrijwel de gehele wedstrijd in de voorste rijen streed maar met een gebroken frame kort voor het einde machteloos werd en Maarten Breure, die met nog luttele ronden voor de boeg een serieuze poging ondernam de koers met voorsprong te winnen.
Verweij was er niet bij, toen al kort na de start onder aanvoering van Jansen, Ket, Bravenboer en o.m. Stubbe een groep van elf man tot stand werd gebracht, waaruit Hans Hoek terugviel en ook Fiers door pech verdween. Hij had materiaalpech gehad en zwoegde lange tijd achter het peloton aan. Hij kreeg aansluiting en speelde later zelfs een vooraanstaande rol, toen hij in gezelschap van Breure 7 ronden voor tijd ertussenuit trok,.
Timmer, Dorst en Idema behoorden tot de tegenstrevers op dat ogenblik en deze renners noodden de overigen in het peloton tot groter spoed, welke ertoe leidde, dat de vlucht ongedaan kon worden gemaakt. In die kritieke periode ook liep v. d. Fliers ketting eraf en werd deze evenals Stolk met een stuk papier tussen het versnellingsapparaat verder kansloos. De militaire kampioen v. d. Leur kreeg het te kwaad met kramp en moest eveneens voorgoed van de fiets.
Castricum en Reekers snelden 3 ronden voor tijd bij de anderen weg, juist toen mede door toedoen van Stubbe, De Ruiter Dorst en v. d. Leer de twee eerder genoemde renners waren teruggepakt. Mesters, v. d. Leer en aanvankelijk ook Zonneveld reageerden fel en juist voor het ingaan van de laatste ronde vormde zich de kopgroep van vier, waaruit ten slotte Mesters als snelste de eindspurt volbracht.
De fotograaf is Ary Groeneveld en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt via delpher.nl uit het Vrije Volk van 2 mei 1961.
Tumblr media
0 notes
actuma · 1 year
Text
Paraatheid politie moet beter
Tumblr media
Nederland - De politie krijgt steeds vaker te maken met massaal, georganiseerd en gericht geweld. Daarom wordt in 2023 gestart met een programma waarbij het versterken, innoveren en borgen van de paraatheid van de politie centraal staat. Ook aanvulling van de bestaande geweldsmiddelen is daarbij een optie. Een demonstratie tegen de coronamaatregelen leidde op 19 november 2021 in Rotterdam tot heftige rellen. Collega’s voelden zich zelfs genoodzaakt hun vuurwapen te gebruiken. De impact daarvan is nog steeds voelbaar. Tijdens dergelijke excessen zien we dat onder de demonstranten zich mensen mengen die goed georganiseerd en voorbereid lijken. Ze beschikken over extreem zware explosieven, zoeken de confrontatie en kunnen zich met behulp van sociale media snel verzamelen. Om het politieoptreden tegen deze achtergrond veiliger en effectiever te maken, liet de korpsleiding afgelopen jaar een onderzoek uitvoeren door wetenschappers Henk Ferwerda en Jaap Timmer. “Wij wilden onderzocht  hebben of we aanvullende middelen nodig hebben om de veranderende omstandigheden veilig het hoofd te bieden’, vertelt Frank Paauw, portefeuillehouder Conflict- en Crisisbeheersing. ‘Eventuele uitbreiding van geweldsmiddelen moet natuurlijk zeer zorgvuldig worden gewogen.’ Extra middelen De standaard bewapening van een reguliere agent bestaat momenteel uit een bus pepperspray, een uitschuifbare wapenstok en een dienstpistool. De ME’er naast de uitschuifbare wapenstok een vaste lange wapenstok. De ME kan daarbij ook beschikken over hondengeleiders met surveillancehonden, ME’ers te paard, waterwerpers en traangasgranaten. Frank: ‘Maar het overgrote merendeel van de ME-commandanten vraagt om extra middelen. Zij ervaren een gat tussen de huidige bewapening en uiteindelijk het vuurwapen. Ik kan me hun wens goed voorstellen.’ Al in 2018 is in opdracht van de politie uitgezocht welke less than lethal weapons in aanmerking zouden komen en wat hun toegevoegde waarde zou zijn. Het betrof twee soorten luchtdrukwapens die niet penetrerende projectielen verschieten. Meer specifiek: rubberen kogels, beanbags of verfpatronen die de doelwitten met een kleur markeren. De conclusie luidde dat de voordelen van dergelijke middelen niet opwogen tegen de nadelen, onder meer de veiligheidsrisico’s. Bovendien gaf het geweld waarmee de politie destijds werd geconfronteerd geen aanleiding voor uitbreiding van de beschikbare geweldsmiddelen, aldus de onderzoekers. Veranderde omstandigheden ‘Maar omdat collega’s ervaren dat de intensiteit en gerichtheid van het tegen hen gericht geweld in korte tijd sterk verhevigd is, vroegen we Ferwerda en Timmer te onderzoeken of deze veranderde omstandigheden aanleiding geven tot een andere conclusie’, zegt Frank. ‘De politie wordt door een deel van de bevolking niet meer gezien als neutrale instantie, maar is zelf partij geworden bij rellen en demonstraties. Het is de vraag of de beschikbare middelen nog volstaan bij de uitoefening van onze taak.’ Die vraag wordt bevestigend beantwoord door de onderzoekers. Net als bij het eerdere onderzoek zien zij niet direct heil in aanvulling van de geweldsmiddelen. Wel constateren zij een aantal zaken die wat hen betreft beter kunnen. Die liggen op het vlak van onder meer de informatiepositie, de besluitvorming, de aansturing, de opleiding en training, de capaciteit en het beter inzetten van de bestaande less lethal middelen zoals traangas. Ook de huidige ME-uitrusting verdient aanpassing. Bijvoorbeeld door meer bescherming aan zij- en achterkant en betere gehoorbescherming in de helm.   Pilaren De korpsleiding omarmt de uitkomsten van het onderzoek en gaat er mee aan de slag. ‘We hebben de verplichting te zorgen voor maximale veiligheid van onze mensen op straat’, benadrukt Frank. Komend jaar al wordt gestart met een vernieuwd paraatheidsprogramma onder de werktitel Paraatheid 2.0. Daarbij staan het versterken, innoveren en borgen van de paraatheid centraal. De handreikingen uit het onderzoek vormen de pilaren van het programma dat moet leiden tot verbetering en vernieuwing. Al ingezette ontwikkelingen worden versneld, nieuwe inzichten toegevoegd en de bedrijfsvoering krijgt een nieuwe impuls, kondigt Frank aan. ‘We doen al veel goed en leren van onze fouten, maar er is aanleiding de openbare ordehandhaving te versterken en door te ontwikkelen. We betrekken de onderzoekers daar ook bij. Als de verbeteringen zijn doorgevoerd, bekijken we ook heel nadrukkelijk of de huidige geweldsmiddelen voldoen. Want we begrijpen de gevoelens van de ME’ers heel goed.’ Waterwerpers Vooruitlopend daarop worden de huidige zes waterwerpers zo snel mogelijk vervangen. Tijdens een oefening in juni bleek dat technische problemen voor onveilige situaties – met name klapbanden – kunnen zorgen, waarop besloten is de huidige waterwerpers met de standaardbelading niet meer in te zetten. Frank: ‘We werken hard aan een oplossing zodat we op korte termijn kunnen blijven beschikken over een waterwerper. Verder  wordt onderzocht of kleinere, wendbaardere en meer waterwerpers bijdragen aan een veiliger en effectiever optreden op straat. Dit soort verbeteringen past binnen ons streven de paraatheidsorganisatie beter toekomstbestendig maken. We beoordelen steeds het totaalpakket en daartoe behoort ook eventuele aanvulling van de less than lethal weapons om mogelijke gaten te dichten.’ Bron: Politie Read the full article
0 notes
nightwingvixen23 · 3 years
Text
Tim : reality show idea
Stephanie : lay it on me
Tim : flat-earthers attempting to find the edge of the planet
Stephanie : interesting...
