longanimiteit
wikkend op een lege hand
het lot van licht
schemerend uit te doven
waardoor de waarde
onschatbaar wordt
we schrijven over
goden en legenden
alsof zij niet
voorlopig zijn
we spelen met
klanken en woorden
met tonen terwijl
ze altijd al
wegdeinen
en toch wachten we
naïevig verwachten we
ons geduld beproevend
lankmoedigheid proevend
3 notes
·
View notes
Liefdesgedichten
Om oudjaar te vieren schreef ik twaalf gedichten voor het tafelgezelschap van die avond. Dit zijn er drie, uit liefde.
Voor B.
immer groeiend
heen en weer
verpoppend
van cocon naar
grootse vleugelpracht
ze laaft zich aan
schoonheidsnectar
bestuift haar veld
met fladderlach
ze kneedt de kelken
die ze moedig leeft
om hen dan weer
met herbegin
te vullen
Voor R.
er schuilt een kalmte
in zijn uitbarsten
een jubelend kind
in zijn rusthouding
iedere ontmoeting
en elke oogopslag
warmtecapsules
zijn spelen is weten
nooit vergeten
wie hem draagt
wie hij draagt
Voor L.
haar hart
een eeuwig open
winkelpand
waar liefde
nooit uit voorraad
en voor altijd
gratis is
de etalage
spiegelt streng
maar toont ook
haar geluk
in andermans ogen
1 note
·
View note
opwarmertje
kilte kent een
andere naam
kou
een warmere klank
met als rijmtroef
jou
2 notes
·
View notes
flatergoud
wat niet mis is
lijkt alleen maar zo
er is een fout gemaakt
er werd iets ontdekt
u denkt hierover na
de rimpel in uw voorhoofd
voorbode van onthulling
een naderend besef
door een
gedachteschouw
stijgt een
ingeving
op
vermomd als
granietige obelisk
stort versteend
verwondering
neer
0 notes
bindingsrapport
bij de lezing van 'Aan de voet van het belfort' van A. Mussche
ons weefsel is kansrijk
de kleurige draden
gebundeld verweven
in knopen en kluwens
tot samen een nieuwe
structuur
ons weefsel is stiksel
versmachtend gerafel
van trekken en duwen
want ieder vergat
wie bijeengebracht had
ons weefsel is armoe
een warboel van lijden
in kleine vertrekken
van roepen en strijd
ons weefsel is morgen
en morgen en morgen
tot iemand weer weet
dat wij nederig zijn
4 notes
·
View notes
traagheidswet
met de witte lijnen
van de wegen mee
naar de witte vegen
in de verte en er
hangt iets in de
ribbenkast er zeurt
iets destabiliserend
tot we er als bij
toevallen
haken en ogen zo
hangen onze rompen
amper aaneen
bewegen wij
krachteloos tussen
lijn en veeg
1 note
·
View note
acceptatie
grillig rimpelend het
avondwateroppervlak
er is geen herfstgrens
geen zomereinder
de dorre bebladering
doet dieren vermoeden
er zit leven in wat
net nog lente was
adem de lucht van
vergeefs opnieuw en
nodeloos kiemend
de winterkou komt toch
4 notes
·
View notes
apert
bovenal bemin
een plek
bodemlagen en reliëf
al het leven dat zich
staande houdt
aders lopen
door het
hout door
de steen en
al uw adem
erdoorheen
er ligt een levend
land zonder haast
naast uw muren
smeed geen ijzer
hoek noch hek
1 note
·
View note
reïteratie
het herbeginnen
uit een hoek
in het midden
en verbinden
iemand zoekt schuchter
met schild en masker
met schuwe regenogen
iemand om te kennen
lege handen
van afstoten
naar aanvaarden
vervuld van zin
4 notes
·
View notes
virgines continentes
het waren vrouwen
hun hof was hier
hun adem zacht en
schoon want
ingehouden
kleine vensters
stille wanden
weggestoken
in de stad
aan elke kant
een windrichting
in ieder pand
een zingeving
het waren vrouwen
hun rust was vol
hun leven kalm en
zonder angst
voor missen
6 notes
·
View notes
geïmpregneerd
afgelijnd zijn
met regenranden en
druppelleiders
net ooghoeken
moedeloos lijken
want alles ervarend
het wachten voorbij
en dan afdruipen
de waterdichtheid
nochtans gegarandeerd
geheel doordrongen
van het weifelen
3 notes
·
View notes
gemeenplaats
