Tumgik
#lezerscolumn metro
mohair-schrijft · 5 years
Text
Tumblr media
https://www.metronieuws.nl/lezerscolumn/2018/11/kauwgompje
3 notes · View notes
mohair-schrijft · 6 years
Text
Tumblr media
https://www.metronieuws.nl/lezerscolumn/2018/05/spiegelbeeld
3 notes · View notes
mohair-schrijft · 4 years
Text
Leve de kustwacht
Mijn eerste vakantie alleen was naar Zlatni Piasaci (Goudstrand), een Bulgaarse badplaats aan de Zwarte Zee. Ik was negentien. Op het plaatselijk strand zag ik de een na de ander in een tuigje onder een parachute hoog in de lucht boven zee, voortgetrokken door een speedboot. Voor ik het wist stond ik in de rij. Mensen uit mijn reisgezelschap zagen hier vanaf, ouder dan ik, was hun bril misschien minder roze. Aan de beurt, moest ik rennen langs de kustlijn in het natte zand. Tot het lange touw waarmee ik vastzat aan de achterkant van de speedboot strak stond, ik als vanzelf opsteeg door de vaart die het bootje kreeg. Dit ging gepaard met een schok in mijn rug, waarin ik van hollen in het zand, tot half in de lucht spartelde als een tekenfilmfiguurtje. Ik trok aan het rechter koord, waarna de parachute openging. Daar hing ik dan. De eerste tien minuten hield ik mijn ogen stijf dicht. Daarna keek ik naar de zee onder me, het strand, met mensen als poppetjes, boven me het felgekleurde scherm. Magisch.
Tijdens het landen kwam ik per ongeluk in zee terecht, waar anderen netjes landden op het natte zand, hooguit tot de kuiten in het water. Vanuit de lucht zag ik mensen toestromen, druk gebarend keken ze omhoog. Daar kwamen de lifeguards, voordat ik kon verzuipen in zee bedolven onder de parachute wisten ze me op te vangen.
https://www.metronieuws.nl/lezerscolumn/2020/08/leve-de-kustwacht/
0 notes
mohair-schrijft · 4 years
Text
Sporters zijn geen angsthazen
Als je het mij vraagt zit zelfvertrouwen in je lichaam. Mensen die houden van sporten zijn zelden angsthazen.  
Afgelopen week gingen we een dagje zeilen. Na mijn laatste zeilervaring, pakweg tien jaar terug, zag ik hier een beetje tegenop. Kort na de start van dit tochtje, stuurde ik aan op terugvaren, met maar een gedachte. Toen ik weer op de steiger stond, gingen vader en zoon samen verder. Zoon liet zich door mij niet weerhouden, man had zijn favoriete zeilmaatje, ik zat op de steiger aan de plas aan het glinsterende water, zag een vrouw stoeien met het fok zeil, probeerde vat te krijgen op deze ambacht. Dit kan ik net zolang volhouden als Laura Dekker het zeilen.
Als kind liep ik als een bruggetje over het schoolplein. Zat op turnen, won een medaille. Eerste prijs, maar niet voordat ik twee weken voor de wedstrijd in een lagere sectie was geplaatst.
Als veertienjarige eindigde ik steevast als laatste bij de coopertest, hijgend, met een kop als de zon.  Je lijkt op mij, zei mijn moeder, ‘wij zijn nu eenmaal niet zo goed in sport’. Wij? dacht ik. Mijn moeder haalde op haar achttiende haar zwemdiploma, door een gaatje in haar trommelvlies, liet ze het hier bij. Ik heb haar één keer op het ijs zien staan, toen klapte ze achterover. Ze rende niet, bij navragen zei ze dat dit voor haar niet hoefde, fietsen tegen de wind in vond ze net zo moeilijk als mijn vader behangen, met een hoofd als vuur stapte ze af, waar mijn vader met de wind in zijn haren bleef doortrappen. Wandelen wilde ze wel, met mijn vader onderhandelde ze vooraf over de duur. Vijfenveertig minuten, dan een ijsje.  