Tim : Conner can host
Stephanie : 🤔
Tim : then at the end of the series we reveal Conner as an alien and introduce everyone to live footage of Earth from a kryptonian spaceship
Stephanie : ok now ya lost me--
86 notes · View notes
scotianostra · 5 years
Photo
Tumblr media Tumblr media
On 12th April 1941, North East poet, Charles Murray died at Banchory, Aberdeenshire. 
Though easily the best known and most popular Scots poet of the period from 1910 till the 1960s, Charles Murray's literary output was modest. Though there was nothing amateur in his approach to his poetry, Murray was not a professional literary man and had to compose in the time he could spare from a busy working life first as prospector and mine manager, then as a senior colonial civil servant, in the newly created Union of South Africa. 
In 1969, twenty-eight years after Murray's death, poems which had not appeared in book form during his lifetime were published as The Last Poems, with Preface and Notes by Alexander Keith.
Finally in 1979, Murray's friend, the novelist Nan Shepherd, edited Hamewith: the complete poems of Charles Murray.These publications were supported by the Charles Murray Memorial Fund.
The Antiquary by Charles Murray  
A little mannie, nae ower five feet three,
Sae bent wi' eild he lookit less than that,
His cleadin' fashioned wi' his tastes to 'gree,
Fae hose an' cuitikins to plaid an' hat.
His cot stob-thackit, wi' twa timmer lums,
A box-bed closet 'tween the but an' ben,
A low peat fire, where bauldrins span her thrums,
Wat dried his beets, an' smoked, an' read his lane.
He kent auld spells, could trail the rape an' spae,
He'd wallets fu' o' queer oonchancie leems,
Could dress a mart, prob hoven nowt, an' flay;
Fell spavined horse, an' deftly use the fleams.
He lived till ninety, an' this deein' wiss
He whispered, jist afore his spirit flew -
"Gweed grant that even in the land o'bliss
I'll get a bield whaur some things arena new."
The photos show Murray one of two plaques on the gate posts at the entrance to Murray Park which was gifted by Charles Murray to the people of Alford and the surrounding district in 1936. It is an area of mature, mixed woodland with well maintained paths and pleasant walks.
8 notes · View notes
cryptogids · 2 years
Text
Bitcoin wordt massaal van beurzen gehaald en grafieken suggereren een extreem bullish winter
Tumblr media
Bitcoin blijft kracht uitstralen ondanks dat de prijs 38% onder zijn all-time high staat. Deze kracht wordt echter toegeschreven aan verschillende redenen die volgens experts belangrijke recepten zijn om deze winter een aanhoudende bull-run te ontketenen. Uitstroom Bitcoin stijgt explosief Een opvallende ontwikkeling is de abrupte stijging van de uitstroom van Bitcoin deze week. Volgens de laatste gegevens van Cryptoquant is er woensdag meer dan 26.300 BTC uit exchanges gehaald, terwijl IntotheBlock op maandag een uitstroom van 30.054 BTC rapporteerde. De laatste keer dat zo'n grote uitputting plaatsvond was in september 2021, de inluiding van een bull markt die een prijsstijging van meer dan 66% zag. De uitstroom van Bitcoin wordt gezien als een stimulans voor de markt, omdat het risico op verkoop van Bitcoin, met een prijsdaling tot gevolg, erdoor afneemt. Uitstromen zorgen er ook voor dat er meer wordt gekocht, wat essentieel is om een stijging van de cryptoprijs kracht bij te zetten. Maak een account of ga naar trading bot. Een onbesliste Fed Nu de Fed steeds meer het geduld van haar burgers verliest vanwege haar besluiteloosheid ondanks de uit de pan rijzende inflatie, denken experts dat Bitcoin een koppositie kan innemen vanwege haar anti-inflatieverhaal. Volgens Mike McGlone van Bloomberg zou een mogelijke renteverhoging weliswaar kortstondig invloed kunnen hebben op de prijsstijging van Bitcoin, maar zal de cryptocurrency hoogstwaarschijnlijk sterk uit de hoek komen. Bitcoin staat voor een uitdaging in 2022 vs. dalende risico-activa, maar de crypto heeft potentieel om stand te houden, denken wij", betoogt hij. Jurrien Timmer, directeur Global Macro Fidelity zegt dat hij niet geschokt is dat de crypto gecorrigeerd is. Hij schrijft dit toe aan de havikachtige houding van de Fed ten aanzien van inflatie, wat ertoe heeft geleid dat liquiditeitsgedreven momentum plays onder druk bleven staan. Koop voordelig 156 verschillende cryptocurrencies bij Bitvavo Bitcoins belangrijkste buigpunt Timmer baseert zijn argument op zijn S-Curve model en is ervan overtuigd dat Bitcoin al bij $40.000 is gedoken. Volgens zijn model laat de slapende indicator van Bitcoin zien dat de asset al oversold is bij $40.000, net zoals het was bij $30.000. "Al met al vertellen deze grafieken mij dat Bitcoin zowel technische als fundamentele steun zou moeten hebben op $40k. Dat wil niet zeggen dat het niet lager kan, maar het lijkt erop dat $40k de nieuwe $30k is." Zijn argument wordt verder ondersteund door Flori Marquez, de mede-oprichter van Blockfi. Tijdens een recent interview met CNBC zei ze: "Het tweejarig rendement vanaf vandaag, Bitcoin is eigenlijk 416% gestegen, dus dit $40K niveau is eigenlijk heel spannend voor de meeste crypto investeerders." Bij het ter perse gaan is Bitcoin al van het $40.000-niveau afgestuiterd en wisselt het handen uit op $43.000 met beurzen die een aanzienlijke onbalans vertonen tussen de prijzen van vraag en aanbod omdat kopers zich blijven opstapelen. Word lid van de Bitcoin/Cryptocurrency Facebook groep om geen enkel nieuwsbericht te missen en lees hier meer Crypto nieuws. Read the full article
0 notes
refinedstorage · 3 years
Link
I’m so lazy writing about it rather that do proper art, but I’ve been obsessing over a cyberpunk Amsterdam setting literally for years now, and part of that future vision for real was the larger metropolitan area potentially connecting across the Canal with the greater London area (like everything upped for scale a good bit), and the North Sea being dammed in by giant waterworks/hydraulic facilities, with the old city centre canals drained, and populated in true, rich cyberpunk low life fashion, framed by giant, leaky watergates, a huge underground water system under the old city streets, all of it walled in by giant shiny futuristic high rises, sky brimming with air traffic...     