toch niet weer
weelderig witte
wolkenformaties
die verbeelding
vertolken
toch niet andermaal
een zomerroodoranje
zonsondergang om
afscheid en slotgevoel
op te roepen
toch niet voor de zoveelste
godgeklaagde uitgemolken keer
een schittering op het water
om de goddelijke schoon-
ach laat ook maar
toch weer een
klaaggedicht
dat cynisme
tot cliché
herleidt
2 notes
·
View notes
overzomeren
hier in het glas
hult de rand zich
al in schemer
(theelichtjes en
muggenspray)
diep in de dag
vult de lach ons
en de nevel
(camembert en
chardonnay)
vier hoe de nacht
onze blik richt
naar de hemel
(giechellach en
dansmuziek)
zie hoe je zacht
aan de mouw trekt
van het leven
(vage maatschap-
pijkritiek)
1 note
·
View note
Dialogue intérieur
“Zo, beste vriendjes van de Nederlandse taal! Laten we eens aan deze nieuwe week beginnen. Het weekend hangt ongetwijfeld nog in jullie lijf en toch gaan we al wat nadenken. Jarno, steek jij je gsm even weg? Dan kunnen we erin vliegen.” Maandag. Het eerste lesuur. Iedereen heeft zich er ooit doorgesleurd. Niemand heeft er essentiële levenservaringen aan overgehouden. Behalve dan de vervelende referentie-ervaring dat er weinig pijnlijkers bestaat dan maandagochtendlessen. En wat stinkt hier toch zo?
Er zit nog een mandarijn in mijn rugzak. Al bijna twee maanden, denk ik. Dat realiseer ik me vlak nadat de leerkracht mij heeft aangemaand om mijn gsm weg te stoppen. De geur die opstijgt uit mijn tas doet me even kokhalzen. Het is een geur die ik al een paar dagen in een mildere vorm heb opgepikt, maar die ik steeds aan andere bronnen toeschreef. Had Hasan zich weer niet gewassen? Was dit de mondgeur van Mira, het meisje dat er verder onberispelijk uitzag? Die lijfgeur van Aziaten, waar ik weleens over had horen spreken, rook die zo? Nu schaam ik me voor mijn enigszins racistische vooronderstelling, bij de ontdekking dat ik met een stomme mandarijn zelf de oorzaak van de geurhinder blijk te zijn.
“We hebben ondertussen al best wat taalbeschouwing besproken. Ik hoop dat jullie tegen het mondelinge examen nog voldoende weten op te rakelen over onze lessen rond argumentatieleer, Griekse en Latijnse woorddelen en de verschillende tekststructuren. Literatuur kan er altijd nog wel bij, lijkt mij. Daarom heb ik vandaag een les voorzien over twee interessante fenomenen uit de internationale literatuurgeschiedenis. Ik wil het vandaag met jullie namelijk hebben over de stream of consciousness aan de ene kant en over de écriture automatique aan de andere kant. Is er iemand die al een van deze beide begrippen kent?” Natuurlijk niet. ‘t Is Nederlands, zot. Dat is al moeilijk genoeg. Wat komt gij nu met Engelse en Franse termen doen? Vertel gewoon nog wat over die gezellige Guido, die gij en uw collega’s van Nederlands altijd noemen. Dan kan ik nog slapen.
Mijn zusje Halime heeft niet geslapen. Ik dus ook niet. Mijn vader ook niet en eigenlijk is dat waarom Halime en ik niet geslapen hebben. Mijn zusje is drie, dus het kan ook gewoon een slechte nacht geweest zijn, maar mijn vader was weer boos op alles en iedereen. Hij sloeg op de tafel, was luid naar de televisie en stampte veel en hard met zijn voeten op de grond. De slaapkamer van mijn zusje en mij is direct boven de televisie. Papa is boos omdat de mannen op tv niet doen wat hij wil. Zo krijgt hij geen geld. Er was wel geld, want papa en mama hebben alletwee een job, maar omdat papa niet alleen zijn eigen geld aan de televisie geeft, maar ook het geld van mama gebruikte, is mama naar een ander appartement verhuisd. Volgende week slaap ik weer bij mama. Daar slaap ik beter. Ik weet nu al dat ik dan weer goede toetsen zal maken.