Sinds kort heb ik een abonnement. Banen zwemmen op corona afstand. Gisteren zwom ik een tijdje op ‘Wanna be startin somethin’ van Michael Jackson. Toen ik hier iets over zei keek man me verbaasd aan. ‘Ik zwem met mijn hoofd onder water’.
https://www.metronieuws.nl/lezerscolumn/2020/08/sporters-zijn-geen-angsthazen/
0 notes
mohair-schrijft · 4 years
Text
Muziektherapie
In de verte zagen we hem komen aanrollen, de tweede golf. Met het dalen van de temperatuur, de miezerige herfstregen en een steeds opstandiger volk, harde realiteit. Ik ontvang een bericht van het verpleeghuis. Per direct gesloten voor bezoek, vanwege twee besmettingen op een andere afdeling. De vierde keer in drie maanden. Hoe zou het met mijn moeder zijn? ‘s Avonds, laptop op schoot, half kijkend naar tv, durf ik in te loggen in haar zorgdossier. Eerst zap ik naar een andere zender. ‘Is dit nu later?’ Het grijnzende hoofd van Stef Bos in beeld, maar dit is niet zijn stem. Voordat ik over mijn moeder lees, zet ik het geluid wat harder. Ik heb een zwak voor de liedjes en de stem van Stef Bos. ‘Mama! mag het licht aan op de gang!’ Ik zou kunnen wennen aan deze versie van Milow. Ik luister naar zijn melancholieke stem zingend over de desillusies van het leven, ironisch genoeg op een prachtige Spaans eiland in het avondlicht.
‘Mevrouw loopt ‘s nachts op de gang, komt twaalf (!) keer haar bed uit.' En: ‘Ze kijkt vrolijk en zingt de liedjes mee.’ Mijn moeder krijgt muziektherapie, van iemand met gitaar! Mijn buik wordt warm. ‘Mevrouw vroeg een verzoeknummer aan, ‘Que sera’. Mijn moeder in het verpleeghuis zingt de mierzoete, hoopvolle woorden van Doris Day. Een wonder, ze spreekt al maanden geen coherente zinnen. Zij en ik hebben niet dezelfde smaak. Ze had haar vaste repertoire. Que Sera’, ‘Spiegelbeeld’, ‘Een beetje’. Ik zong graag met haar mee. Met een theedoek in mijn hand, haar handen in het hete sop, klonk haar charmante stem. In gedachten hoor ik haar zingen.
Zoon komt de kamer binnen, de eindtune klinkt. Ik schrik op uit mijn gemijmer. ‘Kijk je nou naar ‘De beste zangers’?!’
https://www.metronieuws.nl/lezerscolumn/2020/10/lezerscolumn-muziektherapie/
0 notes
mohair-schrijft · 4 years
Text
Het nieuwe normaal
Zelf ben ik ook moedig voorwaarts gegaan, met mondkapje, in het openbaar vervoer, naar mijn werk.  Een van stof, met print ‘vrolijke hawaii blouse’. Geen statement, wel handig, hierachter kan ik gewoon mijn mondhoeken laten zakken. Er stapte een jonge vrouw in. Mooi, rond de twintig, ze droeg haar papieren mondkapje demonstratief aan een oor, nam plaats in de stoel voor mij. Ze streek met een gemanicuurde vinger langs haar wenkbrauwen, haar mond, kuchte even beschaafd. Ik verwachte dat ze het lusje van het kapje nu over haar ander oor zou trekken, maar nee. De hele busrit, toch zo’n vijfendertig minuten, wachtte ik hier op, tevergeefs, en ik was niet de enige, dacht ik in sommige ogen boven mondkapjes te lezen.