0 notes
eltjedoddema · 3 years
Text
Piepto’s
Ik las lestdoags n artikel over wat veur goud je t beste noar joen waark aantrekken kinnen. Doarbie ging t nait over d’overal van swieneboer Tjapko Timmer of de widde schoet van peerdeslagter Potjer. Nee, t betrof de zogenoamde schonere waarkvlouers: kantoren, direksiekoamers en vergoaderzoalen. t Wer mie dudelk dat je doar gain strakke polten droagen mouten. Dus Strak-Om-Pokkel-Spanners (SOPS)…
View On WordPress
0 notes
franskochteenhuisje · 3 years
Text
19. Hout, geef me meer hout
Nou zou je denken dat ik wel mijn bekomst had van planken en dat ik voor de rest van de bovenverdieping naar gipsplaten zou grijpen. Nou mooi niet, wat je begint, moet je afmaken. Voor de wanden en het plafond van het halletje, had ik een mooi plan uitgedacht. Men neme grenen vloerdelen in verschillende breedtes en daarmee timmer je die ruimte af. Het was even zoeken, maar in Gelderland zit een houthandel die dat kan leveren, mooie strakke eersteklas grenen delen in breedste van 18, 23 en 27 centimeter, door elkaar te gebruiken. De enige bijzonderheid is dat die uitsluitend in lengtes van 6 meter geleverd worden. 
Tumblr media
Als dat dan voor de deur ligt, ziet het er nog best compact uit. Eenmaal binnen, met houtjes er tussen om te drogen, wordt het al wat indrukwekkender. En je hele huis ruikt wekenlang heerlijk naar hars, alsof je een Finse sauna binnenstapt.
Tumblr media
Terwijl ik dat hout naar binnen sjouwde, werd de WC getegeld. Ik had zes doosjes tegeltjes besteld (10x10), maar kreeg er acht. Dus ik stuurde heel braaf een email, dat ik teveel gekregen had. Geen reactie. Toen ik de doosjes open maakte, snapte ik waarom. Ik schat dat ruim 10% gebroken was en dat de leverancier uit voorzorg wat meer gestuurd heeft. 
Tumblr media
Terwijl dat hout lag te drogen, kon ik mooi wat kleine klusjes doen. De radiator die het halve wandje van de slaapkamer in beslag nam, heb ik naar buiten gewerkt en vervangen door iets dat minder ruimte inneemt. En het staat nog sjiek ook. Zeker met een kleurtje op de vloer. Omdat de rest alleen maar afwerking is, wat ook later nog wel kan, laat ik die kamer nu maar met rust.
Tumblr media Tumblr media
Die lange planken waren nu wel voldoende gedroogd om ze op maat te maken. Samen met Martijn maakten we in één zaterdag alle wanden en het plafond op maat. Daarna stapelden we dat allemaal netjes weer op, maar niet nadat elk deel een code had gekregen, zodat ik na het schilderen zou weten waar ze te plaatsen.
Tumblr media Tumblr media
Ik ga jullie niet vermoeien met het een herhaling van het exposé over schilderen, maar twee dingen moet ik toch even kwijt. Ik had nl. advies gevraagd aan een echte schilder hoe dat grenen te behandelen. Eerst de planken ontvetten met thinner en voor elke plank een schoon doekje nemen, anders verplaats je het vet alleen maar. Vervolgens mag je de planken schuren en daarna ontvet je het hout opnieuw. En dan pas ga je het hout in de grondverf zetten. Ik gebruikte Sigma S2U grondverf, die kan je nl. op kleur bestellen. En wat een verf is dat zeg! Ik zwoer altijd bij Wijzonol, maar dit is toch een klasse beter. 
0 notes
rubenpeusen · 4 years
Text
Cultuurdouche dag 2
Wat ik interessant vond aan de musea die we vandaag bezocht hebben waren de achterliggende veranderingen in de geschiedenis van de twee technische bedrijven die ze gevormd hebben tot wat ze vandaag de dag zijn. Zo heeft ene Jos bij het DAF museum uitgelegd dat het bedrijf na de oorlog door een gat in de markt met trucks kwam die ook als bussen konden functioneren. Er werden aanhangers gemaakt waar veel mensen veilig in vervoerd konden worden overdag. S’nachts werden deze dan verwisseld met laadbakken wat de trucks van DAF destijds multifunctioneel maakte. Ook vertelde Jos dat DAF wat betreft racen en rallies rijden bijna voortdurend voorop loopt op het gebied van de nieuwste technieken en de snelste turbo’s. De zogenaamde ‘nieuwe uitvindingen’ die er in deze sporten gedaan werden waren bij DAF vaak allang bekend. 
Tumblr media
‘DAF Trucks’. De switch van personenauto’s naar vrachtauto’s. Een grote verandering op het gebied van technische bedrijfskunde. 
Tumblr media
De grootste bedrijfskundige verandering bij Philips is volgens mij doorgevoerd in 1990 toen het bedrijf bijna failliet ging. Er zijn toen veel managers ontslagen om kosten te besparen. De reorganisatie van Timmer was de redding van Philips. De twee bedrijven DAF en Philips zijn elkaar tegengekomen in de elektronica die er in de eerste auto’s en trucks van DAF verwerkt zat. Een soort samenwerking. De elektronica die in die tijd in een auto zat verwerkt komt natuurlijk niet in de buurt in vergelijking met de auto’s van nu, maar het is wel hetgene waardoor deze bedrijven elkaar zijn tegengekomen.
Een goede vraag van een medestudent aan meneer Vullings die mij is opgevallen vandaag vond ik:”Als u één tip zou moeten geven voor de rest van onze opleiding, wat zou dat dan zijn?” Meneer Vullings antwoordde:”Lean in.” Ben actief nieuwsgierig en vraag door naar de dingen die je wil weten. Dit is ook zeker iets wat ik ga meenemen in de interviews met de experts die morgen zullen plaatsvinden. 