“Deze manier van schrijven kan je altijd en overal. Je hebt alleen een potlood of een balpen en een stuk papier nodig. Dan zet je de punt op het blad en begin je te noteren. Of je zet je vingers op een toetsenbord, dat kan natuurlijk ook. En hier komt het leukste van alles: je mag alles schrijven! Niets is verkeerd! Alles wat in je opkomt mag op het witte vlak terechtkomen, er zijn geen foute woorden of zinnen. Spring je in het midden van een zin naar een ander idee? Geen probleem! Wil je ineens in het Turks beginnen te schrijven? Doe gerust … AYSE. - Wakker worden, meid, we gaan gewoon door, hé! - Of heb je geen zin om een woord af te maken? Dan begin je toch gewoon met een ander woord! Alles mag in de écriture automatique! Weet iemand trouwens waar Noor uithangt? Is die onderweg of blijft ze weer thuis?” Zou die van Nederlands al doorhebben dat ik er niet ben? Of geeft hij zoals altijd gewoon zijn les, zonder aan de afwezigen te denken? Zou er zelfs iemand mijn afwezigheid opmerken? Denkt er wel iemand aan mij, op dit moment?
Daar rijdt de trein van 8.39u. Ik heb hem net gemist. Op een dag lig ik tussen spoor en wiel. Het klinkt dramatisch en zo bedoel ik het ook. Op dat moment zal mijn grootste wens ingewilligd worden: er niet meer zijn. Niet zijn. Geen pijn. Mijn hoofd is zo vol. En ik ben bang. Van alles. Van iedereen. En als ik dat aan iemand wil uitleggen, dan stop ik al, nog voordat ik ben begonnen. Ik wéét gewoon dat niemand mij zal begrijpen. Ik heb ze trouwens allemaal al gezien: de knikkende hoofden, de wegdromende ogen, de opgehaalde schouders, de van medelijden omlaag krullende mondhoeken. Nooit ben ik al klaar met mijn verhaal en altijd zijn zij toch al klaar met hun oordeel. Ik heb er schijt aan. Nochtans heb ik vorige week tegen die gast van Nederlands gezegd dat ik geen tof weekend zou hebben. Ik vind het wel spijtig dat ik net zijn les mis. Hij heeft een paar maanden verteld dat hij ook heeft geworsteld, dat hij ook diep heeft gezeten. Als hij tijd zou hebben, dan zou ik graag eens wat langer met hem spreken. Maar hij is altijd direct weg en dan nog: hij blijft een leerkracht. Daar kan je …
“Kan iemand eens een bericht naar Noor sturen? Jarno? Neem die gsm er maar weer even bij. Stuur dat die van Nederlands vraagt of ze het weekend heeft overleefd. En zeg maar dat ze mij er zelf over mag vertellen als ze hier voor tien uur is. Is ’t verzonden? Wilt ge dan maken dat die gsm weer weg is? Nee, mopje, Jarno. Bedankt om te sturen. Geef de factuur maar aan ‘t secretariaat. Bon, waar waren we? Ah juist! Stream of consciousness!”
Fuck, een bericht. Van Jarno. Al een geluk dat hij stuurt en niet tegen me spreekt: die gast stinkt! Huh? Die van Nederlands vraagt naar mij. Hm. Goed dan, vandaag krijgt hij nog. Maar morgen spring ik. Tenzij hij me be
4 notes
·
View notes
sensorisch
op de schouder van
een videomens te zitten
te zien wat men ziet
en dat terug te geven
in het registreren
zelf verloren gaan
aan de oorlel van
een audiomens te hangen
te horen wat men hoort
en dat te bewaren
in het ontdekken
weer zacht toedekken
om dan zelf te spreken
praataap met vol hart
en overlopende mond
tot het beter is
genereus
te zwijgen
2 notes
·
View notes
feromoon
het vroegste bloeien
overschouwen en
ongegeneerd vanaf
een hoge vensterbank
selectief neerkijken
de jury heeft
altijd gelijk
magnetisch ingeblikt
een warmvochtig
zwaaien naar
alle overkanten
en dan weer hese
zweetbeesten worden
terwijl het smachten
zienderogen opdroogt
2 notes
·
View notes
polytomie
wie je bent
is onherleidbaar
tot een stem
een karakter
of gezicht
er schuilt
een kaleidoscoop
glasraam mozaïek
verkennensklaar
in elk van ons
meervoudig ik
in gunstig gezelschap
wapen of weerstand tegen
onherleidbaar ongeluk
ook nooit alleen
8 notes
·
View notes