Na deze werkdag, had ik een biertje verdiend. Ik stond in mijn achtertuin, ademde diep in en uit, klokte het achter elkaar naar binnen. Het was een 0%. Vorig jaar nog haalde ik hier mijn neus voor op. Bedankte bij de kassa resoluut voor een gratis exemplaar. Inmiddels weet ik proefondervindelijk dat Heineken het meest zijn best heeft gedaan en sinds een tijdje, nog voor de Corona, drink ik regelmatig een blikje onschuldig vocht, denk hierbij soms aan Youp van ’t Hek (‘Buckler drinkers, rot op, ga in de kerk zuipen, man!’). Ik voelde mijn wangen gloeien, werd licht in mijn hoofd, benen werden zwaar, ongelooflijk, ik zou zweren dat… ik keek naar de lucht, de roze bloemen van de clematis, liep de keuken weer in, pakte het blikje van het aanrecht, draaide het rond en rond, geen nul te bekennen.
https://www.metronieuws.nl/lezerscolumn/2020/07/lezerscolumn-het-nieuwe-normaal/
0 notes
mohair-schrijft · 4 years
Text
Tumblr media
https://www.metronieuws.nl/lezerscolumn/2020/01/het-tehuis-met-goede-bedoelingen
0 notes
mohair-schrijft · 5 years
Text
Dementievriendelijk
https://www.metronieuws.nl/lezerscolumn/2019/09/maak-het-openbaar-vervoer-dementievriendelijk
Mijn moeder belde mijn broer om te vertellen dat haar telefoon het niet deed.
Mijn broer reed naar haar huis. Bleef slapen, nam haar de volgende ochtend mee naar de familie. Mijn moeder wist niet waar ze was, niet met wie, verwarde haar zoon met haar man. Onze vader is ruim zestien jaar geleden overleden.
‘Maak uw gemeente dementievriendelijk’ klinkt het in het land. Zwanger, zag ik overal zwangere vrouwen. Nu mijn moeder Alzheimer heeft, lees ik vaker dan ooit over dementie. Dit keer geen staaltje van ‘selectieve perceptie’ (‘en dan moet je daar een beetje academisch bij kijken’ zegt man spottend), in het hele land en in de media is werkelijk meer aandacht voor deze hersenziekte.
Vorige week zag ik op centraal station Utrecht een nagebootste huiskamer, een enkele journalist met camera. ‘Maak het openbaar vervoer dementievriendelijk’ stond er met grote letters. Ik zag het in een flits, sprintte langs om mijn trein te halen.
De trein kwam niet. De trein daarop ook niet. Twintig minuten later reed de trein binnen. We stapten in. Een boodschap verscheen op het scherm in de trein: deze trein rijdt niet verder. Er was geen conducteur of ander treinpersoneel. Een oude dame, stapte toch maar weer uit, onzeker keek ze om zich heen. Ik stapte ook uit, keek net zo onzeker als zij. Op het informatiebord op het perron, verscheen uiteindelijk de tekst: Breukelen, vertrek 8.20 uur. Sommige mensen stapten weer in. Anderen bleven vertwijfeld wachten op het perron. Zou deze blijven staan, komt er straks een verse trein richting Breukelen? Ik stapte weer in.
De oude dame werd aangesproken door een jonge vrouw. ‘Ik ga ook naar Breukelen. Kom, stappen we samen in’. De dame lachte opgelucht. Zij was niet dement, dat zag ik aan haar gezichtsuitdrukking en frisse voorkomen. Mijn moeder kijkt anders.  
De dag na de familiereünie belde ik haar. Ze wist er niets meer van. Haar vriendin vertelde ons later dat ze had gezegd dat er een feest bij haar thuis was. Zij had het georganiseerd. Al die mensen, wat een drukte. Gelukkig was het allemaal goed gegaan.