0 notes
denktanks · 4 years
Text
@ k_kreekels: Doe Het Dan anders Laat er eens een goede denktank oplos zo gaat het ook niet langer en dan nog DIE TOM BOOD WAT EEN VRESELIJKE MISKWAL ONZE DAMES WAREN TOP DUS GEEN AJAX OF NOG WAT VAN DEZE ZOOI DUS GOOI HET OVER EEN ANDERE BOEG MINDER BOBO,S MEER GEWONE MENSEN
Doe Het Dan anders Laat er eens een goede denktank oplos zo gaat het ook niet langer en dan nog DIE TOM BOOD WAT EEN VRESELIJKE MISKWAL ONZE DAMES WAREN TOP DUS GEEN AJAX OF NOG WAT VAN DEZE ZOOI DUS GOOI HET OVER EEN ANDERE BOEG MINDER BOBO,S MEER GEWONE MENSEN
— Diny kreekels timmer (@k_kreekels) December 22, 2019
0 notes
rotterdamvanalles · 11 months
Text
Het gemengd dubbelspel tijdens de tenniskampioenschappen van Rotterdam bij tennisvereniging Anglo-Dutch (nu Victoria): Belzer-Scheurleer/Rollin Couquerque/Knottenbelt 4-6 6-3 1-6 , 17 juni 1934.
Uit het Vaderland van 18 juni 1934:
Zondag zijn op de banen van de Anglo Dutch de finales van de Rotterdamse kampioenschappen gespeeld. Voor den zooveelsten keer bood de Anglo een aanblik van gezichten, die ondanks de warmte den geheelen middag vroolijk bleven kijken en onvermoeid de prestatie van de finalisten toejuichten. Wij hebben nog nooit zoon drukte meegemaakt op de terreinen van de Anglo Dutch, zelfs niet met de jeugdkampioenschappen, en dat wil wat zeggen. Het was er gezellig, gemoedelijk en het contact tusschen toeschouwers en spelers was prettig.
Over de prestatie van de spelers kunnen wij kort zijn. Het weer was eigenlijk wel wat te zwaar voor tennis, maar daarom werd er niet minder fel gestreden. Vooral mej. v. Lindonk en mej. Rollin Couquerque hebben zich onderscheiden, de eerste door haar pittig en vasthoudend spel. en onze kampioene door haar sprekende superioriteit. Voor de heeren geldt dit ook wat betreft Knottenbelt en Timmer, die beide goede partijen gespeeld hebben.
De foto komt uit de fotocollectie van het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt via delpher.nl uit het Vaderland van 18 juni 1934.
Tumblr media
0 notes
nightwingvixen23 · 4 years
Text
Cassie : you know. . I’m worried about Red Robin. . . .
Kon : why ??
Cassie : he hasn’t slept in about a week
Miguel : ya know, you’re right. ever since we worked that assignment two weeks ago--
Kon : the one about those murders for hire ??
Miguel : that’s the one !
Cassie : okay, but we solved that investigation
Kon : *sits back* well, i know my baby. so, I have a feeling that he’s probably trying discover if there’s more victims that we happened to miss
Cassie : but there aren’t ! we wen’t through the case three more times, on his request, to mark the case as SOLVED !
Cassie : . . . someone needs to force that boy to take a fucking nap. . .
Cassie : *grabs Kon by the chin* you go in that room and give Red Robin a good pounding that’ll knock his ass out for at least 2 days ! if you’re a good boyfriend, you’d do this. he deserves the rest !!
Kon :  . . .uh. . . sooo. . .when you say “pounding”. . .you mean like. . . a good “fucking" or -- ?
Cassie : I MEAN FOR YOU TO KNOCK HIS ASS OUT UNCONSCIOUS 
Miguel : . . even i knew that
Cassie : GAWD Kon, is sex all you ever think about ?
Miguel : i mean seeing as he’s just recently been introduced to it, i’m pretty sure it is
Kon : for your information, Red Robin is the one who came into our relationship a virgin, not me. I’m the one who had to teach him the mechanics of pleasure in the bedroom while--
Cassie : *fingers in her ears* LA LA LA LA !! I CAN’T HEAR YOU I’M NOT LISTENING TO ANYTHING THAT WILL SCAR ME FOR LIFE 
Miguel : I’m listening 
Tim : *stumbles into the Titans living room*
Kon :
Miguel :
Cassie :
Tim : . . . guys . . .
Kon :
Miguel :
Cassie :
Tim : omg. . . guys. . .you won’t BELIEVE this. all this time--ALL THIS TIME !! us humans have labeled bumblebee’s to be one of natures ULTIMATE paragon’s of EVIL, even I myself developed this widespread stereotype of them; but get this. . . in actuality, it’s the WASPS that we must all fear
Kon :
Miguel :
Cassie :
Tim :
Tim : *hands up*ok. OK. ok. i can see you all are stupefied by my genius in regards to this realization. i get it. i get it. it’s not every day that you run across this type of intel. THAT’S why I’ve prepared a haiku of sorts on the matter
Tim : *jerks a crumbled piece of paper out of his pocket*
Tim : 
            BUMBLEBEE’S:             Bumbly Boi             Can sting once then dies             Fuzzy fuckers; kinda cute             WASPS:            Spawn of Satan            Will sting you for no reason cuz their dick’s            No loving god would create these monsters
Cassie : 
Miguel :
Kon :
Tim : speechless ? of course you are. I spent 3 days simply envisioning myself as a bumblebee, and suddenly, my mindset was altered !! I began to wonder just what the bee wonders: why do people run from me ??? i produce honey. i’m fuzzy. i’m cute. i’m striped. if you leave me alone i’ll leave you alone. . .
Tim : . . . and that’s when I realized . . .
Tim : . . .wow. . .isn’t that no different from the mindset of us humans ????
Miguel :
Kon :
Cassie :
Tim :  
Cassie : *looks over at Kon*
Cassie : knock him out. fuck him senseless. I don’t care anymore; just wear him out so hard that he stops trying to put himself into the shoes of a god damned insect
311 notes · View notes
ignitenorth · 5 years
Text
Vandag in die Geskiedenis: 5 Mei 1652
5 Mei 1652 – Vier VOC-beamptes stap oor Kloofnek, Kaapstad, en vind later teen Houtbaai se hange ’n ontginbare inheemse bos vir broodnodige timmer-, skeeps- en brandhout. Vanaf die begin van die Kaapse verversingspos was daar ’n groot behoefte aan allerlei alledaagse noodsaaklikhede, waarvan timmer- en brandhout die belangrikstes was. In ’n poging om geskikte timmerhout te vind, het vier amptenare op hierdie dag oor Kloofnek gestap en aan die berghange bokant Houtbaai vir die eerste keer ’n inheemse houtbos teengekom. 
Dit was die begin van die ontginning van Suid-Afrika se inheemse houtbronne. Geen moeite is ontsien om voldoende voorrade van die kosbare hout te bekom nie. Vervoer- en arbeidsprobleme was egter deurgaans ’n groot struikelblok. 
Mettertyd is die gebied vanaf die huidige Constantianek tot by Nuweland verken en ontgin. Die haas onbegaanbare pad oor die Hottentots-Hollandberge, het tot diep in die agtiende eeu verhinder dat die welige bosse van die suidkusstreek doeltreffend benut kon word. Reeds gedurende 1710 is in die Politieke Raad verslae oor hierdie Overbergse bosse ter tafel gelê. Tog is daar eers in die tweede helfte van die agtiende eeu begin om houtkappersposte in die omgewing van die huidige Riviersonderend, Swellendam en Heidelberg op te rig. Dit is deur Kompanjiesarbeiders self bewerk. 
Daarvandaan is maandeliks enkele wavragte timmerhout na die Kaap gestuur. Gedurende 1777 is ’n dergelike onderneming in Outeniekwaland langs die Swartrivier begin. Dit was veral die hoë vervoerkoste wat die Kaapse owerheid gedwing het om uiteindelik in Desember 1786 die eerste werklike ekonomiese groeipunt aan die suidkus te begin met die aanlê van die houtkapperspos in Plettenbergbaai. Johan Fredrik Meding is as opsigter aangestel, terwyl Jan Jacob Jerling ’n skuur vir die opberging van die hout naby die strand gebou het. Reeds in Augustus 1788 is die eerste vrag hout met die skip Meermin na die Kaap vervoer.
Tumblr media
0 notes
Text
‘Werken’ van Daniil Charms: Russisch absurdisme ten top
Tumblr media
‘Mij interesseert het leven alleen in zijn ongerijmde verschijningsvorm’, noteerde de literaire natuurkracht Daniil Charms (1905-1942) in zijn dagboek op het einde van de jaren 1930. Charms was de verpersoonlijking van het Russisch absurdisme, een ongeëvenaarde eenmansavantgarde die in zijn zwartgallige maar verbeeldingsrijke teksten genadeloos de zinloosheid en de absurditeit van het bestaan blootlegde — een tomeloos creatieve visie die uiteraard botste met het socialistisch-realisme vooropgesteld door Stalins Sovjet-Unie. Voor het eerst verschijnt een omvangrijke uitgave van Charms’ werk in Van Oorschots prestigieuze Russische Bibliotheek: samensteller en vertaalster Yolanda Bloemen maakte een meer dan gulle selectie uit zijn verhalend proza, toneelteksten, gedichten, brieven, dagboeken en kinderverhalen.
Sherlock Charms Sinds 1953 brengt uitgeverij Van Oorschot het pantheon van de Russische literatuur uit in de bibliofiele dundrukreeks de ‘Russische Bibliotheek’. De legendarische vertaler en eerste hoofdredacteur van de reeks, Charles B. Timmer, beet de spits af met een deel verhalen van Anton Tsjechov. Vanaf dan verschenen op regelmatige basis nieuwe delen met werk van coryfeeën zoals Ivan Toergenjev, Fjodor Dostojevski, Lev Tolstoj, Alexandr Poesjkin, Michail Lermontov, Nikolaj Gogol en Ivan Gontsjarov, telkens rechtstreeks uit het Russisch vertaald door Timmer of collega-topslavisten. Het gros van deze felbegeerde uitgaves is nog steeds leverbaar of komt mondjesmaat uit in herziene herdrukken en nieuwe vertalingen. In de jaren 1990 werd de eregalerij aangevuld met ronkende namen zoals Ivan Boenin, Vladimir Majakovski, Marina Tsvetajeva en Michail Boelgakov. Andere twintigste-eeuwse schrijvers volgden vanaf 2007 zoals Anna Achmatova, Isaak Babel en recent nog Konstantin Paustovski, Boris Pasternak en Andrej Platonov (verwacht in april 2019). Charms — een auteur die zonder enige twijfel zijn plaats verdient in een prestigereeks zoals de ‘Russische Bibliotheek’ — vult dit rijtje opvallende nieuwkomers aan met een lijvig verzameld werk, simpelweg Werken getiteld, vormgegeven in het gekende strakke ontwerp en gehuld in een fraai okergeel jasje.
Charms zag het levenslicht in Sint-Peterburg op 30 december 1905, een jaar vol van heftige revolutie, een maatschappelijk fenomeen dat op een of andere manier zijn hele verdere leven zou gaan bepalen. Zijn echte naam was Daniil Joevatsjov, maar vanaf zijn schooltijd, zo rond 1920, bedacht hij het pseudoniem Charms (naar de Engelse woorden ‘charm’ en ‘harm’ of naar Sherlock Holmes, een figuur die hij erg bewonderde). Gaandeweg metamorfoseerde hij tot een man van vele aliassen en signeerde zijn schrijfsels met varianten op zijn pennaam met dandy-allures: Chorms, Chaarms, Sjardam, Charms-Dandan en soms zelfs met Karl Ivanovitsj Sjoesterling.
Vanaf 1924 was Charms actief in het literaire leven van Sint-Petersburg, zijn geliefde stad die heel vaak het decor was van zijn verhalen. Hij viel niet alleen op door het onalledaagse karakter van zijn teksten, maar ook door zijn excentriek uiterlijk (de schitterende bij Werken toegevoegde fotokaternen getuigen hiervan). Hij droeg bijvoorbeeld vaak een korte broek met een geruit jasje in Engelse stijl, rookte een opvallende pijp, had een polshorloge de grootte van een schoteltje en zijn hond, een teckel, luisterde naar de moeizaam bekkende naam Eer De Gedachtenis Aan De Dag Van De Slag Bij Thermopylae. Charms culitveerde de ludieke slag, het was zijn levenshouding.
In 1926 schreef Charms geschiedenis samen met zijn kompanen Aleksandr Vvedenski en Nikolaj Zabolotski door de literaire beweging Oberioe op te richten, vrij vertaald de ‘Vereniging voor Reële Kunst’. In een potig manifest schreeuwden de Oberioeten hun ambitie uit om de zuivere werkelijkheid te verbeelden, in alle mogelijke kunstvormen. De groep maakte absurdistische sier, hield literaire avonden en kreeg actieve steun van invloedrijke artiesten zoals Kazimir Malevitsj en Pavel Filonov. Het Stalinregime maakte een definitief einde aan Oberioe en daarbij alle overige niet-conformistische (lees niet sociaal-realistische) artistieke uitingen en groeperingen.
In 1931 werd Charms verbannen naar Koersk omdat de autoriteiten in zijn werk een onderliggende kritiek op het systeem hadden ontwaard. Daar legde hij zich toe op kinderliteratuur, een genre dat hij vanaf dan enkel en alleen schreef om te overleven (paradoxaal genoeg, want Charms was een notoir kinderhater). Na jaren van ontbering en ploeteren in constante overleefmodus werd hij in 1941, tijdens het beleg van Leningrad (het voormalige Sint-Petersburg), gearresteerd en krankzinnig verklaard. Charms overleed begin 1942, vermoedelijk uitgehongerd, in de psychiatrische afdeling van een Leningradse gevangenis. Het is niet geweten waar zijn stoffelijk overschot is en hij heeft geen graf. Gelukkig voor de literatuurgeschiedenis  ontdekte Charms’ vriend Jakov Droeskin postuum diens manuscripten, jarenlang bewaard in een koffer, in het net gebombardeerde huis van de auteur. De wereld maakte kennis met een volstrekt uniek oeuvre en een buitengewoon universum.