0 notes
mohair-schrijft · 5 years
Text
De idioot op de fiets
We hebben de hele weg tegenwind. Zoon gooit om de paar kilometer, demonstratief zijn fiets in het gras. Hij slaat zijn armen over elkaar, kijkt stuurs en zegt dat hij er nu echt mee stopt. ‘Ik ga terug’. Jij houdt het nog het beste vol, hijg ik, voel aan mijn natte rug. ‘Je wil toch niet verliezen van je moeder?’ ‘Ik kan het wel, maar vind het saai’. Saai? echoot zijn vader, hij gebaart demonstratief om zich heen. Dan stapt zoon toch maar weer op en gaat er als een speer van door. Hij fietst staand. Misschien moet je gewoon blijven zitten, adviseer ik hem later, mijn hoofd gloeit van de inspanning. ‘Blijf jij maar lekker zitten hoor, mama’ zegt hij spottend. Na een aantal kilometers, houdt hij het weer voor gezien. Weer smijt hij zijn fiets in de berm. Ik wijs naar het bordje De Koog, ‘krijg je daar een ijsje’.  
Terug racet zoon keihard weg. Straks lekker voetballen of naar het springkussen, daar is hij tenminste onder gelijkgestemden. Hij rijdt een heel stuk voor ons uit. Ik vraag me af of hij rechtdoor is gefietst of toch dezelfde weg, net als wij. Vertwijfeld kijk ik man aan. ‘Wat wou je er aan doen?’  Ik denk aan de brugklas waar hij over twee weken in zit en laat het los. We fietsen de laatste kilometers op het heuvelachtige pad van de Slufter naar het huisje, met wind mee. De tegenliggers werken hard, sommige kijken alsof ze moeten poepen of in snikken willen uitbarsten. Anderen  hebben hun fietslamp aan staan. Wat zijn dat voor idioten? vraag ik me af.  
's Avonds fietsen we naar De Cocksdorp. Ze hebben er wel zevenenvijftig pizza’s zegt man opgetogen. We komen aan. Gesloten.  Dan maar een ander restaurant. ‘Pangkoekehuus’. ‘Grappig, zegt zoon, ‘hier wil ik naar binnen’. Ik wijs naar twee bordjes aan de muur: ‘pas op het opstapje’ en ‘pas op het afstapje’. Ze hangen nog geen dertig cm van elkaar. ‘Als je dan nog op je smoel gaat…’ zegt man.
Op de terugweg, zie ik twee vage lichten in de struiken. Staat mijn fietslicht nou aan? Ik stop. ‘Jongens brandt mijn voorlamp?’ Al fietsend draait zoon zich naar me om. ‘Ja, al dagen, hoezo?’
0 notes
mohair-schrijft · 5 years
Text
Tumblr media
https://www.metronieuws.nl/lezerscolumn/2019/01/22-inch
0 notes
mohair-schrijft · 3 years
Text
Trots op haar rijbewijs
Ik ga mijn moeder groeten in het verpleeghuis in mijn geboortestad. Hiervoor heb ik een dag vrij genomen. Had ik maar een rijbewijs moeten halen. Ze raadde het me zelf aan. Ik houd van reizen met de trein. Mijn moeder was trots op haar rijbewijs, ze bewees zichzelf hiermee een dienst. En niet alleen zichzelf. Mijn vader kon zijn biertjes drinken zonder dat zij de tel bij hield. Later bezocht ze haar kinderen en kleinkinderen, die in een andere provincie wonen. Eigenlijk ben je pas echt volwassen, met.
Ik stap uit, loop over het perron richting roltrap. Adem in en uit, schuif mijn mondkapje terug, neem plaats in de metro. Niet dat ik het nooit heb geprobeerd. Ik ben de tel kwijtgeraakt van het aantal rijlessen door de jaren heen, totdat ik mijn conclusies trok. Op een dag las ik in een interview met een bekende schrijver dat zij ook vele pogingen had ondernomen zonder succes. Zij? Sindsdien let ik er op. Ze zijn met meer dan je denkt.