Een Russische bibliotheek op zich Werken omvat alle literaire genres die Charms heeft beoefend. Binnen deze genres zijn de teksten telkens chronologisch geplaatst. Een ruime selectie ‘Verhalen en scènes’ — goed voor ongeveer een derde van de volledige verzameling — opent het boek. Deze verhalen bieden samen met de bekende novelle ‘De oude vrouw’ en de reeksen ‘Cycli’ en ‘Voorvallen’, een mooie staalkaart van Charms’ literair proza. Ook opgenomen zijn drie toneelstukken (waaronder het beroemde ‘Elisabeth Bam’), vijfentwintig gedichten en een bescheiden selectie teksten die Charms specifiek voor een kinderpubliek schreef (gedichten, toneel en verhalen). Bijzonder revelerende (én intrigerende) dagboekfragmenten, notities en brieven sluiten het geheel af. Het Oberioe-manifest en het heerlijke oberioetische verhaal ‘Ik zat op het dak’ staan apart in een appendix. Bloemen schreef een verhelderend nawoord en verzorgde tevens een uitgebreid notenapparaat, inclusief een personen- en namenregister. Een bijzonder sfeervolle aanvulling zijn de twee katernen met foto’s en avant-gardistische illustraties.
In haar nawoord wijst Yolanda Bloemen erop dat de grenzen tussen genres bij Charms niet altijd even duidelijk te trekken zijn. Een verhaal gaat soms over in een toneeltekst, of autobiografie en fictie kunnen lastig van elkaar te scheiden zijn. Af en toe is evenmin duidelijk of een verhaal al dan niet voltooid is (de door Bloemen gehanteerde richtlijn voor een afgerond werk is een datering of signatuur). Belangrijk is te beseffen dat Charms, samen met andere avant-garde kunstenaars, door de Stalinterreur monddood is gemaakt. Charms zag geen enkele van zijn teksten gepubliceerd tijdens zijn leven – met uitzondering van zijn werk voor kinderen en twee gedichten voor volwassenen. De meeste van zijn manuscripten bleven letterlijk niet meer dan dát: handgeschreven, impulsieve documenten die ongeredigeerd in zijn inmiddels bij literatuurvorsers beruchte bureaula belandden. Interpunctie, spelling, continuïteit waren de minste van Charms’ zorgen. Zijn werk uitgeven was en is met andere woorden een redactionele uitdaging.
Een huidig verzameld werk van Charms in het Russisch bestaat uit drie delen en beslaat meer dan 1700 pagina’s. Werken is een rijke verzameling, maar er is nog veel meer. In 1999 stelde Bloemen al een eerste bloemlezing samen, het mooie Ik zat op het dak bij Atlas. In de ruim twintig jaar sinds die tijd is de situatie rond Charms’ werk grondig veranderd. Er zijn inmiddels veel meer teksten van hem beschikbaar, niet alleen gedichten maar ook het aantal in het Russisch gepubliceerde proza- en dagboekteksten is aanmerkelijk groter dan in de jaren 1980 en 1990, de periode waarin Charms met groeiend succes zijn intrede deed in ons taalgebied. Ook zijn notitieboekjes, op dit moment integraal alleen in het Charmsarchief in Petersburg consulteerbaar, zijn een belangrijke bron.
Het grootste deel van de vertalingen in Werken zijn van de hand van Bloemen zelf, maar ze koos ook voor bestaande Charms-vertalingen van gerodeerde vakmensen als Margriet Berg, Seijo Epema, Robbert-Jan Henkes, Jan Paul Hinrichs, Arthur Langeveld, Marja Wiebes en Sophie Polm. In de inhoudstafel geven de initialen aan welke vertaler een bepaald stuk heeft vertaald. Charms’ werk is in ons taalgebied overigens nooit echt onderbelicht geweest, integendeel. Er bestaan heel wat vertalingen, zowel bij de grote uitgeefconcerns als bij kleinere bibliofiele uitgevers. Gangmaker was — wie anders? — de onvermoeibare Timmer, die met deel 7 in Van Oorschots andere slavische reeks ‘Russische Miniaturen’,Bam en ander proza (1978), Charms introduceerde. Voor de voorliggende uitgave baseerde Bloemen zich op een aantal eerder verschenen vertalingen: Optisch bedrog en ander proza(1988), Ik zat op het dak (1999), Een stinkdier is een prachtig beest (1999) en Bij mij op de maan (2016).
In Werken staan heel wat teksten die eveneens in Ik zat op het dak zijn terug te vinden. Maar het omgekeerde is ook waar. Ik stelde Bloemen de vraag hoe ze de huidige selectie had gemaakt. Haar focus, zo legt ze uit, lag op Charms’ literaire werk en daarnaast op zijn persoonlijke levensverhaal. Meer filosofische teksten (zoals bijvoorbeeld ‘Voorwerpen en figuren ontdekt door Daniil Ivanovitsj Charms’, niet opgenomen in Werken, wel in Ik zat op het dak) en traktaten (zoals vrij geflipte teksten  over ‘de nul’) zijn niet gebundeld, hoewel die volgens de vertaalster ook zeker de moeite waard zijn. ‘Maar’, bekent ze, ‘een presentatie van die teksten, liefst in combinatie met een ruime keuze uit de notitieboekjes (die onder meer geweldig materiaal bevatten over de hele Oberioe-periode), en ondersteund door een grondige bestudering van Charms’ filosofische ideeën (onder meer zijn fascinatie voor Henri Bergson) en zijn verhouding tot religie en de Kabbala lijkt me voor de toekomst een mooi perspectief. Ook over een heel ander thema, namelijk Charms’ verhouding tot Gogol en de echo’s van Gogols werk in dat van Charms is veel te melden. Met Charms zijn we kortom nog lang niet klaar.’
Eigen genre In ‘Ochtend’ worstelt Charms met de omschrijving van wat hij als zijn ‘eigen genre’ bestempelt:
Gisteravond zat ik aan tafel en ik rookte veel. Voor me lag papier om iets op te schrijven. Maar ik wist niet wat ik moest schrijven. Ik wist zelfs niet of het gedichten moesten zijn of een verhaal of een beschouwing. Ik schreef niets en ging naar bed. Maar ik lag lang wakker. Ik wilde bedenken wat ik moest schrijven. In gedachten ging ik alle genres van de woordkunst langs, maar mijn genre vond ik er niet bij. Het zou één enkel woord kunnen zijn, maar misschien moest ik ook wel een heel boek schrijven. Ik vroeg God om een wonder, zodat ik zou begrijpen wat ik schrijven moest.
Het uitgangspunt van Charms’ verhalen — of ‘voorvallen’ zoals hij ze zelf noemde — is vaak nietig of alledaags. Hij vertrekt van een verwaarloosbaar fait divers, een akkefietje, een sentimentele oprisping, een onbesuisde waarneming, maar al snel neemt de verhaallijn een bruuske wending en is iedere vorm van logica ver te zoeken. Een vrolijke zottigheid neemt de overhand. Veel van de verhalen zijn erg kort, van een paar zinnen tot maximaal enkele pagina’s.
Charms is niet alleen de ongekroonde koning van de anticlimax, maar ook de ongeëvenaarde keizer van de wervende openingszin (‘Peretsjin ging op een punaise zitten, en vanaf dat moment werd zijn leven heel anders.’; ‘Nu weet iedereen hoe gevaarlijk het is om stenen door te slikken.’). Vaak drijft hij de spanning op tot het uiterste, laat de verwachtingen van de lezer onbeschaamd aanzwellen om dan abrupt te eindigen met een losse flodder van formaat (een apotheose in dat verband is de uitzinnige plot van de novelle ‘Een oude vrouw’). Een aantal verhalen eindigt dan ook met ‘dooddoeners’ zoals: ‘En dat was alles’, ‘Enzovoort’ of ‘Je geloof toch wat ik heb verteld?’. En wat dacht u van ‘Ontmoeting’, een in amper twee volzinnen afgerond verhaal, dat afsluit met minstens even ‘terminale’ woorden:
Op een keer liep een man naar zijn kantoor en onderweg kwam hij een andere man tegen, die een stokbrood gekocht had en op weg was naar huis. Dat is eigenlijk alles.
Charms heeft een uit de kluiten gewassen arsenaal aan technieken om absurdistische effecten te bereiken. Hij verdubbelt werkwoorden (‘Pjotr Pavlovitsj rende-rende’), geeft een eenakter als ondertitel ‘Komedie in drie delen’ (‘Foma Bobrov en zijn echtgenote’), is kwistig met hyperbolen en herhalingen, blaast de wervelende klanken van de oude Russische verteltraditie nieuw leven in, laat zijn weerbarstige personages alles letterlijk nemen waardoor een gewone dialoog al snel ontaardt in een vurige vloekpartij of breekt abrupt de handeling af, met als apotheose het hilarische verhaal over de roodharige man (liefdevol bezongen overigens door Charlotte Mutsaers in haar Kersebloed):
Er was eens een roodharige man die geen ogen en geen oren had. Hij had ook geen haren, zodat men hem maar bij wijze van spreken roodharig noemde. Spreken kon hij niet, want hij had geen mond. Een neus had hij ook niet. Hij had zelfs geen armen en benen. Hij had ook geen buik, hij had ook geen rug, hij had ook geen ruggengraat, hij had helemaal geen ingewanden. Hij had niets. Zodat het niet uit te maken is over wie het gaat. Laten we het liever niet meer over hem hebben.
Charms’ humor is zwartgallig, grotesk en ongerijmd: ‘Een vlieg kwam met een klap op het voorhoofd van een voorbijlopende heer, ging door zijn hoofd heen en kwam er bij zijn achterhoofd weer uit.’ Een andere keer etaleert hij dan weer een kromme maar tegelijkertijd ijzersterke en moeilijk te weerleggen logica:
Een man ging als gelovige slapen en werd als ongelovige wakker. Gelukkig stond in de kamer van die man een weegschaal, en de man had de gewoonte zich iedere dag ’s ochtends en ’s avonds te wegen. En zo was de man voor hij ging slapen bij het wegen te weten gekomen dat hij vier poed en eenentwintig pond woog. En toen hij de volgende dag als ongelovige opstond, woog hij zich weer en hij ontdekte dat hij nog maar vier poed en dertien pond woog. ‘Dat betekent,’ besloot de man, ‘dat mijn geloof ongeveer acht pond woog.
Soms doen zich zelfs ronduit bovennatuurlijke zaken voor. In ‘Een ding’ bijvoorbeeld staan een man met zijn dienstmeisje in een kamer. Er wordt aan de deur geklopt, de man doet open en hetzelfde dienstmeisje staat voor zijn neus. Alsof er niets aan de hand is, zet de man zijn familieleven verder, maar nu met twee (identieke) dienstmeisjes.
Slapsticksituaties zijn nooit ver weg en er wordt bij de vleet gevallen. Charms’ vreemde en bevreemdende universum is doordrongen van bruut geweld en ijzingwekkende wreedheden: veel van zijn personages sterven een gruwelijke dood, de oorvijgen vliegen in het rond en vreselijke martelingen zijn schering en inslag (bijlen en spades zijn veel voorkomende attributen, maar worden niet gebruikt waarvoor ze eigenlijk dienen). In ‘Een lezing’ bijvoorbeeld krijgt de spreker Poesjkov voortdurend klappen van zijn toehoorders en moet hij het spreekgestoelte bont en blauw verlaten. Het geweld is geregeld gericht tegen oudere mensen, maar ook en meermaals tegen kinderen:
Wat kinderen aangaat ben ik er zeker van dat je ze absoluut geen luier moet omdoen, je moet ze verdelgen. Daartoe zou ik in de stad een centrale kuil willen inrichten en daar de kinderen in gooien. En opdat er uit de kuil geen geur van ontbinding opstijgt, kan er elke week ongebluste kalk over gegoten worden.
Ook Russische schrijvers moeten het bekopen, in het bijzonder de ongenaakbare Poesjkin (‘Poesjkin had vier zoons, en allemaal waren het idioten.’ en in het korte toneelstuk ‘Poesjkin en Gogol’ tuimelen de twee schrijvende Russen om beurten over elkaar als waren het twee paljassen in de circusring). Charms heeft bovendien geen medelijden met dichters die verre van moeders mooiste zijn:
Zoals bekend heeft Bezimenski echt een rotkop. Op een keer stootte Bezimenski zijn kop tegen een krukje. Daarna was de kop van de dichter Bezimenski helemaal niet meer om aan te zien.
In een ander voorval richt hij zijn pijlen dan weer onverschrokken op auteurs die naar het pijpen van de sovjetstaat dansen:
Toen kleedde Aleksej Tolstoj zich helemaal uit, liep naar de Fontanka en begon te hinniken als een paard. Iedereen zei: ‘Het is een belangrijk sovjetschrijver, die daar hinnikt.’ En niemand stak een vinger naar Aleksej Tolstoj uit. Vloeiend denken In een voor zijn doen behoorlijk lang lijstje somt Charms in ‘Wat mij interesseert’ de zaken op die zijn hart sneller doen slaan:
Gedichten. Gedachten in gedichten leggen. Gedachten uit gedichten halen. Opnieuw gedachten in gedichten leggen. Proza. Verlichting, inspiratie, helderheid, bovenbewustzijn. Wegen om dat alles te bereiken. Het vinden van een eigen systeem om dat alles te bereiken. Allerlei kennis die buiten het terrein van de wetenschap valt. Algemene wetten van verschillende fenomenen. Nul en zero. Getallen. Tekens. Letters. Schriften en handschriften. Alles wat uit het gezichtspunt van de logica onzinnig en dwaas is.