Toen mijn moeder de diagnose kreeg, moest ze direct stoppen met autorijden. Daarvoor had ze nog lange tijd alleen van haar huis naar het station gereden, vijf minuten, om mij op te halen. Ze stond erop. Dan parkeerde ze de auto, liepen we eerst samen naar het winkelcentrum vlak naast het station, voor koffie met gebak bij de Hema. Als we na een uur weer buiten stonden had ze geen flauw idee.
Na mijn reis kom ik bij het verpleeghuis aan. Ben benieuwd hoe ik haar aan zal treffen. De laatste keer kwam ze stralend op me af lopen. Ze herkent me, maar kan de rust niet vinden om samen op haar kamer te zijn. Ze wil terug naar de gezamenlijke huiskamer, waar ik niet mag komen. We maken er het beste van.
Peinzend wandel ik terug naar het station. Ik bedenk me dat ze zich hecht aan de anderen. Dat is goed, hen ziet ze elke dag. Het is koud voor de tijd van het jaar, op het perron is het windstil. Nog vijf minuten. Met mijn ogen dicht voel ik de warmte van de zon.
https://www.metronieuws.nl/lezerscolumn/2021/03/lezerscolumn-trots-op-haar-rijbewijs/
1 note · View note
mohair-schrijft · 6 years
Text
Verval
Tumblr media
https://www.metronieuws.nl/lezerscolumn/2018/10/verval
0 notes
mohair-schrijft · 7 years
Text
‘Man on the moon’
www.metronieuws.nl/lezerscolumn/mohair/actueel/2017/05/man-on-the-moon
0 notes
mohair-schrijft · 7 years
Text
lezerscolumn Metro
https://www.metronieuws.nl/lezerscolumn/mohair/actueel/2017/05/tattoo
0 notes
mohair-schrijft · 5 years
Text
Met de Metro in de bus
Ruw word ik uit mijn gemijmer gehaald, door het geschreeuw van een man die de bus al scheldend binnenstapt. ’Nu durf je wel hè, met die camera’s, vuile hond, wacht maar, straks pak ik je, tyfuslijer!’ Het golft in mijn borst. Is dit een bedreiging aan de chauffeur? Is hij nou helemaal gek geworden.
De man loopt scheldend naar achteren. Even kijk ik hem aan. De man kijkt terug. Dan neemt hij plaats op de achterste bank. Ik kijk om. En weer snel voor me.  ‘Hé’, roept de man me toe. ‘Is er wat!’ schreeuwt hij dreigend. Mijn hart bonkt in mijn keel. Ik kijk zonder iets te lezen, strak in mijn krantje. Op dat moment ebt mijn verontwaardiging weg, maakt plaats voor angst. Niet Meer Achterom Kijken, spreek ik mezelf in gedachten toe. Nog een schreeuw mijn kant op, dan blijft het stil. In de hele bus blijft het enkele minuten doodstil. Slechts het ronken van de motor is hoorbaar. De sneeuw dwarrelt tegen de ramen, als slakken gaan we over de weg. Halverwege de busrit staat de man plotseling naast me. ‘Geef die krant, geef eens!’. Hij wijst naar de pagina. Ik geef hem zonder weerwoord de krant. ‘Kijk’ hij prikt met zijn vinger op de voetballer, dat is een vriend van me, zegt de man voordat hij terugloopt naar zijn plaats. Mijn hart maakt een roffel. Verder weet ik niets te zeggen. Even later stapt de man uit.     Peinzend kijk ik hem na. Mijn Metrokrant opgerold in zijn linkerhand. Ik voel me stom. Gelukkig stapt hij niet uit bij de eindhalte. Wilde de man me intimideren of alsnog laten zien dat hij de kwaadste niet is..?  Ik kan het niet inschatten.
Ik stap uit bij het station, als laatste passagier. Opgelucht stap ik door de sneeuw, op weg naar het werk, waar ik mijn mensenkennis hard nodig zal hebben.
0 notes