Deze opsomming vat de inhoud van Werken vrij goed samen, maar opvallend zijn de termen ‘verlichting’, ‘gedachten’, ‘systeem’, ‘kennis’, ‘wetten’, ‘fenomenen’ en ‘logica’. Een aantal van de teksten in Werken is zonder meer filosofisch van aard en zijn eerder af te doen als beschouwend, programmatisch of theoretisch. Het is een indicatie dat Charms’ absurdisme effectief diep verankerd zit in een filosofische traditie. Er zat wel degelijk heel wat method in zijn madness. Charms wilde duidelijk begrepen worden en niet op de bodem van de oceaan staan brullen noch worden weggezet als een gek of een clown. De invloed van Henri Bergson op Charms’ denken is overduidelijk (vooral Le rire (1900) en L’évolution créatrice (1907) zijn in dit verband essentieel), en minstens even prominent aanwezig is zijn verwerping van Immanuel Kants filosofie. In 1930 sloot Charms zijn ‘Elf stellingen van Daniil Ivanovitsj Charms’ af met: ‘Hoewel ik in mijn eentje ben, denk ik toch vloeiend.’ Vloeiend denken leidt tot het zien van de zuivere werkelijkheid, zo stelt de auteur in het beruchte en duchtig becommentarieerde Oberioe-manifest.
De Oberioeten verwierpen radicaal alle artistieke dogma’s. Het manifest profileert zich als een  kerntekst voor een goed begrip van Charms’ poetica: ‘Oberioe glijdt niet over de thema’s en de toppen van het artistieke scheppen heen, maar zoekt naar een organisch nieuwe conceptie van wereldbeschouwing en benadering van de dingen. Oberioe zet zijn tanden in de kern van het woord, van de dramatische handeling en van de cinematografische beeldtaal.’ Oberioe is universeel en omspant alle vormen van kunst, ‘dringt het leven binnen en omvat het van alle kanten.’ De beweging zet zich af tegen avantgardistische voorgangers zoals Velimir Chlebnikov, die in eerste instantie de oude taal wilden vernietigen. De Oberioeten wilden niet zozeer vernieuwen als wel herscheppen en de grondleggers zijn van een nieuwe perceptie van het leven. Zelf spraken ze over een terugkeer naar de realiteit (‘de zuivere werkelijkheid’), een omwenteling die ze wilden bereiken door het voorwerp te ontdoen van literaire en alledaagse betekenissen.
Kants ‘ding op zich’ blijft voor ons kennen verborgen, een euvel dat Charms countert door niet logisch maar ‘vloeiend’ te denken. Alleen wanneer we de ongeordende werkelijkheid bekijken in al zijn onzinnigheid, en alle logica opzij schuiven, kunnen we tot een ‘zuivere’ waarneming komen. In een de adem afsnijdende brief naar Claudia Poegatsjova, een actrice waar Charms stapel op was, verwoordt de bekendste Oberioet het als volgt:
Wanneer ik gedichten schrijf, dan geloof ik dat het belangrijkste niet het idee is, niet de inhoud en niet de vorm en niet het mistige begrip ‘kwaliteit’, maar iets wat nog veel mistiger is en voor het rationele verstand onbegrijpelijk, maar dat voor mij en, naar ik hoop, ook voor u, Claudia Vasiljevna, te begrijpen is. Dat is de zuiverheid van de orde. Die zuiverheid is in de zon, in het gras, in de mens en in gedichten precies dezelfde. De ware kunst hoort thuis in de reeks van de eerste werkelijkheid, zij schept de wereld en verschijnt als haar eerste weerspiegeling. Ze is absoluut reëel.
In het manifest zelf komt de idee van de ‘zuiverheid van de orde’ nog eens terug, zij het deze keer systematischer, meer doordacht, minder emotioneel:
Ontdaan van de schil van het literaire en het alledaagse wordt het concrete voorwerp tot een verworvenheid van de kunst. In de poëzie wordt dit voorwerp door het botsen van woordbetekenissen uitgedrukt met de precisie van een mechaniek. Wellicht zult u tegenwerpen dat het niet hetzelfde voorwerp is dat u in het leven ziet? Gaat u er dichter naar toe en raakt u het met uw vingers aan. Bekijkt u het voorwerp met het blote oog en u zult het voor de eerste maal gezuiverd zien van het oude literaire verguldsel. Misschien zult u beweren dat onze onderwerpen ‘niet reëel’ en ‘niet logisch’ zijn? Maar wie heeft gezegd dat de logica van het dagelijks leven noodzakelijk is voor de kunst? […] De kunst heeft haar eigen logica en zij vernietigt het voorwerp niet, maar helpt het te leren kennen. Wij verbreden de betekenis van het voorwerp, van het woord en van de handeling.
Vrij vroeg onderzoekt Charms in enkele teksten over de zuiverheid van voorwerpen hoe een tekst of een gedicht zich kan ontbolsteren en betekenis vrijgeven. In ‘Voorwerpen en figuren ontdekt door Daniil Ivanovitsj Charms’, doet hij uitgebreid uit de doeken wat we moeten verstaan onder het begrip ‘betekenis’. De onovertroffen ‘Elf stellingen van Daniil Ivanovitsj Charms’ — een van Charms’ meest enigmatische maar ook invloedrijkste teksten — sluiten hierbij direct aan. De allereerste stelling opent niet voor niets met de onheilspellende woorden ‘de objecten zijn verdwenen’. Charms’ absurdisme benadrukt in eerste instantie dat we de werkelijkheid niet kunnen begrijpen, hoezeer we er ook proberen in door te dringen. Er is geen verband tussen de dingen, wat ons rest is enkel de ‘zuiverheid van de orde’. Dit wil echter niet zeggen dat iedere strijd zinloos of zonder betekenis is, integendeel. De dichter moet de werkelijkheid te lijf gaan, betekenis creëren en er zich over verwonderen. Zo mikt Charms’ esthetica onweerlegbaar op het vergaren van kennis en betekenis. Aan de hand van zijn teksten — hoe absurd die op het eerste gezicht ook mogen lijken — wil hij de dingen leren kennen en ze bedwingen. Charms’ tandem van ‘creatie en verwondering’ gunt ons een blik op de zuivere wereld. Zonder zijn instrumenten van het absurde zijn we blind.
Werken van Daniil Charms, Van Oorschot 2019, vert. door Yolanda Bloemen, Margriet Berg, Seijo Epema, Robbert-Jan Henkes, Jan Paul Hinrichs, Arthur Langeveld, Marja Wiebes en Sophie Polm. ISBN 9789028282353, 652 pp.
0 notes